Samenvatting Biologie voor jou vwo 5 thema 1 regeling
10 views 1 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Biologie voor jou 5 vwo Handboek
Samenvatting over het eerste thema van vwo 5, onderverdeeld in dezelfde paragrafen als in het boek. Daarnaast ook duidelijke plaatjes en op het einde de belangrijkste BINAS tabellen die je bij dit hoofdstuk nodig hebt.
1. Regeling en homeostase
Homeostase
Je lichaam handhaaft factoren zoals de zuurstofconcentratie en glucoseconcentratie in het bloed, de osmotische waarde van
lichaamsvloeistoffen en de lichaamstemperatuur rondom de normwaarde. Als bepaalde factoren in een organisme schommelen
rondom de normwaarde is er sprake van dynamisch evenwicht. Dit wordt in stand gehouden door een regelkring. Het in stand
houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu van organismen noem je homeostase (= vb. zelfregeling)
Regelkringen
Een voorbeeld van een regelkring is het verwarmingssysteem van een huis. Hier is de sensor de thermostaat, het
controlecentrum de verwarmingsketel en de effector de radiator. Als de sensor een temperatuur meet boven de
drempelwaarde, geeft de sensor geen signaal meer af aan de verwarmingsketel. Hierdoor daalt de temperatuur van de radiator.
Wanneer een toename van het resultaat (stijging v.d. temperatuur) een remming van het proces veroorzaakt, spreek je van
negatieve terugkoppeling (negatieve feedback). Een afname van het resultaat (daling v.d. temperatuur) veroorzaakt een
stimulering van het proces.
Wanneer een toename van het resultaat het proces versterkt, spreek je van positieve terugkoppeling (positieve feedback).
Bij meercellige organismen hebben de meeste cellen geen direct contact met het uitwendige milieu (de omgeving) doordat ze
worden omgeven door andere cellen. Tussen de cellen van een weefsel bevindt zich weefselvloeistof. Samen met het bloed
vormt de weefselvloeistof het inwendige milieu van een organisme. Tussen het inwendige en het uitwendige milieu bevindt zich
ten minste één cellaag.
Homeostase regelkringen in je lichaam zorgen ervoor dat de omstandigheden in het inwendige milieu niet te veel veranderen.
2. Hormonale regulatie
Hormonen
In organismen vindt communicatie tussen cellen plaats via signaalmoleculen (signaalstoffen).
De signaalmoleculen die de cellen van hormoonklieren afgeven, zijn hormonen. Ze worden
afgegeven aan het bloed dat door de hormoonklier stroomt. Je noemt hormoonklieren daarom
ook wel endocriene klieren. De afgifte van hormonen door de hormoonklier heet secretie.
Klieren met een afvoerbuis heten exocriene klieren. Zweetklieren en speekselklieren geven hun
product af via een afvoerbuis, dit heet excretie of uitscheiding.
Doelwitorganen
Vanuit bloedvaten gaan hormonen via weefselvloeistof naar alle cellen van een organisme. De
hormonen die alleen werkzaam zijn in organen waarvan de cellen receptoren bezitten waaraan
het hormoon kan binden. Deze organen worden doelwitorganen genoemd. De binding kan in de
cellen van deze organen een reactie op gang brengen of een reactie stoppen. De mate van
reactie van een doelwitorgaan wordt onder andere bepaald door de hormoonconcentratie
(hormoonspiegel) in het bloed en door het aantal hormoonreceptoren voor een bepaald
hormoon op de cellen in het doelwitorgaan.
Doordat hormonen vaak lang in het bloed en in het weefsel van doelwitorganen aanwezig blijven, houden de effecten lang aan.
Hormonen reguleren onder andere geleidelijke processen die uitwerking hebben op het hele lichaam, zoals de groei en
ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting.
, De werking van hormonen
Wanneer een hormoon in het cytoplasma komt, bindt het hormoon meestal aan een
receptoreiwit. Hierdoor ontstaat een hormoon-receptorcomplex. Het hormoon-
receptorcomplex komt via een kernporie in het kernplasma en kan dan bepaalde genen
in het DNA aan- of uitzetten.
Andere hormonen binden aan een receptoreiwit op het celmembraan van de cellen van
een doelwitorgaan. Aan de binnenzijde van het celmembraan wordt dan een bepaald
signaalmolecuul gevormd of geactiveerd: de
second messenger. De second messenger geeft
het signaal in de cel door. Zo kan hij
bijvoorbeeld een enzym activeren. Het
geactiveerde enzym kan het signaal doorgeven
aan een volgend signaalmolecuul, een specifieke
reactie op gang brengen in het cytoplasma of
aanzetten tot genregulatie. Sommige hormonen
die wel de cel in kunnen, zoals adrenaline,
oefenen ook hun invloed uit via second
messengers.
Het signaal van een hormoon dat bindt aan een receptor op het celmembraan, kan in
de cel worden versterkt. Door het signaal binnen de cel door te geven van molecuul
naar molecuul, worden veel signaalmoleculen geactiveerd of grote hoeveelheden
signaalmoleculen geproduceerd. Hierdoor kan een enkel signaal van buiten de cel
(extracellulair) een enorme reactie binnen de cel (intracellulair) opwekken. Wanneer
een signaal via meerdere schakels in de cel wordt doorgegeven, spreek je van een (signaal)cascade.
Hypofyse
De hypofyse ligt ongeveer in het midden van je hoofd onder je hersenen. Het gedeelte van de hersenen dat net boven de
hypofyse ligt, is de hypothalamus.
De hypofyse bestaat uit de hypofysevoorkwab en de hypofyseachterkwab. De hypofyse produceert verschillende hormonen.
Sommige daarvan, zoals TSH, FSH en LH, beïnvloeden de werking van andere hormoonklieren.
Via de hypothalamus en de hypofyse zijn het zenuwstelsel en het hormoonstelsel
met elkaar verbonden. Wanneer hormonen door neuronen worden gevormd,
spreek je van neurosecretie. De gevormde hormonen heten neurohormonen.
Ook geven neuronen in de hypothalamus twee typen neurohormonen af die de
endocriene cellen in de hypofysevoorkwab beïnvloeden. Inhibiting hormonen
(IH) zorgen ervoor dat de endocriene cellen in de hypofysevoorkwab geen
hormonen meer produceren. Releasing hormonen (RH) stimuleren de
endocriene cellen in de hypofysevoorkwab juist om bepaalde hormonen te
produceren. Inhibiting en releasing hormonen worden afgegeven aan haarvaten
en komen via het bloed in de hypofysevoorkwab terecht. Daar stimuleren ze de
productie en afgifte van hypofysehormonen.
Hypofysehormonen
Adrenocorticotroop hormoon (ACTH) uit de hypofysevoorkwab wordt onder andere geproduceerd bij stress. Het bevordert de
aanmaak van hormonen door de bijnierschors.
Groeihormoon (GH) regelt de groei en ontwikkeling.
Sommige hormonen uit de hypofyse spelen een belangrijke rol bij de voortplanting, zoals FSH en LH. Prolactine speelt een rol bij
het vergroten van de melkklieren. Het stimuleert ook de productie van melk door de melkklieren in de borsten. Het vrijkomen
van oxytocine uit de hypofysevoorkwab stimuleert het ontstaan van weeën aan het einde van de zwangerschap en tijdens de
geboorte. Na de geboorte zorgt oxytocine bij het zogen voor de melksecretie uit de melkklieren in de borsten. Oxytocine is ook
verantwoordelijk voor het ontstaan van een band tussen moeder en kind en tussen partners.
Het antidiuretisch hormoon (ADH) regelt de resorptie van water in de nieren bij de vorming van urine. Hierdoor kan de
hoeveelheid water worden geregeld die de nieren via urine uitscheiden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimstaats. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.00. You're not tied to anything after your purchase.