3.1 Soorten managers
Een manager is iemand die zich richt op:
planning
organisatie
leiding
beheersing van een organisatie
en die menselijke en materiële middelen toewijst om de organisatiedoelen te bereiken.
Een manager staat aan het hoofd van een groep mensen, een afdeling of complete organisatie.
In grote organisaties kan de machtsverdeling worden ingedeeld in drie lagen: topmanagement
(president-directeur), middenmanagement (afdelingshoofd) en operationeel management
(groepshoofd of voorman) .
Het topmanagement houdt zich voornamelijk
bezighoudt met de strategie van een
onderneming. Strategievorming = het bepalen
van de organisatiedoelen voor de lange termijn
en het bepalen van de weg waarlangs men de
doelen wil gaan bereiken.
Het Middenmanagement kijkt vooral naar de
vertaling van die lange termijnplannen naar de
middellange termijn.
Het Operationeel management richt zich op de
korte termijn.
3.1.1 Operationeel management
Operationele managers staan boven het uitvoerend personeel en worden vaak hieruit gerekruteerd.
Zij moet het primaire proces begeleiden en aansturen.
De operationele manager moet leren delegeren: het opdragen van taken aan ondergeschikten.
Belangrijkste taak operationele manager = het managen van de individuele prestaties van zijn
ondergeschikten, zoals het motiveren van ondergeschikten, het handhaven van de discipline en het
bijhouden, terugkoppelen en verbeteren van de prestaties van de ondergeschikten.
3.1.2 Middenmanagement
De middenmanager doet het werk van de operationeel manager op grotere schaal.
Hij richt zich minder op individu, meer op groepen mensen. Hij houdt zich bezig met verdeling van
geld, machines en materialen over verschillende groepen mensen en projecten.
Het middenkader moet plannen van het topmanagement vertalen in deeldoelstellingen voor lagere
niveaus (planningstechnieken en onderhandelingstechnieken). Bij het middenkader zien we net als
bij het operationeel management dat de middenmanager veelal op een niveau lager is gestart. De
middenmanager heeft vaak als operationeel manager veel kennis over het bedrijfsproces vergaard.
, 3.1.3 Topmanagement
Het topmanagement houdt zich bezig met de ontwikkeling van organisatiedoelen en de bepaling van
de wegen die de organisatie in zou moeten gaan. Een topmanager ondervindt nogal wat druk en
werkstress.
De topmanager besteedt tijd aan interpretatie van signalen uit buitenwereld, kansen die zich
voordoen, en het afweren van bedreigingen.
Een topmanager denkt globaal en ‘bedrijfsbreed’ en is voortdurend in de weer de bedrijfsprestaties
bij te sturen.
3.1.4 Afplatting van organisaties
Een hiërarchisch niveau noemen we ook wel een managementlaag.
Afplatting van organisaties: vermindering van managementlagen die meestal leidt tot het uitdunnen
of het geheel verdwijnen van het middenkader.
3.2 Managementvaardigheden en basisfuncties van management
3.2.1 Vaardigheden van een manager
1. Conceptuele vaardigheden: vaardigheden om op
creatieve wijze zelfstandig ideeën te kunnen
ontwikkelen die oplossingen moeten bieden voor
gerezen problemen of kansen.
2. Communicatieve vaardigheden: vaardigheden om op
juiste wijze informatie, gedachten en gevoelens te
kunnen overbrengen en ontvangen.
3. Interpersoonlijke vaardigheden: vaardigheden om te
kunnen leiden, mensen te motiveren, conflicten op te
lossen en samen te werken.
4. Technische vaardigheden: vaardigheden om
specifieke, voor werkterrein benodigde methoden,
procedures en technieken toe te kunnen passen,
bijvoorbeeld van planningstechnieken.
Het conceptuele vermogen van een topmanager moet groter zijn dan van een middelmanager en van
een operationeel manager. De behoefte aan technische vaardigheden neemt af bij het beklimmen
van de carrièreladder. Als een manager steeds verder doorgroeit, komt hij op een steeds algemener
managementterrein terecht.
Management op specialistisch terrein: functioneel management, omdat daar nog de functie die de
manager voor de onderneming moet vervullen, duidelijk is (financieel manager).
3.2.2 De vier basisfuncties van het management
1. Plannen: doelen vaststellen, acties plannen om doelen te bereiken.
Managementfunctie waarbij men doelen voor de toekomst vaststelt en vervolgens bepaalt welke
acties op welke tijdstippen nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken.
Planning wordt uitgevoerd om de doelen voor de organisatie op te stellen (verhogen
productiviteit, vergroten marktomzet, verlagen productiekosten). Daarna moet de manager
bepalen met welke middelen hij het plan kan uitvoeren, welke acties zijn nodig om het doel te
realiseren en via welke weg hij het doel wil realiseren. Als er meerdere actieplannen mogelijk
zijn, moet de manager besluiten welke actie het meest doeltreffend en doelmatig is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk_feij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.