Uitgewerkte toetsmatrijs conform 2021/2022, d.m.v. aanbevolen literatuur, aantekeningen en internetbronnen. Daarnaast zijn oefenvragen bijgevoegd gebaseerd op vragen uit het tentamen, samenvatting en GGZ ecademy.
Je kunt de oorzaken, verschijnselen, behandeling en prognose van schizofrenie en andere
psychotische stoornissen herkennen en beschrijven
Schizofrenie= een hersenaandoening waarbij je last hebt van psychoses. Het wordt ook wel
psychose-gevoeligheid genoemd.
Oorzaken:
1. Erfelijkheid
2. Omgeving
3. Drugs
Verschijnselen: de meest eerst voorkomende verschijnselen zijn dat mensen verschillende problemen
krijgen in hun leven die er eerst niet waren. De veelvoorkomende symptomen (gedurende zes
maanden lang ononderbroken aanwezig):
- Spraak: onsamenhangende of vreemd
- Hallucinaties en wanen (Wanen zijn totaal verkeerde interpretaties van de werkelijkheid. Een
hallucinatie is een verstoorde waarneming van de werkelijkheid)
- Verminderde concentratie
- Desorganisatie
Behandeling:
- Medicatie: antipsychotica (medicijnen die helpen om uit een psychose te komen en uit een
psychose te blijven) -> voorbeelden: haloperidol, pimamperon, clozapine, risperidon
- Niet medicamenteuze behandeling: psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie
Wat is cognitieve gedragstherapie? Therapie die zich vooral richt op gedachten, gevoelens en gedrag.
Je leert hoe je beter kunt omgaan met negatieve gedachten en gevoelens.
Prognose: Schizofrenie heeft een relatief slechte prognose. Het risico van een chronische ontwikkeling
en een blijvend slecht functioneren is hoog. Cannabis en blowen verhoogt de kans op schizofrenie
Hoe verloopt de ziekte? Schizofrenie verloopt in fasen, dit verschilt van persoon tot persoon
- De prodromale fase: de periode die voorafgaat aan de eerste psychose. Deze fase kan heel
kort duren (enkele dagen), of heel lang (soms een aantal jaren). De ziekte heeft zich in deze
fase nog niet geheel ontwikkeld, maar er zijn wel enkele voortekenen. Deze vroege
symptomen zijn soms vaag en nauwelijks op te merken. Zo kunnen er veranderingen zijn in
de manier waarop mensen hun gevoelens, gedachten en ervaringen beschrijven. Er treden
dus veranderingen op allerlei gebieden op (gevoelens, gedachten, waarneming en
lichamelijke functies) maar de persoon ervaart nog geen echte psychotische symptomen als
wanen en hallucinaties.
- Acute fase/psychotische fase: Tijdens deze fase treden de kenmerkende psychotische
symptomen op de voorgrond. We hebben het dan over wanen, denkstoornissen en
hallucinaties. Naast deze symptomen is er ook vaak sprake van depressieve
stemmingsstoornissen, gedragsstoornissen en slaapproblemen. Een psychotische fase duurt
ongeveer drie maanden tot een half jaar. De meeste cliënten kennen meerdere psychotische
fasen met daartussen een herstel- of stabiele fase.
- Herstelfase/stabiele fase: Ook in de stabiele fase is er vaak nog een aantal symptomen. Deze
zijn vaak minder heftig dan tijdens de actieve fase. Het zijn vooral de negatieve symptomen,
zoals het minder goed en trager psychisch functioneren. Cliënten trekken zich terug en
vertonen weinig of geen initiatief. In zo'n 20% van de gevallen blijven na één of meer
psychotische fasen wanen, hallucinaties en verwardheid bestaan.
Onderstaande stoornissen komen in meer of mindere mate overeen in de zin dat er sprake is van
psychoses. Echter, de stoornissen verschillen wel van elkaar qua specifieke symptomen en
kenmerken.
Schizoaffectieve stoornis: Deze stoornis heeft tegelijkertijd aanwezigheid van een depressieve of
manische stemmingsepisode naast minimaal twee weken psychotische klachten.
,Waanstoornis: Deze stoornis kenmerkt zich doordat de cliënt minimaal een maand een of meerdere
wanen heeft.
Kortdurende psychotische stoornis: Deze stoornis kenmerkt zich door de korte periode van de episode
van de stoornis: hij duurt minstens één dag, maar niet langer dan één maand.
Schizofreniforme stoornis: Deze stoornis heeft verschijnselen gelijk aan schizofrenie, maar het
tijdscriterium van een half jaar wordt niet gehanteerd (1 – 6 maanden). Daarnaast hoeft het sociale
functioneren niet gestoord te zijn. Bij de psychotische stoornissen spreken van we van positieve
symptomen en negatieve symptomen. Positieve symptomen zijn symptomen die de cliënt heeft, maar
niet moet hebben, zoals wanen hallucinatie en incoherentie. Negatieve symptomen zijn symptomen
die de cliënt niet heeft, maar wel zou moeten hebben, zoals affectieve vervlakking.
Je kunt de belangrijkste verpleegkundige interventies die worden toegepast bij psychotische
stoornissen herkennen en beschrijven
- Het werken met een crisisplan
- Ondersteun terugvalpreventie en stel samen met de patiënt een signaleringsplan op.
- Begeleiding bij suïcidaliteit
- Lotgenoten
- Cognitieve gedragstherapie: tijdens de behandeling onderzoekt u deze negatieve gedachtes.
Door gesprekken en opdrachten, leert u negatieve gedachtes anders uit te leggen. U komt
hierdoor uiteindelijk tot gedachtes die prettig, gewenst en effectief zijn. Dit heeft een positief
effect op uw gevoelens en gedrag.
- Hoe ga je om met therapie-ontrouw bij mensen met een psychotische stoornis? Uitvragen en
begrip tonen (voordelen en nadelen afwegen) of eventueel overleggen met arts.
Je kunt met betrekking tot de verschillende stemmingsstoornissen de volgende begrippen
benoemen: oorzaken, verschijnselen, behandeling en prognose.
Je kunt de kenmerken van suïcidaal gedrag herkennen en beschrijven hoe je er op kunt
reageren
Stemmingsstoornis= een verzamelnaam voor psychische aandoening waarbij de gemoedstoestand of
emoties ernstig verstoord zijn of niet passen bij de situaties waarin men zich verkeert.
De DSM-5 verdeelt de stemmingsstoornissen in twee categorieën:
- Depressieve-stemmingsstoornissen: een stoornis waarbij een groot gevoel van
neerslachtigheid en/of verlies van interesse en plezier in dingen centraal staat. Kenmerkend
voor deze stoornis is de aanwezigheid van een depressieve episode en de afwezigheid van
een manische episode. Een depressieve episode ervaart een cliënt als volgt:
• Een verlies van plezier in interesses en activiteiten;
• Concentratieverlies;
• Gevoelens van waardeloosheid.
- Bipolaire-stemmingsstoornissen: Bij deze stoornissen is er een ontregeling van de stemming,
waarbij terugkerende periodes van manie en depressie worden afgewisseld met periodes met
weinig of geen symptomen. Iemand kan een periode heel uitgelaten en/of prikkelbaar zijn en
een periode erop zeer neerslachtig. Een voorbeeld van een bipolaire-stemmingsstoornis is de
cyclothyme stoornis. Bij deze stoornis treden er een reeks hypomane (licht manische)
episoden op, afgewisseld met periodes van licht depressieve gevoelens. De symptomen bij
een cyclothyme stoornis zijn minder intens. Dit betekent overigens niet dat deze stoornis als
minder ernstig of belastend wordt ervaren. Een manische episode ervaart een cliënt als volgt:
• Roekeloos gedrag;
• Stort zich in allerlei nieuwe activiteiten;
• Geeft toe aan impulsen;
• Is snel afgeleid;
• Heeft weinig behoefte aan slaap.
• De depressieve stemmingsstoornis kan zich zowel eenmalig als recidiverend
(meerdere keren) voordoen.
,Er zijn verschillende soorten bipolaire stoornissen: de bipolaire-I-stoornis, bipolaire-II-stoornis en de
cyclothyme stoornis.
Deze stoornissen worden gekenmerkt door manie, hypomanie, depressie of een combinatie van deze.
Bij de bipolaire-I-stoornis is sprake van manie (en eventueel depressie).
Bij de bipolaire-II-stoornis van hypomanie (en eventueel depressie).
Bij de cyclothyme stoornis van milde vormen van depressie en hypomanie.
Wat is cyclothyme stoornis? Een mildere vorm van de bipolaire stoornis. Criteria DSM-5:
Bij deze stoornis (een lichte vorm van een bipolaire stoornis) is er sprake van minstens twee
jaartalrijke perioden met lichte manische symptomen, die niet voldoen aan de criteria voor een
hypomanische episode. Daarnaast zijn er talrijke perioden met depressieve symptomen die niet
voldoen aan de criteria voor een depressieve episode.
Risicofactoren stemmingsstoornissen:
- Levensstress
- Slechte copingsvaardigheden
- Genetische aanleg
- Geen beschikbare sociale steun: slechte band met ouders (in kinderjaren), alleenwonend
Behandeling: een combinatie van medicatie, voorlichting, zelfmanagement en psychotherapie
Welke medicatie wordt gegeven bij stemmingsstoornissen? Lithium: effectief bij het stabiliseren van
stemmingen en verkleint het risico op terugkeer van manische episodes.
Lithium wordt ook wel gebruikt bij clusterhoofdpijn en depressie. Bijwerkingen van Lithium zijn
vergiftiging, dorst en een droge mond, misselijkheid, veel plassen, zwaarder worden, etc.
Wat is psychotherapie? Gespreksbehandelmethode -> doel: klachten verminderen of beter
hanteerbaar maken. Let op: alleen als psychotherapie door een BIG-geregistreerde psychotherapeut
(of psychiater/klinisch psycholoog) wordt verricht, voldoet deze aan de kwaliteitseisen die door de
overheid zijn vastgesteld.
Wat is psycho-educatie? Manier van voorlichten en geven van informatie, o.a. ziektbeeld doornemen,
omgaan met beperkingen en gevolgen inzien
Wat is FACT? Een afkorting voor 'Flexible Assertive Community Treatment'. Het is een werkwijze
waarbij er vanuit een team van hulpverleners wijkgerichte ambulante behandeling en begeleiding
worden geboden, dat wil zeggen zoveel mogelijk in uw eigen omgeving.
Wat wordt er in een lifechart bijgehouden?
Met de Life Chart Methode wordt het verloop van de stemmingsstoornis bij een patient (door de
patient zelf) in beeld brengen. Ook laat deze methode zien welke invloed (verande- ringen in) de
behandeling en gebeurtenissen in het leven van de patient hebben op de stemming. Dit maakt het
beter mogelijk om het effect van behandelingen te beoordelen.
Kenmerken suïcidaal gedrag:
Suïcidaal gedrag kan gezien worden als een manier om een oplossing te zoeken voor ondraaglijke
pijn en onoplosbare problemen. We spreken van suïcidaal gedrag als iemand:
- Gedachten heeft over zelfdoding en/of;
- De intentie heeft zichzelf te doden en/of;
- Bezig is met het voorbereiden van zelfdoding en/of; → een poging doet om zichzelf te doden.
De bedoeling van suïcidaal gedrag kan per persoon verschillen. Sommige mensen willen echt stoppen
met leven, anderen willen niet meer verder leven op de manier zoals ze dat nu doen, weer anderen
willen met suïcidaal gedrag vooral bereiken dat er naar hen wordt geluisterd. Suïcidaal gedrag kan
ook een uitdrukking zijn van de wens om te ontsnappen aan een moeilijk te verdragen situatie waarbij
niet voor de dood wordt gekozen.
Kernelementen van goede zorg bij suïcidaal gedrag:
- Vroege onderkenning en preventie
- Diagnostiek: bepaal ernst en urgentie
, - Onderzoek suïcidaal gedrag
- Inventariseer de aard en het verloop van de klachten en problemen
- Behandeling en begeleiding:
• Eerste interventies: gericht op veiligheid scheppen, patiënt beschermen tegen
zichzelf, psycho-educatie en voorlichting
• Lange termijn behandeling: psychotherapie en medicatie. Stel een signalerings- of
veiligheidsplan op
- Monitoring
- Herstel, participatie en re-integratie
Daarnaast is organisatie zorg en afspraken daar over van belang voor de client. Toegang tot de zorg,
behandelsetting, etc.
Wat is een tentamen suicide? Medische term voor poging tot zelfmoord.
Wat zijn suicide ideaties? Actief overwegen van en denken aan zelfdoding.
Je kunt de belangrijkste verpleegkundige interventies die worden toegepast bij
stemmingsstoornissen herkennen en beschrijven
Wat zijn verpleegkundige interventies bij een depressieve episode?
1. Een start maken met het herkennen en veranderen van negatieve denkpatronen en het onder
woorden brengen van de betekenis van de daarmee samenhangende gebeurtenissen.
2. De verpleegkundige geeft psychoeducatie.
3. Activiteiten van de cliënt in beeld brengen. Samen een gebalanceerde activiteitenprogramma
opstellen, van dag tot week.
4. Zorg dat de client beloofd contact op te zoeken als hij/zij suïcidale gedachten heeft of als hij/zij
merkt deze kant op te gaan.
5. Hanteer maatregelen bij medicatie als hij/zij een suïcide risico heeft.
6. Bouw een vertrouwensrelatie op met de cliënt. Toon empathie, betrokkenheid en een
onvoorwaardelijk positieve bejegening. Wees eerlijk en houd je aan alle beloftes of afspraken.
7. Laat door je houding merken dat je de cliënt accepteert, zodat hij/zij zijn gevoelens hopelijk kan
bespreken.
8. Help de cliënt om zijn sterke kanten en prestaties te herkennen en zich hierop te richten. Besteed
zo min mogelijk aandacht aan falen in verleden.
Wat zijn verpleegkundige interventies bij een manische episoden?
1. Zorg voor een prikkelarme omgeving.
2. Plaats de cliënt zo mogelijk op een rustige afdeling.
3. Beperk de deelname aan groepsactiviteiten va de client. Help hem haar te proberen een of twee
vriendschappelijke relaties aan te knopen.
4. Verwijder alle gevaarlijke voorwerpen en stoffen uit de omgeving van de patiënt.
5. Zorg voor een gestructureerd activiteitenrooster waarin verdeeld over de dag rustperioden zijn.
6.. Zorg voor lichamelijke activiteiten die als alternatief kunnen dienen voor de doelloze hyperactiviteit.
7. Bij wanen of hallucinaties. Benadruk de werkelijkheid en richt daar alle aandacht op. Praat over
werkelijke gebeurtenissen en echte mensen om te vermijden dat de cliënt steeds weer uitgebreid
terugkomt op de waanbeelden.
Je kunt van de verschillende angststoornissen de oorzaken, verschijnselen, behandeling en
prognose herkennen en er uitleg over geven
Angststoornissen= stoornis waarbij je heftige angsten in het dagelijks leven hebt, zonder dat er echt
gevaar is.
Welke vormen van angststoornissen bestaan er: (+ verschijnselen)
- Paniekstoornis: recidiverende paniekaanvallen, met tussendoor angst voor een nieuwe
paniekaanval.
- Agorafobie: angst voor en vermijding van situaties waaruit men denkt moeilijk te kunnen
ontkomen of waarin men moeilijk hulp zou kunnen krijgen bij een paniekaanval.
- Specifieke fobie: hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van specifieke
objecten/situaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmakuhner. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.90. You're not tied to anything after your purchase.