Cellen reproduceren door het dupliceren van hun onderdelen en te delen in twee
dochtercellen -> celcyclus
4 fasen:
M-fase: 2 hoofdgebeurtenissen: mitose (kerndeling) & cytokinese (splitsing)
Tussen de ene M-fase en de andere zit de interfase:
G1-fase: groei van de cel & monintoren intra- en extracellulaire omgeving (zorgen dat
omstandigheden goed zijn voor S-fase)
S-fase: de cel repliceert z’n DNA
G2: fase: groei van de cel & monitoren intra- en extracellulaire omgeving (zorgen dat
omstandigheden goed zijn voor M-fase)
Cell cycle control system:
Van G1 naar S (nutriënten) -> G0 (resting state)
Van G2 naar M (onbeschadigd DNA)
Tijdens M (chromosomen aan cytoskelet)
Wordt geactiveerd wanneer cyclins binden aan Cdks (er zijn verschillende types die
verschillende stappen in de cell-cycle reguleren)
,Centrosome cycle: Figuur 18-21
G1: begin
S/G2: duplicatie centrosoom
M: scheiding centrosomen, uit elkaar & vorming mitotic spindle
Mitose:
1 Prophase: zuster chromatiden condenseren, centrosomen uit elkaar
2 Prometaphase: afbraak nuclear envelope
3 Metaphase: chromosome op 1 lijn tussen de polen
4 Anaphase: zuster chromatiden gescheiden en getrokken naar de pole
5 Telophase: nieuwe nuclear envelopes, vorming contractile ring
Cytokinese: Cytoplasma gescheiden door contractile ring (actine en myosine filamenten)
De grootte van bijvoorbeeld organen worden geregeld door celgroei, celdeling & celdood
(geprogrammeerd -> apoptose). Celdeling en celdood houden elkaar in balans, bijvoorbeeld
in de lever.
DNA-schade:
Depurinatie -> purinebasen worden weggehaald
Deaminatie -> aminogroep af van cytosine waardoor uracil wordt gevormd
Opgelost door DNA repair:
Schade herkend en verwijderd, bijv door nucleases
Repair DNA-polymerase
Gaten opgevuld door DNA-ligase
Mutaties in germ-line cells doorgegeven aan andere cellen. Als deze schadelijke
consequenties hebben worden ze geëlimineerd door natuurlijke selectie.
Dag 2-3:
Central dogma: DNA -> RNA -> protein
Cellen kunnen de genexpressie (proces waarbij cellen de instructies in hun genen uitlezen)
reguleren, waardoor de hoeveelheid van een gemaakt eiwit bepaald kan worden.
Transcriptie: DNA -> RNA
RNA bevat ribonucleotiden ipv nucleotide (dus ribose ipv deoxyribose)
RNA bevat Uracil (U) i.p.v. Thymine (T)
RNA bevat een enkele streng, waardoor het kan vouwen
RNA-polymerase maakt de ribonucleotiden aan elkaar vast via complementary base-pairing
van 5’ naar 3’. Nadat een deel van de DNA-streng is getranscribeerd laat de
gesynthetiseerde RNA streng meteen los en hervormt de DNA-helix zich weer. Het RNA-
molecuul is een deel van de DNA-streng, dus is het veel kleiner.
RNA-polymerase kan transcriptie beginnen zonder primer, dus geen proofread. Dit zorgt
voor meer fouten, maar deze hebben geen consequenties.
, mRNA: codeert voor proteins
rRNA: vormt de structuur van de ribosomen en katalyseert eiwitsynthese
miRNA: reguleert genexpressie
tRNA: adapters tussen mRNA en aminozuren tijdens eiwitsynthese
noncoding RNA: gebruikt in RNA splicing, genregulatie, en andere processen
Transcriptie:
1 herkenning transcription start site
2 RNA-polymerase bindt zwak aan dubbele helix
3 RNA-polymerase herkent promoter
4 RNA-polymerase bindt sterk aan dubbele helix
5 transcriptie begint langs template strand
6 RNA-polymerase komt terminator tegen (wordt wel getranscribeerd)
7 transcriptie stopt
8 RNA-polymerase laat DNA-template en RNA-transcript los
Bij bacteriën is de sigma factor verantwoordelijk voor het herkennen van de promoter.
De template strand is de strand waarvan de promoter in de 3’ – 5’ richting ligt (zodat
getranscribeerd kan worden van 5’ naar 3’.
Initiatie transcriptie eukaryoten vs bacteriën:
1 Bacteriën gebruiken 1 type RNA-polymerase, terwijl eukaryoten er 3 gebruiken.
RNA-polymerase 2 transcribeert de genen coderend voor eiwitten
2 bij bacteriën kan RNA-polymerase uit zichzelf transcriptie beginnen, terwijl bij
eukaryoten general transcription factors nodig zijn.
3 de mechanismes die de initiatie van transcriptie controleren in eukaryoten zijn veel
complexer dan die in bacteriën
4 eukaryotische transcriptie heeft te maken met de vouwing van DNA in
nucleosomen, dit is niet zo bij bacteriën
General transcription factors binden aan de promoter waar ze RNA-polymerase
positioneren en de dubbele helix uit elkaar trekken. (Vergelijkbare rol met sigma factor)
1 general transcription factor bindt aan TATA box
2 er kunnen andere eiwitten aan de promoter binden
3 RNA-polymerase 2 bindt met andere eiwitten aan zich aan de promoter zodat een
transcription initiation complex wordt gevormd
4 wanneer een fosfaatgroep aan de staart van RNA-polymerase bindt kan het
loslaten van het complex
5 wanneer de transcriptie klaar is laten de fosfaatgroepen los en is RNA-polymerase
klaar om een nieuwe promoter te vinden
In de weg van DNA tot eiwit kan een hoop gereguleerd worden:
1 transcriptional control: hoe vaak en wanneer transcriptie plaatsvindt
2 RNA-processing control: hoe een transcript wordt gespliced
3 mRNA transport and localization control: welk mRNA wordt geëxporteerd naar
cytosol
4 mRNA degradation control: hoe snel mRNA wordt uitgescheiden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintendrupsteen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.