6.1 Inleiding
Casemanagement is te omschrijven als een methode van hulpverleners voor en met de hulpvrager
(of vertegenwoordiger) een op de individuele hulpvrager toegesneden pakket van verschillende
soorten zorg, hulp en diensten samengesteld wordt.
3 trend hebben de afgelopen 25 jaar bijgedragen aan het ontstaan van casemanagement:
1. Empowerment
Betekent hier: in staat stellen/ machtigen. Het accent dient niet gelegd te worden op wat
mensen niet kunnen maar op dat wat mensen (nog) wel kunnen.
Van Regenmortel:
Empowerment is een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het
verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van
participatie.
Het gaat niet alleen om de individu maar om de bredere sociale en politieke context. Het gaat
om gedeelde verantwoordelijkheid.
2. Accountability
Betekent: verantwoording, rekenschap.
Hulp en dienstverleningsinstellingen moeten aangeven waaraan geld is uitgegeven en tevens
of de door hen geboden hulp- en dienstverlening effectief is. ze dienen te verantwoorden
wat ze doen.
Instellingen proberen vraaggerichte hulpverlening te realiseren door schaalvergroting en
organisaties te integreren waardoor ze een brede range aan zorg, hulp en diensten kunnen
bieden.
3. Emancipatie
Hulpvragers zijn mondiger geworden. Ze accepteren niet zomaar het bestaande aanbod van
de hulpverlening en brengen hun wensen en verlangens nadrukkelijk naar voren.
Hulpvragers willen dat het aanbod meer rekening houdt met hun individuele wensen.
Twee modellen ‘de cliënt centraal’:
1. De cliënt staat centraal als object van zorg.
Feitelijk staat niet de cliënt maar de instelling centraal. Dit is vooral terug te zien in de
residentiële hulpverlening.
2. De cliënt is uitgangspunt en geen object.
De cliënt is, voor zover het in zijn vermogen ligt, het centraal aansturingspunt voor de hulp
en dienstverlening en indien mogelijk ook de coördinator daarvan. Dit is vooral terug te
vinden in de ambulante settingen.
Twee vormen van casemanagement:
1. Instellingsgericht casemanagement (de cliënt staat centraal als object van zorg)
Instellingen maken onderling afspraken over hulpverleningsplannen, cliënt past zich daarop
aan. Dit is aanbodgerichte hulpverlening
, 2. Cliëntgericht casemanagement
Gaat uit van de zelfbeschikking van cliënt en heeft aandacht voor diens sociale netwerk. Dit is
vraaggerichte benadering.
6.2 Doelgroepen
Casemanagement kan ingezet worden voor alle doelgroepen waar je als SPH’er mee te maken krijgt.
Voorwaarden om casemanagement in te zetten:
Er is een complexe vraag naar zorg-, hulp-, of dienstverlening
De oplossing kan alleen bereikt worden via een multidisciplinair aanbod van hulp
Het hulpaanbod wordt goed op elkaar afgestemd
Er is continuïteit in het aanbod
Er is een langdurig samenhangend hulpverleningsaanbod.
Er is sprake van een complexe probleemstelling wanneer er tekorten zijn op het niveau van fysieke
capaciteiten, psychische capaciteiten of als cliënt niet in staat is om zijn sociale omgeving te
organiseren of in te richten.
Cliënt moet altijd gezien worden in zijn context, dus directe leefomgeving. Systeemdenken is
inherent aan casemanagement.
6.3 Hulpverleningsdoelen
Voordat het probleem is opgelost zal er tijd verstreken zijn en zullen allerlei (niet voorziene)
obstakels overwonnen moeten zijn.
Het doel van casemanagement is geheel afhankelijk van de hulpvraag als van de persoonlijke
situatie van de hulpvrager. Vaak gaat het om de situatie rondom een hulpvrager te handhaven,
hanteerbaar te maken of te verbeteren.
Doelen kunnen worden verdeeld in lange termijn en korte termijn doelen.
Om de doelen te bereiken heeft de hulpvrager anderen nodig.
Sociaal netwerk (Baars en Uffin 1990): een netwerk dat bestaat uit mensen met wie iemand in het
dagelijks leven min of meer duurzame banden onderhoudt.
6.4 Wijze van handelen
Taken van een casemanager die vaak voorkomen:
Bemiddelen
Verwijzen
Coördineren
Ondersteunen en begeleiden
Adviseren
Onderhandelen
De ideale casemanager:
Methodisch, planmatig kunnen werken
Kan een professionele vertrouwensband opbouwen
, Goed kunnen luisteren en invoelen en zelfstandig kunnen teruggeven.
Doortastend en directief kunnen optreden en afstand houden
Belangen kunnen behartigen
Creatieve oplossingen kunnen bedenken
Tekorten in de hulpverlening kunnen signaleren
6.5 Dwingende structuur en fasering
Het continuüm van vraag naar aanbod is te verdelen in fasen:
1. Assessment
De vragen en behoeften worden geïnventariseerd. Ook worden de (on)mogelijkheden en het
sociale netwerk in beeld gebracht.
2. Planning
Het hulpverleningsplan wordt opgesteld. Hierin moet duidelijk worden:
o Wie
o Doet wat
o Waar
o Wanneer
o Hoe
o Om wel (sub) doel te bereiken
3. Linking
Het samenhangend hulpverleningsplan wordt gerealiseerd. De CM legt een verbinding
tussen alle deelnemers die een bijdrage leveren aan het hulpverleningsplan. Afspraken
worden gemaakt over samenwerking.
4. Monitoring
De CM bewaakt de uitvoering van het hulpverleningsplan.
5. Evaluation
Het hele traject wordt geëvalueerd.
6.6 Werksoort
Casemanagement kan in bijna alle sectoren worden toegepast.
6.7 Rechts en werkverhouding
De CM dient altijd instemming van de cliënt te hebben bij handelingen die hij ten behoeve van hem
verricht.
De privacy dient gewaarborgd te blijven. Hij heeft recht om zijn dossier in te zien.
De rechtspositie van de CM is afhankelijk van hoe de functie is georganiseerd.
6.8 Organisatie principe
3 modellen van manieren waarop het casemanagement in de praktijk wordt gebracht:
1. Het makelaarsmodel
CM verschaft cliënt toegang tot gewenste hulpverlening. CM is bemiddelaar tussen cliënt en
zorg-, hulp- en dienstverleningsinstellingen. CM trekt zich terug zodra cliënt de zorg of hulp
wil die hij heeft gekregen.
, 2. Individuele begeleider
CM is schakel tussen instellingen en cliënt. CM heeft dagelijks contact met cliënt. Deze vorm
is vooral gericht op revalidatie en rehabilitatie.
3. Therapeutisch model
Cm is hier tevens therapeut van de cliënt. Hier wordt geen scheiding gemaakt tussen
behandeling en casemanagement. 4 varianten te onderscheiden:
a. De interne bijkomende variant – in dienst & uitvoerend hulpverlener
b. De interne aparte variant – in dienst maar niet hulpverlener bij CM (-)
c. De externe bijkomende variant – Niet in dient, wel uitv. Hulpverlener (bijv
mantelzorg)
d. De externe aparte variant – Niet in dienst en niet uitvoerend (bijna niet in NL)
Alle activiteiten onder de naam casemanagement en zorgbemiddeling zijn onder te verdelen in de
werkzaamheden in opdracht van cliënt en de werkzaamheden in opdracht van instellingen.
Als cliënt CM inschakelt ligt de nadruk op het ondersteunen van cliënt op gebied van wonen,
werken, vrije tijd etc. Als een instelling een CM inschakelt ligt de nadruk op coördinatie en
afstemming.
6.9 Theorie
Casemanagement is niet op een eenduidige theorie gebaseerd.
Belangrijk is na te gaan in hoeverre de hulpvraag van cliënt centraal staat en te focussen dat cliënt
uitgangspunt is met een zo groot mogelijke zelfbepaling. Vanuit hier zou het kernwoord ‘aandacht’
moeten zijn. De presentiebenadering sluit aan bij deze gedachten.
6.10 Onderzoek en effectiviteit
In Nederland geen onderzoeken, in Amerikaanse onderzoek voorzichtige positieve effecten.
Diverse vormen van casemanagement hebben een positief effect op stabiele huisvesting en dragen
bij aan minder dakloosheid.
Cliënten met casemanagement zouden hogere therapietrouw hebben, beter gebruik maken van
voorzieningen, sociale relaties zouden verbeteren en justitiële problemen afnemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emmaderood. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.