Wat te leren voor OZT
Les 1 Microbiologie
De belangrijkste bacteriestammen (huid- en darmflora) die wondinfecties kunnen veroorzaken
herkennen op foto’s en tekenen.
Bacil (staafvormig) A
Coccen (bolvormig) in keten = streptococcen B
Coccen in trosje = staphylococcen C
Coccen paargewijs = diplococcen D
Spiril (spiraalvormig) E
Vibrio (kommavormig) F
De voornaamste bacteriesoorten die
wondinfecties kunnen veroorzaken zijn de
staphylococcen. (is ongeveer 0,4 mu)
De volgende begrippen beknopt uitleggen: mutaties, sporevorming, gram+/-, aeroob/anaeroob,
huidflora, darmflora, transiënt, resident.
Mutaties zijn wijzigingen in de erfelijke eigenschappen van het genoom (het DNA of RNA) van een
cel.
Sommige bacteriën kunnen spore vormen. Een spore is een soort slaaptoestand van de bacterie met
als belangrijkste doel het overleven van de ongunstige omstandigheden zoals hitte en droogte. Zodra
de omstandigheden gunstig zijn, kan de spore ontkiemen en
uitgroeien tot een normale cel die weer kan groeien.
Gram +/- = het verschil tussen gramnegatieve en
grampositieve bacteriën wordt veroorzaakt door een verschil
in de structuur van de celwand. Gramnegatieve bacteriën
hebben een extra membraan buiten de celwand. Dit extra
membraan geeft extra bescherming. Gramnegatieve bacteriën
zijn daardoor ook minder gevoelig voor antibiotica.
Aeroob = zuurstofrijk
Anaeroob = zuurstofarm
Darmflora is het geheel aan levende micro-organismen in de darmen
Huidflora is het geheel aan levende micro-organismen op de lichaamshuid
Transiënt = de transiënte flora bestaat uit veel soorten micro-organismen die door toeval,
bijvoorbeeld door handcontact of contact met besmette voorwerpen of met faeces op de huid zijn
terechtgekomen. De micro-organismen van de transiënte flora vermenigvuldigen zich niet.
Resident = de residente flora bestaat uit micro-organismen die de huid koloniseren en zich daar weer
vermenigvuldigen. Na het wassen van de handen met water en zeep blijft de residente flora
grotendeels aanwezig.
De belangrijkste gunstige en ongunstige omstandigheden van deze bacteriën omschrijven in relatie
tot groeisnelheid.
Aerobe bacteriën hebben een zuurstofrijk milieu nodig, anders stoppen ze met groeien en delen.
Anaerobe bacteriën hebben juist een zuurstofarm milieu nodig.
De beschikbaarheid van water is voor bacteriën essentieel, met minder water kunnen ze zich minder
snel voortplanten.
Bij temperatuur onder 0 graden Celsius vormen bacteriën endosporen. Tussen de 30 en 40 graden
Celsius delen ze het snelst, bij verhitting boven 70 graden Celsius gaan ze dood.
, Gunstig Ongunstig
• Temp 30-40 • Lage temperatuur of juist te hoge
• Juiste zuurstofconcentratie temperatuur
• Vochtige omgeving • Onjuiste zuurstofconcentratie
• Geschikte voedingstoffen • Juiste zuurgraad
• Verzwakte gastheer • Giftige stoffen zoals antibiotica
• Porte d’entree (lichaamsopeningen)
Verklaren op welke manieren de groei van bacteriën verhinderd kan worden, hoe bacteriën gedood
kunnen worden en wat resistentie is.
Resistentie = weerstand hebben tegen iets. Bijvoorbeeld: bacteriën kunnen resistent worden voor
antibiotica.
Bacteriën kunnen bestreden worden met antibiotica. Als het immuunsysteem de bacterie niet onder
controle krijgt, kan toegediende antibiotica de bacterie doden of tenminste verdere bacteriële groei
verhinderen. Echter kunnen bacteriesoorten resistent worden.
Bacteriën kunnen dood gaan als de temperaturen te hoog zijn (boven de 70-75 graden Celsius). Maar
ook door antibiotica kunnen bacteriën dood gaan.
Beschrijven op welke manieren zorgprofessionals kunnen bijdragen aan het voorkomen van
resistentie.
Als een antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan de bacterie resistent
worden. De bacterie is dan niet meer gevoelig voor het antibioticum. Wanneer je een infectie krijgt
met zo’n resistente bacterie, helpen antibiotica niet meer. De resistente bacteriën worden niet
geremd, waardoor je erg ziek kunt worden.
Bacteriën worden steeds resistenter tegen antibiotica, dit komt omdat er te vaak antibiotica gebruikt
wordt als het eigenlijk niet nodig is. Je kan het dus voorkomen door alleen antibiotica voor te
schrijven als het echt nodig is. Daarnaast is het belangrijk dat je als patiënt de antibiotica op de juiste
manier gebruikt en dus het advies van je arts opvolgt. Maar ook door handhygiëne toe te passen, zo
kunnen de resistente bacteriën niet van de ene persoon naar de andere persoon overspringen.
MRSA = Meticilline Resistente Staphylococcus aureus, is een stafylokok. Stafylokokken zijn bacteriën
die veel voorkomen bij gezonde mensen, zonder dat zij daar last van hebben. Besmetting met MRSA
vindt vooral plaats door direct huidcontact, voornamelijk via de handen. Favoriete verblijfplaats:
keel, neus en perineum.
ESBL = Extended Spectrum Beta-Lactamase. Dit is een enzym dat bepaalde soorten antibiotica kan
afbreken.
CPE = Carbapenemase producerende enterobacteriën. Carbapenemase is een stof die de werking van
sommige antibiotica tegengaat.
VRE = Vancomycine resistente enterokokken. Vancomycine is een antibioticum dat gebruikt wordt
om infecties te behandelen.
Kwetsbare patiëntengroepen benoemen m.b.t. wondinfecties, verklaren waarom ze kwetsbaar zijn en
beredeneren hoe ze beschermd kunnen worden.
Kwetsbare groepen:
- Ouderen
- Patiënten op de OK
- Chronisch zieken
- Verminderde weerstand
,Deze mensen zijn kwetsbaar om dat ze vaak een verminderde weerstand hebben. Patiënten op de
OK hebben open wonden, waardoor hier allemaal bacteriën in kunnen komen en dus infecties
veroorzaken. Maar ook gebruik van antibiotica.
Hoe te beschermen?
- Goede handhygiëne
- Isolatie
- Beschermende kleding
- Extra reinigen
- Persoonsgebonden spullen
Drie belangrijke contaminatiewegen benoemen en de relatie verklaren met ziekenhuisinfecties.
Autogeen/ Commensale infectie: Commensale bacteriën zijn micro-organismen die van nature in of
op de gastheer aanwezig zijn, bijvoorbeeld de E.coli-bacterie in het darmkanaal van mensen. Als de
weerstand van de gastheer daalt, bijvoorbeeld door ziekte of ondervoeding, kan het micro-
organisme een infectie veroorzaken. Dit is een commensale infectie.
Heterogeen /directe infectie: Infectie door direct contact kan op verschillende manieren
plaatsvinden:
- Handen schudden
- Zoenen
- Seksueel contact (SOA)
- Van moeder op ongeboren kind
Indirect /aerogeen: besmetting door indirect contact kan plaatsvinden
- Door praten, niezen, hoesten (hierbij ontstaan aerosolen met ziekteverwekkers die een
volgende gastheer bereiken).
- Besmette materialen zoals beddengoed, eetgerei, kleding en toiletten
- Besmette voedingsmiddelen zoals rauw of slecht bereid vlees en kip, melk en eieren.
- Besmet drinkwater
- Bloed van besmette mensen dat wordt gebruikt voor bloedtransfusie
- Ontlasting en urine van besmette mensen
- Insectenbeten en insectensteken
Les 2: De operatieafdeling
De definities benoemen van: operatieafdeling/OKC/operatiekamer
OK = operatiekamer = ruimte voor het uitvoeren van chirurgische ingrepen.
Operatieafdeling = het geheel van OK’s, opdekruimtes, recovery, holding, bijkomende ruimte:
magazijn, kantoor, koffiekamer, etc. De gehele afdeling inclusief secundaire ruimtes, afgescheiden
van de rest van het ziekenhuis.
OKC = operatiekamercomplex. In het operatiekamercomplex worden alle planbare en acute
operaties verricht.
Uitleg geven over in de WIP richtlijn ‘Omstandigheden (kleine)chirurgische en invasieve
omstandigheden’ genoemde begrippen:
Zonering A/B/C. er zijn zones gemaakt, omdat zo de kans zo klein mogelijk is dat micro-
organismen uit het ziekenhuis de operatiekamers bereiken.
o Zone A, steriel: de operatiekamers, de opdekruimtes en de steriele berging.
o Zone B, schoon: de gang, opslagruimtes voor instrumentarium, medische
hulpmiddelen en apparatuur, de wasruimte en de koffiekamer.
o Zone C, niet schoon: holding, recovery, kleedruimtes, de goederensluizen, toiletten,
receptie en de kantoren.
Steriel/schoon/niet schoon
, o Steriel = bacterievrij, geen gevaarlijk levende micro-organismen aanwezig meer.
o Schoon = gewassen
o Niet schoon = niet gewassen
Indeling klasse 1, 2, zelfstandige behandelkamer.
Operatieafdeling klasse 1 Operatieafdeling klasse 2 Zelfstandige behandelkamer
Zone-indeling 3 zones 2 zones Geen zones
Structuur Afgesloten van het ziekenhuis Afgesloten van het ziekenhuis Niet afgesloten van het
ziekenhuis
Sluizen 4 soorten sluizen Personeelssluis Geen sluis
Verkoeverkamer Behoort bij zone C Moet dichtbij zijn Geen verkoeverkamer
Ventilatiesysteem Niet-mengend systeem Geen bijzondere Geen bijzondere
luchtbehandeling luchtbehandeling
Ventilatievoud 20x 6x 6x
Filtering lucht Hepa-filter Hepa-filter Hepa-filter
Drukhiërarchie Overdruk zone A vs B vs C Overdruk zone A vs B Geen drukverschil
Een HEPA-filter (High Efficiency Particulate Airfilter) houdt micro-organismen die groter zijn dan 0,3
mu tegen.
Een eenvoudige plattegrond van een operatieafdeling lezen en de ruimtes benoemen.
In de plattegrond de logistieke routes van patiënten, personeel en materialen tekenen en knelpunten
afleiden.
Uitleggen wat brandcompartimentering is.
Brandcompartimentering is het onderverdelen van een gebouw in brandcompartimenten door
middel van brandscheidingen. Om zo branddoorslag van het ene compartiment naar het andere
tegen te gaan. Teven worden op de manier vluchtwegen gemaakt, waarlangs de aanwezige mensen
het gebouw tijdig kunnen verlaten.
Les 3 Luchtbehandeling
Het begrip prestatie-eisen van een operatiekamer onderbouwen met de begrippen
beschermingsgraad, hersteltijd, luchtdoorlatendheid, ISO klasse, deeltjesgrootte <0,5 µm.
Prestatie-eisen: Klasse 1 operatiekamers worden momenteel verder onderscheiden in 2
prestatieniveaus. De discussie is of, en welke ingrepen niet persé een luchtbehandelingssysteem ISO
klasse 4, maar toe kunnen met een minder strenge klasse ISO 7. Bij prestatieniveau 2 kan bereikt
worden met eenvoudigere luchtbehandelingssystemen en minder strenge discipline.
Beschermingsgraad zegt iets over hoe gemakkelijke verontreinigde lucht gemakkelijk de steriele
zone binnendringt. In de steriele zone is de kleding bijna optimaal. Partikels van steriele teamleden
worden grotendeels verticaal naar beneden afgevoerd. Buiten de steriele zone is het aantal partikels
aanzienlijk hoger en is er veel minder gerichte stroming en meer turbulentie. De lucht in de steriele
zone moet minimaal 1000 keer zo schoon zijn, dan spreken we van een goed werkend
unidirectioneel systeem. Bij een factor 1000 spreken we van BESCHERMINGSGRAAD 3, omdat we
werken met machten (1000 is 10^3)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maaikeswartjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.