Werkcollege EBC tentamendingen:
Werkcollege 1: signaaltransductie mechanismen (1)
- Er zijn optisch-isomeren, L staat voor links. D staat voor rechts.
- Adrenaline is een typisch voorbeeld van multi-tasking. Hele lichaam is betrokken bij
stress reactie. Dus veel verschillende celtypes hebben adrenerge receptoren, maar
elk celtype/weefsel reageert anders.
- F3 ‘Fright, Flight or Fight’
- [Ca2+] extracellulair 10^-3 M en intracellulair 10^-7 M. De concentratiegradiënt
EXTRA/INTRA-cellulair is dus extreem hoog (~10^4)
- Snelle transmissie over synapsen in
zenuwstelsel en andere electrisch-
exciteerbare cellen door Ca uit “voltage
gated” Ca -kanalen,
- CA2+ kun je niet afbreken. De cel uitpompen
of het sarcoplasmatisch reticulum inpompen.
Calcium ATPase.
Bij neurocrien specificiteit en affiniteit niet nodig,
want hij hoeft niet specifiek te zijn want er wordt maar één neurotransmitter
aangeboden. Concentratie is altijd heel hoog dus affiniteit hoeft ook niet erg hoog te zijn.
In bloedbaan zitten heel veel verschillende signaalmoleculen dus receptor moet heel
specifiek zijn. De concentratie is erg laag van een bepaalde stof dus de affiniteit moet ook
erg hoog zijn.
[O] is groter dan [S] - [T] is kleiner dan [S] - [R] is groter aan [S]
Als er iets aan het G ding gebonden zit kan het meerdere G-eiwitten activeren.
Werkcollege 2: signaaltransductie mechanismen (2)
De antwoorden hiervan staan op mijn telefoon. Die plaatjes goed doornemen voor het
tentamen. De stoffen wat die precies doen is niet relevant. Je moet enkel de cascades
kennen en die kunnen koppelen aan een tekst. Dus eigenlijk wat we in het werkcollege
hebben gedaan moet je kunnen niet kennen.
Ik wacht op de antwoorden maar de plaatjes die relevant kunnen zijn, zijn:
1
, EBC werkcollege samenvatting Seline Donkers
GPCR receptor (1 = cAMP/PKA; 2 = IP3 + Ca2+)
Tyrosine-kinase receptor. (1 = RAS, 2 = insuline)
Werkcollege 3: ion-kanalen en membraanpermeabiliteit
Electrische gradiënt zorgt ervoor dat de lading overal gelijk is en de
chemische/concentratiegradiënt zorgt dat de concentratie van de stoffen overal gelijk is.
De pijltjes moeten langer of korter zijn aan de hand van het belang/verschil dat opgelost
moet worden naar een evenwicht.
Kalium heeft een belangrijke functie bij de repolarisatie.
Een neurotransmitter moet er voor zorgen dat de drempelwaarde wordt behaald (EPSP en
IPSP). Dan gaan er kanaaltjes open. Dan ontstaat er een stroom en wordt de membraan een
beetje positiever. Hierdoor ontstaat een membraanpotentiaal.
Activation gate het middelste poortje gaat hierbij open
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinedonkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.