Werkcolleges samenvatting infectie en afweer
Werkcollege 1: parasieten.
Virulentie – het aantal virus-organismen dat nodig is om de helft van een besmette
populatie daadwerkelijk ziek te laten worden. Hoe minder virus-organismen daarvoor nodig
zijn, hoe hoger het 'ziekmakend vermogen'. Gaat alleen over virussen. Ziekmakend
vermogen van een virus
Tropisme – het weefsel of de cel waarvoor de parasiet affiniteit heeft.
Pathogeniteit – mate waarin een organisme of een virus in staat is ziekte te verwekken
Werkcollege 2: Zoönosen
Zoönose: een ziekte waarvan het agens overgebracht wordt van een gewerveld dier naar de
mens. Mensen kunnen ook een drager zijn van een zoönotische bacterie en deze overdragen
aan anderen. Zoönoze: van mens op dier of van dier op mens. (Gewervelde dieren). Rabies is
een virus. Zoönozes kun je krijgen d.m.v. direct contact, contact met uitscheiding, bijt en
krabwonden, formites, vectoren, comsumptie en veterinaire handelingen.
Formites: via niet-levende dingen. Vectoren: levend.
Bacteriën moeten afweer remmen om te kunnen blijven leven in een organisme.
Voor parasieten heb je een specifieke gastheer nodig en levenscyclussen zijn er aan
verbonden. Hoe verder je weg staat van de mens hoe meer aanpassingen je moet hebben.
Werkcollege 3: de innate of aangeboren afweer.
Rest in hoorcolleges samenvatting toegevoegd.
Als eerste grijpen je bewakende cellen (macrofagen) in. Ze zitten overal en kunnen meestal
in hun eentje je lichaam beschermen. Ze nemen de aanvaller helemaal op en zetten hem
vast achter een membraan en wordt afgebroken door enzymen. Als ze lang moeten vechten
roepen ze zware ondersteuning in door het vrijlaten van eiwitten. Neutrofielen komen
helpen en deze doden ook gezonde cellen. Na 5 dagen plegen ze zelfmoord. Als dit nog niet
genoeg is wordt de dendritische cel actief en neemt stukjes van de vijand mee. Het reist naar
1
, Infectie & Afweer Seline Donkers
de dichtstbijzijnde lymfeklier en hier wachten T-cellen om geactiveerd te worden. T-cellen
met de juiste receptoren worden geactiveerd en nu gaan ze heel snel delen. Als een B-cel en
een T-cel met dezelfde setup bij elkaar komen begint de B-cel ook te delen. T-cellen zeggen
tegen de B-cellen ‘nog niet doodgaan’. Antistoffen worden gemaakt door B-cellen. Na de
infectie plegen veel immuun gerelateerde cellen zelfmoord, omdat ze niet meer nodig zijn.
Sommige blijven (geheugencellen) en als de vijand nog een keer aanvalt zal het lichaam
sneller kunnen reageren. PAM is een gevaarsignaal.
Werkcollege 4: antigeen presentatie en herkenning Rest staat in hoorcollege samenvatting
Polygeen betekend dat het gen niet 1 keer maar vaker voorkomt
Inbred populatie is het aantal polymorfismes in MHC lager dan bij outbred populaties.
Sommige auto-immuunziektes komen hierdoor dus vaker voor en sommige komen juist
minder vaak voor.
Werkcollege 5: de verschillende soorten T-cellen en hun functie. Rest in hc samenvatting
Bipolaire aandoening: Aandoening die twee verschillende vormen kan hebben. Bij beide
worden andere cytokines uitgescheiden waardoor er dus twee verschillende dingen
ontstaan.
WCO: spel im-fect
C3 is de meest belangrijks complementfactor.
Peptidoglycaan zorgt voor verschil in toegankelijkheid en dikte waardoor kristalviolet
complexen soms wel en soms niet erdoorheen kunnen.
Werkcollege 6: B-cel activatie en effectormechanismen
Thymus afhankelijke antigenen
Signaal 1: antigeen bindt aan BCR
Signaal 2: helper CD4+ T cel (Tfh) herkent peptiden in MHC II en interactie CD40 en CD40L
T-cel gaat tijdelijk CD40L op zijn oppervlak brengen.
Als er geen enkele T-cel de gepresenteerde peptide op een B-cel herkend gaat de B-cel dood.
Als het wel herkend wordt gaat de B-cel delen (primaire focus), want in zijn eentje kan hij
niet genoeg.
Somatische hypermutatie: tijdens de activatie wordt het op gang gezet. B-cel is in het begin
laag affine en hierbij ga je random dingen veranderen en soms wordt het dan beter affine.
Dit is een proces dat langer door blijft gaan. Hierbij is er ook nog sprake van affiniteit
maturatie en class switch. Class switch wordt geactiveerd door cytokines vanuit Tfh. Begint
hierbij bij IgM en IgD (antigen-specifieke gedeelte op B-cel op oppervlak komt).
Memory B-cellen circuleren door het bloed en plasma B-cellen gaan terug naar het
beenmerg.
Thymus onafhankelijke antigenen
Signaal 1: antigeen bindt aan BCR polyvalente interactie (meerdere bindingen)
Signaal 2: wordt geleverd door het antigeen zelf bv. via TLR (geeft gevarensignaal)
Antilichaam dat hierbij gemaakt wordt is IgM.
Lichaam maakt eerst IgM en daarna pas wordt het onder invloed van een T-cel een ander
isotype en hierbij is IgM dus minder affine. Hierbij is er geen sprake geweest van affiniteit
maturatie (= proces waarbij betere antigeenbindende cellen overblijven).
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinedonkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.