Werkcollege uitwerkingen BB
Werkcollege 1: oriëntatie bloed
Opdracht 1: Hb vs Mb
Myoglobine bindt altijd veel sterker aan O2
a.
Hb is 4x zo zwaar als Mb. Ze kunnen per gram evenveel zuurstof
binden. Mb heeft normale curve (van enzymen) en Hb heeft een S-
curve door het BOHR effect. Mb geeft pas zuurstof als je echt een
tekort aan zuurstof hebt.
b. In de longen zijn beide volledig verzadigd met zuurstof. Maar in
weefsel zal de myoglobine sterker binden aan O2 waardoor het moeilijker zuurstof
loslaat. Elke heemgroep heeft lage affiniteit, maar als 1 bind worden de andere 3
hoog affine.
c. Door de interactie tussen de subunits van Hb, heeft het ook een geringere
bindingsaffiniteit voor O2 dan Mb. De P50 van Hb is dus aanmerkelijk hoger dan die
van Mb. Hierdoor is Hb uitermate geschikt voor transport en Mb voor opslag.
d. De P50 is lager, want 2,3-BPG mist in vers bloed waardoor de affiniteit veel hoger is.
Geïsoleerd hemoglobine heeft dus geen 2,3-BPG. Dit komt omdat het ATP nodig
heeft voor de ion-pompen.
Opdracht 2: foetaal hemoglobine (HbF)
a. De concentratie 2,3-BPG is hoger in het moederdier, omdat hierin de affiniteit lager
moet zijn. Affiniteit in foetus moet groter zijn dus de concentratie 2,3-BPG moet lager
zijn.
b. De affiniteit van foetaal Hb voor 2,3-BPG is lager waardoor de concentratie dat bindt
aan HbF lager is. Hierdoor zal de affiniteit voor O2 hoger zijn. Foetaal heeft 2alfa en
2gamma subunits en moeder heeft 2alfa en 2beta waardoor er een verandering is in
de bindplek van 2,3-BPG waardoor hij minder goed bindt. Hierdoor is de affiniteit
voor zuurstof hoger.
c. Herkauwers hebben een andere genexpressie in Hb in de foetus waardoor deze
standaard al een hogere affiniteit heeft voor O2 dan de Hb van de moeder. Er zijn
veel enzymen die het in verloop van tijd veranderen van vorm van Hb. In de eerste
week van embryogenese is deze Hb anders en daarna veranderd het langzaam naar
de Hb naar moeder.
Opdracht 3: bloedvragen: een spannende rode ‘bloed-draad’ spannen: Zie E-module.
Werkcollege 2: anemie, heem-metabolisme & ijzerhuishouding
Introductie: zie samenvatting WC
Zelfstudie vóór WC2:
Opbouw van heem en hemoglobine
a. Je hebt 32 moleculen glycine met 32 succinyl-CoA nodig om 4 heemgroepen te
krijgen, waarmee je weer 1 hemoglobine kan maken. Zie papieren versie.
Afbraak van Hb en van Heem
a. Als je hemoglobine afbreekt krijg je in een macrofaag weer 4 heem, dat uiteindelijk
bilirubine/ albumine wordt in het bloed en bilirubine in de lever. Daarna wordt het
1
, Werkcollege uitwerkingen BB Seline Donkers
als stercolbilinogeen/ urobilinogeen de darm ingedaan en wordt het als
Stercobiline/urobiline uitgescheiden via de feaces/urine. Zie papieren versie.
b. De blauwe kleur van een blauwe plek komt van het rode hemoglobine dat blauw lijkt
door de huid heen. Dan kan de plek langzaam verkleuren naar groen van het
biliverdine en tenslotte naar geel van het bilirubine (geelzucht).
c. Bilirubine wordt gebonden aan albumine waardoor ze redelijk oplosbaar zijn en naar
de lever getransporteerd.
d. Het wordt geconjugeerd. Dat wil zeggen dat er een hydrofiele zuikergroep aan
geplakt wordt. Hierdoor wordt het geheel ook hydrofiel en kan het in de gal worden
uitgescheden.
e. Bilirubine zorgt ook voor het wegvangen van zuurstofradicalen (anti-oxidans),
waardoor het geoxideerd wordt tot biliverdine, dat met behulp van NADPH weer tot
bilirubine wordt gereduceerd. Het redox-koppel werkt als ‘anti-oxidant’. Ze
voorkomen en herstellen schade door oxiderende stoffen en vrije radicalen. In de
RBC vervult glutathuion o.a. ook een rol als anti-oxidant.
f. Icterus of geelzucht
g. Verstoorde afvoer door galgang-obstructie of hepatitis. Of verhoofde aanvoer door
hemolytische anemie.
Van Hb-molecuul tot hematocriet
a. MCV = 46
b. MCH = 0,21
c. MCHC = 4,57
Opdracht 1: schapen in de uiterwaarden
a. Heparine is een activator voor een anti-stollingseiwit. Als het bloed in een buisje
komt dan gaat het stollen, dit mag niet, want dan kunnen er geen testen meer
worden uitgevoerd. Het hele endotheel van de bloedvaten is bedekt met heparine.
Heparine is dus altijd geactiveerd, zodat de anti-trombine in actieve vorm is. Als er
een gaatje komt in het endotheel (dus er is daar geen heparine, wordt er daar
gestold.
b. Van 10ml bloed wordt 1ml afgehaald. Plasma gedeelte is 7,2ml. MCV=PCV = (9-7,2)/9
= 0,2 L/L. dus 20% bestaat uit rode bloedcellen.
c. In hemoglobine zijn de Fe2+-ionen de (reversibele) bindingsplaatsen voor zuurstof. 4
heemgroepen per Hb-molecuul; 1 Fe+-ion per heem-groep; 10 umol Fe/ml = 10
mmol/L dus 10mM:4 = 2,5 mM Hb. Plasma-ijzer mag verwaarloosd worden, omdat er
zeker een 100 maal fractie overheen gaat, dus het is zo weinig dat het bijna niet
bijdraagt aan de uitslag.
d. Er is veel lagere [Hb]-gehalte dus er is sprake van anemie.
e. Niet te bepalen uit deze gegevens. Alleen dat er minder bloedcellen zijn dus of meer
afbraak of minder aanmaak of beiden. (het is wel bekend dat zware metalen zowel
een remmend effect op de aanmaak van Hb kunnen hebben, als de afbraak van ery’s
kunnen versnellen.)
Opdracht 2: ijzer huishouding
a. Er kunnen 2 Fe3+ ionen binden op 1 transferrine-ion. Je hebt dus 62x2 = 124
bindingsplaatsen. De TIJBC is het plasma-ijzergehalte dat bereikt zou worden
wanneer alle bindingsplaatsen van Tf bezet zouden zijn met één ferri-ion.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinedonkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.