Bloed en bloedvormende organen hoorcollege samenvatting
Veel feitenkennis over bepaalde ziektes!! Ziekteleerboek blijkbaar ook gebruiken. E-module
→ veel theorie die belangrijk is. Zie hiervoor andere samenvattingen.
Hoorcollege 1: inleiding BB
Anemie: Klinisch syndroom waarbij het lichaam over onvoldoende zuurstof
transportcapaciteit beschikt als gevolg van een absoluut tekort aan erytrocyten.
➔ Sloom, snelle ademhaling, snelle & steile pols, bleke slijmvliezen, CTR < 1 sec,
percentage rode bloedcellen is laag, auto-antilichamen tegen erytrocyten aanwezig,
immuugemedieerde hemolytische anemie.
➔ Verschijnselen worden veroorzaakt door zuurstofgebrek.
➔ Verdenking op anemie wordt bevestigd door bepalen van de hematocriet in
bloedmonster van de patiënt.
➔ Oorzaken: onvoldoende aanmaak, verlies erytrocyten, afbraak erytrocyten (cooms test).
Hemorragische diathese: verhoogde bloedingsneiging is de klinische situatie waarin relatief
gering trauma leidt tot overmatig bloedverlies.
➔ Blauwe plekken, puntbloedingen, ecchymosen, massa palpabel, verlaagd aantal
trombocyten, verlenging van stollingstijden, stollingsproblemen.
➔ Verschijnselen worden veroorzaakt door ziektes die een afwijking in de primaire
hemostase of secundaire hemostase, of in beide veroorzaken.
➔ Primaire hemostase: afwijkingen aan vaatwand, afwijkingen trombocyten (aantal,
functie), afwijkingen von Willebrand factor.
➔ Secundaire hemostase: afwijkingen in stollingsfactoren (hoeveelheid, functie).
➔ Aanvullend onderzoek: trombocyten; stolfactoren; (pathologisch) onderzoek naar
vaatwandafwijkingen.
Leukocyten afwijkingen; leukocytose: bijv. ten gevolge van een acute infectie, verhoging
witte bloedcellen (linksverschuiving).
➔ Sloom, dikke wang (temperatuur hoger), leukocytose, bacteriën in bloedcellen.
➔ Leukocytose met linksverschuiving is een verhoging van het aantal witte bloedcellen
met veel jonge witte bloedcellen in het perifere bloed.
➔ Differentiaal diagnose: primaire of secundaire immuundeficiëntie – aantal antistoffen
is sterk verlaagd. Opname colostrum essentieel voor neonaten, want ze hebben nog
niet genoeg antilichamen bij de geboorte. Als dit niet goed gebeurt krijg je ‘Failure of
passieve’ transfer leidt tot secundaire immuun deficiëntie met ernstige consequenties.
➔ Aanvullend onderzoek: leukocytose met linksverschuiving (bloedonderzoek),
septische purulente ontsteking (cytologisch onderzoek).
Lymfedenopathie: is een afwijking aan de lymfeknopen. Door bijv. infectie of neoplasie
➔ Niet eten, purulente neusuitvloeiing, koorts, vergrote en geabcedeerde lymfeknopen.
➔ Droes: septische lymfadenitis veroorzaakt door Streptococcus equi.
➔ Aanvullend onderzoek bij vergrootte lymfeknopen: aspiratiebiopt (= naald in
lymfeknoop voor onderzoek).
Weg naar diagnose:
- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek (ademhaling, pols, slijmvliezen)
- Probleem (1 van de 4 thema’s)
- Wat kan de oorzaak zijn?
- Differentiële diagnose (DDx)
1
,Hoorcollege samenvatting BB Seline Donkers
- Kennis van de ziekten in de DDx
- Diagnostische mogelijkheden (o.a. bloedonderzoek)
- Diagnose
- Behandeling
- Prognose
- Preventie
Hoorcollege 2: anemie, diagnostisch pad
Wat is anemie? Onvoldoende erytrocyten om adequate oxygenatie van de weefsels te
verzorgen. Verschijnselen van zuurstofgebrek zijn snel ‘buiten adem’ of te wel verminderd
uithoudingsvermogen, vermoeid, compensatoir verhoogde adem- en hartfrequentie en
bleke slijmvliezen.
Bleke slijmvliezen
Onderscheid door alle onderdelen van algemeen onderzoek te gebruiken, soms ook met
aanvullend onderzoek. DDx:
- Verminderde circulatie (shock)
o Snelle, zwakke, slecht gevulde pols, hypotherm, koude extremiteiten, matige
tot slechte turgor (door slechte hydratatie van weefsels; huidplooi blijft
staan), lage veneuze druk, verlengde CRT. Door bepaalde bloedvaten minder
bloed te geven krijgen organen toch nog voldoende doorbloeding.
o Minder doorbloeding, door veel bloedverlies. Als dit het geval is dan geef je
vaak vloeistof waardoor je het circulerend volume weer op peil brengt.
- Anemie
o Adem- en polsfrequentie gestegen, echter pols steil (verminderde viscositeit;
bloed bevat minder ery’s en is dus dunner waardoor het makkelijk de
periferie in stroomt en de pols sterker wordt), extremiteiten warm,
systolische souffle (geruis tussen eerste en tweede harttoon), CRT zijn hierbij
niet verlengd.
o Ernst symptomen afhankelijk van snelheid ontstaan anemie! Als de snelheid
laag ligt kan patiënt zich goed aanpassen waardoor verschijnselen licht zijn.
Werkt heel goed om in de anamnese al te vragen vanaf wanneer
verschijnselen optreden.
Differentiële diagnose (DDx): lijstje van mogelijkheden dat een probleem verklaard, je hebt
een idee nodig van wat anemie zou kunnen veroorzaken. 3 hoofdgroepen → goed kennen.
Hierbij gaan we opzoek naar de oorzaak.
- Anemie is geen ziekte maar een symptoom. Van belang is de oorzaak op te sporen.
Anemie wordt veroorzaakt door bloedverlies, afbraak van erytrocyten, gestoorde
aanmaak van erytrocyen, of combinaties hiervan.
Anemie door onvoldoende aanmaak
Het beenmerg moet continu nieuwe ery’s aanmaken. Als hij dit te langzaam doet gaat
langzamerhand het percentage rode bloedcellen dalen → er ontstaat langzaam anemie. Per
diersoort verschilt de aanmaak van nieuwe ery’s door het beenmerg, omdat de levensduur
van ery’s verschilt. Het beenmerg bevat altijd veel vetcellen (te zien onder microscoop).
- Erytropoiesis (aanmaak van rode bloedcellen) vindt continu plaats in het beenmerg
- Onvoldoende erytropoiese leidt tot een chronische niet-regeneratieve anemie
Life span erytrocytes (days)
kat varken hond Geit Paard Schaap vee
70 85 120 125 145 150 160
Anemie als gevolg van bloedverlies
- Anamnese: bloedingen zichtbaar (huid of slijmvliezen), melena (zwarte ontlasting =
bloed wordt verteerd in dunne darm; bloedverlies in voorste deel van MDK) of
hematochezia (het poepen van bloed; bloed uit laatste deel van MDK), hematurie
(plast bloed)
- Lichamelijk onderzoek: shock door bloedverlies, bloed aan thermometer, bloedingen
huid en slijmvliezen, hemoabdomen (bloed in de buik; positieve indulatie, dus als je
een tik geeft op het vocht en de golf aan de andere kant bij je hand weer te voelen is
wijst dit op vocht in je buik), hemothorax (bloed in thorax; vaststellen met percussie)
Anemie door bloedafbraak
Bleek, zwak, tachycardie, dyspnea, icterus, gele ontlasting, hemoglobinuria
Door bloedafbraak word je langzaam bleek en je vertoont zwakte. Op het moment dat de
patiënt bloed afbreekt ontwikkelt hij anemie. Als hij dit in de bloedbaan doet kan je ook vrij
hemoglobine in de bloedbaan doen. Buiten de bloedbaan zie je dit hemoglobinemie niet,
maar als hij dit wel heeft dan plast hij het meestal ook uit (plas is heel rood). Als heel veel
bloedcellen afbreken komt er ook heel veel afbraakproducten van rode bloedcellen via de
darm in de lever en uiteindelijk in de gal terecht. In het MDK wordt het afgebroken tot een
gele kleurstof → ontlasting geel. Lever is het eerste orgaan dat heel veel last heeft van
bloedarmoede. Hierbij gaan heel veel levercellen dood en afbreken van producten lukt niet
meer en deze hoopt de patiënt dan op in zijn lichaam → slijmvliezen geel. Soms heb je bij
anemie ook hemoglobinemia, maar dit is niet altijd.
Als bloed wordt afgebroken komt er hemoglobine vrij. Als dit vrij door de bloedbaan gaat,
komt dit uiteindelijk in de urine. Ook kan je geel verkleurende ontlasting hebben. Dit komt
doordat de lever hemoglobine omzet en het in de darm komt. Ook heb je bleekheid van de
slijmvliezen (of icterus = geelzucht) en een versnelde pols en ademhaling.
Laboratorium onderzoek:
De bevestiging en ernst van anemie kan aangetoond door de hoeveelheid erytrocyten te
bepalen in een bloedmonster. Dit kan direct door erytrocyten te tellen (n x 10^12/l), of door
ze af te centrifugeren, of indirect door de hoeveel hemoglobine te bepalen (mmol/l), of
indirect door het hematocriet, het volumepercentage erytrocyten (het hematocriet, l/l) te
meten. Andere veelgebruikte testen zijn de bepaling van de osmotische fragiliteit van de
erytrocyten, het aantonen van sferocyten en de Coombstest.
3
, Hoorcollege samenvatting BB Seline Donkers
Bepalen hematocriet
Dit doe je door af te centrifugeren. Je hebt een bloedje en dit gaat in een
cappilairtje en aan de onderkant zit een beetje klei. Dit gaat in een centrifuge en
daarna zie je dat het plasma, buffy coat (witte bloedcellen, trombocyten en jonge
rode bloedcellen) en erytrocyten van elkaar gescheiden zijn.
- Bepalen hematocriet
o Volumepercentage erytrocyten
o Eenheid is l/l of % → gebruiken we om te kijken of er sprake is van
bloedarmoede. Vergelijken met het geheel en de
referentiewaarde berekenen.
o Microhematocriet centrifuge
- Benodigdheden: microhematocriet capillairen, klei,
microhematocriet centrifuge, afleesapparaat, deksel
- Uitgangssituatie: 50% rode bloedcellen, 50% plasma
- Anemie: minder rode bloedcellen, niks van zijn plasma of
bloed weg.
- Dehydratie: een deel is vochtverlies (minder plasma maar
evenveel cellen). Hematocriet lijkt heel hoog. Valse interpretatie van de
werkelijkheid. Als een patiënt gedehydreerd is (met een rede) dan moet je
concluderen dat het hematocrietje vals verhoogd is.
- Acuut bloedverlies: ongeluk op straat bijv. ook veel plasma verloren hierbij. Lijkt op
anemie, maar hematocriet is normaal. Kan dit pas meten als je vocht toevoegt.
Erytropoiesis: onvoldoende aanmaak
1. Erytroblast (groot & heel actief)
2. Basofiele erytroblast (groot & heel actief)
3. Polychromatofiele erytroblast (iets kleiner)
4. Ortochromatische normoblast (nog kleiner)
5. Polychromasie (nog een beetje blauw (RNA))
6. Erytrocyt (klein & zonder kern)
Jonge rode bloedcellen worden ook wel reticolocyten genoemd,
omdat ze netwerk van reticuline hebben. Als je dit specifiek gaat
aankleuren zien de ery’s in aanmaak er blauw uit (polychromasie). Dit komt omdat er nog
RNA in zit waar vooral hemoglobine van gemaakt wordt. Ze zijn ook wat groter
(macrocytose). Zo heb je een maat voor de aanmaak van rode bloedcellen.
Voorloperstadia beginnen linksboven, leiden uiteindelijk tot een erytrocyt in het bloed. Op
het moment dat je een anemie ontwikkeld is je normale respons dat je nieuwe erytrocyten
maakt. Dit komt omdat je nier dit merkt en maakt een stofje dat hij naar het beenmerg
stuurt. Stel dat de aanmaak helemaal goed is dan kun je deze hele groep al uitsluiten. Je kunt
dit onderzoeken door een beenmergbiopt te nemen en kijken wat er in het beenmerg zit
(best wel heftig). Je kunt kijken of er bijvoorbeeld hoge toename is van erytroblasten.
Simpele en minder intensieve manier: polychromasie is herkenbaar want is groter, beetje
blauwig, geen witte vlek in het midden en zit meestal 24 uur in de bloedbaan en deze ga je
tellen (maat voor aanmaak van erytrocyten). Tellen is lastig maar je kunt ze kleuren met
briljant cresyl blauw kleuring → hierbij kleur je RNA ook nog aan en bij MGG kleuring niet.
Aanmaak: reticulocyten, jonge nog RNA, bevatten erytrocyten, in MGG kleuring,
polychromaofiele, macrocyten.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinedonkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.