100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 12 Europees recht Hoofdlijnen Nederlands Recht $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 12 Europees recht Hoofdlijnen Nederlands Recht

2 reviews
 503 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van hoofdstuk 12: Europees recht. Bevat alle nodige informatie uit het boek Hoofdlijnen Nederlands Recht. Business, media en recht

Preview 2 out of 3  pages

  • Unknown
  • November 22, 2015
  • 3
  • 2015/2016
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: melissakasaci • 5 year ago

review-writer-avatar

By: romykaandorp • 7 year ago

avatar-seller
Samenvatting publiekrecht H.12  Europees recht

Het verdrag
Wat wordt er in een verdrag geregeld? Verschillende categorieën:
- Rechten en plichten tussen staten onderling
- Rechten en plichten voor burgers
- Via verdragen kunnen internationale organisaties worden opgericht

Verdrag en internationale organisatie
Internationale organisaties die bij verdrag worden opgericht kunnen 2 vormen aannemen:
- Intergouvernementeel karakter  alle verdragsluitende organisaties houden hun soevereiniteit,
geen besluit kan worden genomen zonder dat alle aangesloten staten akkoord gaan. Er zijn dus
ook geen organen zoals wetgevend of rechtsprekend.
- Supranationaal karakter  staten geven wel stukje van hun soevereiniteit weg, ook worden er
organen ingesteld met eigen bevoegdheid.

Meeste verdragen/organisaties zijn intergouvernementeel omdat dit minst bedreigend is.

Dualisme en monisme
Visies die staten op het verdrag kunnen hebben.
Dualistisch = onderscheid tussen internationale en nationale rechtsorde. Regels die door
nationale wetgever zijn gemaakt kunnen nooit doorwerken in de nationale rechtsorde. De 2 zijn
van elkaar gescheiden rechtsorden. Als nationale wetgever buitenlandse regelgeving omzet in
een regel van nationaal wet wordt het pas van kracht. (transformatiewet)

Monistisch = internationale + nationale rechtsorden zijn niet van elkaar gescheiden.
Verdragsbepalingen werken rechtstreeks door in nationale rechtsorde, dus geen
transformatiewet.
Hoe weet je welke visie een staat heeft?
- Staat in de Grondwet en blijkt uit de regelgeving zelf.

 Als een staat verdrag ondertekend dat leidt tot supranationale organisatie is deze staat direct
gebonden aan de wetten van die organisatie. Ookal heb je een dualistische visie.
 Dus als een staat zijn soevereiniteit heeft overgedragen, kan hij niet meer kiezen wanneer en
hoe het recht doorwerkt in zijn nationale rechtenstelsel.

EEG, EG en EU
EEG  economische samenwerking, was nodig omdat kans er was dat economische
ontwikkelingen anders zouden stagneren. Toen wilden ze ook op sociale vlak gaan
samenwerken  EG (verdrag van maastricht)  EU in 2009.

Doelstellingen van de EU
1. Totstandkoming interne markt  door onder meer: vrij verkeer van goederen, vrij verkeer
personen/diensten/kapitaal, verbod staatssteun te verlenen, verbod tot voeren oneerlijke
mededinging
2. Totstandkoming 1 monetaire unie
3. Totstandkoming van vrede en welzijn
4. Totstandkoming van vrijheid en veiligheid

Inrichting van de EU
Om de doelen te bereiken moeten er organen komen die dit kan realiseren, belangrijksten:
- De Europese Raad
- De Europese Commissie

, - De Raad van de Europese Unie
- het Europees Parlement
- het Hof van Justitie van de EU

 Europese Raad
- Hoogste instelling van de EU – Europese Top genoemd
- Bestaat uit alle staatshoofden/regeringsleiders van alle lidstaten
- 1x in het half jaar bespreking over politieke kwesties
- Niet betrokken bij totstandkoming EU-wetgeving

 Europese Commissie
- Bestaat uit een burger van een lidstaat die als commissaris van de EU voorgedragen is
- Collectief orgaan  besluit wordt wel of niet bij meerderheid genomen.
- Wetgevend vlak  bezitten exclusief recht van initiatief binnen de EU, is dat samen met de
Raad van de Europese unie en het Europees Parlement.
- Stelt ook begrotingen op, en controleert of deze wordt uitgevoerd.

 Raad van de Europese Unie
- Samenstelling is afhankelijk van het geplande onderwerp, bevat ministers van de lidstaten maar
onderwerp bepaalt welke vakminister deelneemt.
- Wetgevend vlak belangrijk, recht om regelgeving uit te vaardigen samen met Eu Commissie en
Parlement, samen afhankelijk van elkaar
- Veel debatteren omdat ze ook gezamenlijk voorstellen formuleren over nieuwe EU-
doelstellingen en elke staat trekt eigen belangen
- Dit is het EU-orgaan waaruit afgeleid wordt dat de EU ook intergouvernementele trekken heeft.
Veel beslissingen genomen worden op basis van unanimiteit.
- Steeds vaker overeengekomen dat gekwalificeerde meerderheid vd stemmen genoeg is!!

 Europees Parlement
- Telt 736 leden, 1x per jaar gekozen door de ingezetenen. Hoeveel per lidstaat hangt af van de
omvang van de bevolking.
- Eenmaal gekozen vormen gelijkgezinden fracties met leden uit andere staten.
- Taak is medewetgever, geen recht van initiatief, maar wel van amendement (wetsvoorstellen
wijzigen)
- Kan wel onderwerp onder aandacht van de Commissie brengen
- Parlement ook instemmingsrechten
- Parlement moet door Commissie opgestelde begroting ook goedkeuren

Richtlijnen en verordeningen
Verdrag, zoals VEU en VWEU zijn belangrijke bronnen van recht. Behoren tot het primair
Europees recht. Als een bepaling een directe werking heeft kan men zich beroepen bij rechter.
 Een wetsvoorstel gaat ter instemming naar Europees Parlement en Raad vd Europese Unie,
als dit goedgekeurd is behoort het tot het secundair Europees recht, omdat het niet in het VEU of
VWEU staat.
 Zo’n voorstel van regelgeving kan 2 vormen hebben: van een verordening en van een richtlijn.

-Verordening  geldt onmiddellijk binnen nationale rechtsorde van elke staat. Kent dus een
uniforme werking van verordening.
- Lastig tot stand komen omdat iedereen unaniem moet zijn en dus akkoord moeten gaan.
- Ontstaan dan ook probleem: staten hebben geen bewegingsvrijheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabellacostavieira. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  5x  sold
  • (2)
  Add to cart