100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting wetenschapsfilosofie OU PB1302 $7.38   Add to cart

Summary

Samenvatting wetenschapsfilosofie OU PB1302

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting wetenschapsfilosofie tentamenstof vanuit 'exploring humans' OU PB1302

Preview 4 out of 51  pages

  • No
  • Tentamenstof
  • July 10, 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING
WETENSCHAPSFILOSOFIE
1. KENLEER

1.1 ANTIEKE GRIEKSE FILOSOFIE

Wetenschap kent geen grenzen, het lijkt een begrip van de werkelijkheid te geven dat steeds beter wordt.
Sciëntisme: wetenschap is superieur aan alle andere pogingen om kennis te krijgen haar wetten bieden
zekerheid. Elke wetenschappelijke oplossing lijkt nieuwe mysteries op te werpen.
David Gross: onwetendheid is het belangrijkste product van kennis.
Francis Bacon: de geest kan in plaats van een perfecte spiegel worden gezien als een ‘scheve spiegel’ of ‘een
betoverd glas’. Wij mensen zijn beperkte wezens en on ze rationele en zintuiglijke capaciteiten zijn verre van
perfect. We zijn geneigd fouten te maken. Waarheid en zekerheid gaan voor altijd de menselijke cognitieve en
perceptuele capaciteiten te boven. We weten helemaal niets en we zullen ook nooit weten.
Sceptici/postmodernisten en relativisten hebben de wetenschap aangevallen omdat ze de waarheid
monopoliseerde. Ze beweren dat er geen enkel bewijs in de wetenschap is. Het is niet bepaalde kennis die de
wetenschap overeind houdt: het is geloof. Er is geen objectiviteit van waarneming, geen waarheid in
wetenschappelijke theorieën. Er is meer dan één waarheid en meer dan één methode.
Paul Feyerabend: ‘Wetenschap staat veel dichter bij de mythe dan een wetenschappelijke filosofie is bereid toe
te geven’.


DEEL 1: FILOSOFIE VAN KENNIS
Rationalisme: kennis is het resultaat van het juiste gebruik van het menselijk redeneervermogen. Ons
denkvermogen genereert ideeën en concepten waartoe we niet kunnen komen door alleen onze zintuiglijke
vermogens te gebruiken. Plato
Empirisme: kennis wordt gegenereerd door onze zintuiglijke vermogens. Zintuigen zijn betrouwbare
indicatoren van hoe de werkelijkheid is. Aristoteles.
SOCRATES stelde vragen over wat er nodig is om goed te leven. Zijn methode was die van dialectiek of
kruisverhoor; vragen stellen en antwoorden beschrijven om anderen te helpen bij hun filosoferen om ware
ideeën voort te brengen. Socrates beweerde dat zijn niet-weten zijn enige zekerheid was en hij stelde mensen
vragen over de dingen die ze beweerden om tot hun vooronderstellingen te komen en ze hun mening te laten
heroverwegen.
Meletus heeft Socrates aangeklaagd en gezegd dat Socrates een boosdoener is door de goden die de stad
erkent niet te erkennen en andere nieuwe godheden te introduceren. Socrates werd ter dood veroordeeld.
Metafysica: tak van de filosofie die de meest vooraanstaande filosofische vragen stelt en probeert te
beantwoorden: waarom is er iets in plaats van niets? Waar is de wereld van gemaakt? Onderzoek naar
dergelijke vragen – ontologie.
Centraal punt was het verschil tussen zijn en worden.
Paramedines van Elea en Heraclites van Efeze worden geassocieerd met twee tegengestelde opvattingen die
het otneel vormen voor latere ontwikkelingen in de oudheid en ver daarbuiten.
Heraclites: overtuigd dat verandering (flux) de kern van het bestaan is. We kunnen alleen maar waarheid
beweren dat niets is; alles wordt. In belangrijk werk formuleert hij de visie dat de essentie van de werkelijkheid,
verandering is: ‘Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen; want zoet water stroomt altijd bij je binnen.’
‘Het water dat gisteren de rivier vulde, is nu onderdeel van de zee. Hetzelfde geldt voor de persoon die in de
rivier stapt: iedereen verandert voortdurend een klein beetje zodat je niet precies hetzelfde bent zoals je
gisteren was.’ ‘Niets is, alles verandert’. Door de steeds veranderende aard van uiterlijkheden zijn de meeste

,mensen niet in staat om kennis te verwerven. Alleen van die weinige mensen die in staat zijn de verborgen en
fundamentele wet, of Logos, achter de schijn te begrijpen.
Parmenides: arts uit Elea. Argumenteerde in zijn gedicht ‘On Nature’ tegen de opvatting die door Heraclites en
andere tijdgenoten werd verdedigd dat verandering de essentie van de werkelijkheid is. Het zijn de zintuigen
die mensen laten denken dat dingen voortdurend veranderen, maar schijn bedriegt. Iets kan niet voortkomen
uit, of oplossing in, niets. Aan alle verandering en beweging die we met onze zintuigen waarnemen, ligt een
permanente en onveranderlijke realiteit ten grondslag. Deze werkelijkheid is ondeelbaar, onveranderlijk en
onvergankelijk. Niets verandert ooit echt: als er iets verandert, is het dat niet meer. Alles is, niks wordt. Echt
bestaan betekent zonder verandering zijn. Zintuigen zijn zeer misleidende gidsen voor de werkelijkheid, daarom
moeten we op de rede vertrouwen om de onveranderlijke waarheden over de eeuwige werkelijkheid te
ontdekken.
Debat tussen Parmenides en Heraclites is een metafysische (of ontologische) discussie over het onderscheid
tussen schijn en werkelijkheid. Wat is echt en wat is slechts schijn?
Parmenides: zijn is echt, verandering niet.
Heraclites: verandering is echt, zijn is niet echt.
Epistemologische kwesties: kwesties die te maken hebben met onze socratische vraag: wat is kennis?
Cratylus: een van Heraclites volgelingen, was van mening dat de werkelijkheid altijd in transitie is.
Protagoras: ‘De mens is de maat van alle dingen (homo mensura).’ Portagora beweerd dat individuele dingen
voor mij zo zijn dat ze aan mij verschijnen en voor jou op hun beurt zoals ze aan jou verschijnen.
PLATO (427 – 347 V. CHR) Leerling van Socrates. Echte kennis wordt onmogelijk gemaakt. Met de
waargenomen wereld in constante verandering, zullen onze waarnemingen, en dus onze kennis van moment
tot moment variëren. Kennis wordt relatief ten opzichte van de waarnemer en zijn eigen percepties en
overtuigingen. Voor Plato was de Protagorische relativiteit van waarheid en kennis een onaanvaardbare
conclusie: ‘Waarheid en kennis gaan over hoe de bondgenoot zijn, niet over hoe ze zijn voor mij of voor jou’.
Kennis is dus geen waarneming. Plato koos dus voor een groot deel de kant van Parmenides, omdat zijn
volgens hem volmaakt is, wat voor hem inhoudt dat het onveranderlijk moet zijn. Plato geloofde dat de echte
wereld niet altijd de veranderende wereld van schijn kan zijn, maar een bovennatuurlijk rijk dat de eeuwige en
volmaakte vormen (Ideeën) van bijna alles bevat. Plato’s grot nog bestuderen (blz. 26). Volgens Plato bevinden
mensen die zich tevreden stellen met waarnemingen van de wereld zoals deze door zintuiglijke ervaring aan
het verschijnt, zich in een vergelijkbare positie als de gevangenen: ze verwarren schijn met werkelijkheid. Hun
zielen zitten gevangen in hun lichaam en ze denken dat alles wat ze met hun zintuigen waarnemen de echte
wereld moet zijn. We moeten echter leren om achter de verschijningen te ‘zien’ in de wereld van Vormen,
waarvan de waarneming slechts schimmige glimpen toelaat. De universele Vormen zijn de ultieme
werkelijkheden die de basis vormen voor ware kennis.
Empirisch onderzoek is volgens Plato ontoereikend voor kennis, omdat het ons alleen in contact brengt met
een realiteit die voortdurend in Heraclitische beweging is, de wereld van worden en vergaan.De feiten die we
waarnemen zijn divers en veranderen voortdurend met wisselend perspectief. Vandaar dat de werking van dde
zintuigen in louter geloof (doxa) en geen kennis (episteme). Ware kennis kan alleen worden verkregen door
achter de wereld van de verstandige schijn te gaan en het vereist het begrip van eeuwige Vormen. Kennis
kunnen we verkrijgen door te redeneren (rationalisme). Plato geeft aan dat we allemaal worden geboren met
kennis, maar dat deze kennis bij de geboorte allemaal verloren is gegaan, maar we in staat zijn om het allemaal
te onthouden als we ons verstand maar correct gebruiken. Leren is onthouden, zodat nieuwe kennis niet
bestaat. Om dit te begrijpen wordt Plato’s theorie over reïncarnatie relevant. De onsterfelijke ziel behoort tot
de Wereld van Vormen, waar we ze allemaal hebben gezien, maar we ze zijn vergeten toen onze ziel in ons
lichaam werd geboren. Als we goed redeneren kunnen we ons de Vormen herinneren die we voor de geboorte
zagen en daardoor de echte wereld leren kennen.
In zijn dialoog ‘Meno’ legt Plato uit hoe kennis die in het vorige bestaan van de Wereld van Vormen bezat kan
worden herinnerd. Er zijn in die dialoog drie mensen in gesprek: Socrates, die Plato’s theorie verdedigt, Meno
en Meno’s slaaf. De slaaf is slecht opgeleid en weet weinig van meetkunde. Socrates wil Meno laten zien dat de
slaaf zich wiskundige kennis zou kunnen herinneren waarvan hij tot dusverre een vaag besef had, als hij maar
goed zou redeneren. Meno roept de slaaf op om Socrates te helpen bij zijn demonstratie van de theorie dat
leren eigenlijk onthouden is. Socrates helpt de slaaf zijn verstand op de juiste manier te gebruiken, waardoor
hij zich dingen herinnert die hij zich niet eerder herinnerde. Socrates tekent een vierkant van twee bij twee in

,het zand. Vervolgens vraagt hij de slaaf hoe lang de zijden van een ander vierkant moet zijn om een oppervlak
te hebben dat twee keer zo groot is. De slavenjongen geeft in eerste instantie het verkeerde antwoord.
Socrates tekent een vierkant en de slaaf krijgt daarmee het inzicht. Volgens Socrates heeft de slaaf met alleen
zijn verstand beredeneerd wat het juiste antwoord is. Het is duidelijk dat Socrates de slaaf leidt. De slaaf heeft
alleen maar antwoorden gegeven als ‘ja’ en ‘ik weet het niet’. Meno is ervan overtuigd dat de slavenjongen zich
dit alles herinnerde door zijn verstand te gebruiken. Hij is het eens met Plato’s theorie dat leren in feite wordt
herinnerd aan wat men wist in het prenatale bestaan. We bezitten deze kennis al onbewust, omdat onze ziel de
essentie van dingen heeft gezien toen ze in de Wereld van Vormen woonden. Als we ons redeneervermogen op
de juiste manier gebruiken, kunnen we herstellen van onze toestand van vergetelheid en ons de eeuwige
Vormen herinneren en dus kennen.

ARISTOTELES EMPIRICISME
Empiristen stellen dat de bron van kennis niet de rede is, maar de zintuiglijke ervaring. Ze beweren dat onze
zintuigen ons direct in contact met de wereld brengen. De ervaringen die we hebben als we de wereld
verkennen, moeten daarom de basis van kennis vormen.
Aristoteles behandelde onder meer natuurkunde, metafysica, astronomie, biologie, politiek, ethiek, anatomie,
economie en meteorologie. Hij werd door Dante de ‘meester van degene die weten’ genoemd. Aristoteles is
een leerling van Plato. Aristoteles voerde zijn eigen empirische onderzoek uit. Theorieën moesten volgens hem
in overeenstemming zijn met verschijningen (die niet alleen observaties omvatten, maar ook algemene
overtuigingen, gedeeld door ‘de velen en de wijzen’). Hij verwerpt Plato’s mening dat er twee werelden zijn,
namelijk de bovenzinnelijke wereld van de Vormen en de natuurlijke wereld waarin we leven. Voor Aristoteles
is er maar één wereld, dat is de natuurlijke wereld waarin we leven. Essenties maken deel uit van de natuurlijke
wereld en zijn daarom toegankelijk, niet door puur intellectueel denken, maar door empirisch onderzoek. Alle
kennis komt van het observeren van de natuur. Aristoteles zegt dat er niet zoiets kan zijn als aangeboren
kennis; alle kennis komt voort uit zintuiglijke ervaring. Empiristen beweren dat we geboren worden zonder
kennis.
Perceptie was voor Aristoteles informatie; we kunnen van alle perceptie zeggen dat een zintuig het vermogen
heeft om te ontvangen in zelf de waarneembare vormen van dingen zonder materie.
‘We hebben alleen kennis van een ding als we de oorzaak kennen’. We hebben kennis als we een causale
verklaring kunnen geven. Het leveren van een causale verklaring houdt in dat er vanuit theoretische
basisprincipes naar bepaalde gevallen wordt geredeneerd. In een wetenschappelijke deductie gaan we uit van
een onbeperkt ware wet.
De principes waarop wetenschappelijke kennis is berust, moeten volgens Aristoteles oorzakelijk, onmiddellijk
en waar zijn.
Inductie: vooruitgang van de waarneming van bepaalde verschijnselen naar universele wetten. Universele
principes worden verkregen vanuit feiten die zijn afgeleid van zintuiglijke waarneming.
Hoe groot onze verzameling waarnemingen ook is, ze zal altijd tekortschieten om de waarheid en zekerheid van
de eerste principes te garanderen. Het verzamelen van empirische gegevens is niet voldoende om de waarheid
van een principe vast te stellen. De door inductie verkregen generalisaties onthullen geen noodzakelijke
waarheden, daardoor kan de inductieve methode van gegevensverzameling alleen worden begrepen als een
eerste stap.
De waarheid van de universele causale principes wordt begrepen door een speciaal en onfeilbaar intellectueel
vermogen dat nous wordt genoemd. Een dergelijke intuïtieve inductie (of inzicht) door de geest (nous)
garandeert de waarheid van de empirisch verkregen correlaties. Hoewel de waarnemingen op zichzelf alleen
kunnen aantonen dat alle waargenomen mensen die tot nu toe zijn gestorven, sterfelijk zijn, is het ons intellect
dat het inzicht produceert dat mensen noodzakelijkerwijs sterfelijk zijn.
Het is nous, en niet het zintuiglijke vermogen, dat in staat is om met absolute zekerheid de essentiële causale
eigenschappen van objecten te detecteren. Dit hangt samen met Aristoteles’ doctrine van vier oorzaken.
Aristoteles betoogde dat wetenschappelijke kennis van een object hebben als we de oorzaak ervan hebben
begrepen. Wetenschappelijke demonstraties moeten oorzakelijk zijn. Volgens Aristoteles zijn er vier soorten
oorzaken: 1. De formele oorzaak, 2. De materiële oorzaak, 3. De efficiënte oorzaak, 4. De uiteindelijke oorzaak.
Het hebben van een verklaring van iets, dus kennis hebben van iets, is kennis hebben van die vier oorzaken.
Aristoteles is daarmee geen radicale empirist, die uitsluitend vertrouwt op de output van de zintuigen. Het

, begrijpen van de verschillende soorten oorzaken kan niet worden gedaan door alleen de zintuigen te
gebruiken. Aristoteles betoogt dat we onze theorieën moeten baseren op waargenomen feiten.


1.2 REVOLUTIE

Inductieve methode: leidt tot nieuwe kennis, maar niet tot zekere kennis.
Deductieve methode: leidt tot precisering van wat we toch al weten, levert wel zekerheid op.
Na de dood van Aristoteles begon een tijdvak waarin filosofie zich steeds meer praktisch concentreerde op
recht, staatsinrichting en zedelijkheid = van descriptieve filosofie  prescriptieve filosofie.

DEEL 2: EEN NIEUWE WETENSCHAP
Francis Bacon: Novum Organum (nieuwe methode) ter vervanging van Aristoteles’ Organon. Novum Organum
is het tweede deel van een groter werk genaamd Instauratio Magna. Novum Organium was bedoeld om een
nieuw kompas te bieden dat het schip van de wetenschap zou leiden naar nieuwe ontdekkingen. Bacon wilde
een totale reconstructie van wetenschappen, kunsten en alle kennis, gegrondvest op juiste fundamenten.
Wetenschap zou niet langer vertrouwen op geloof, traditie, de theologische canon en kerkelijk gezang, maar
door observatie en experiment. Hij was de vader van de experimentele filosofie.
Voor de moderne wetenschap (natuurfilosofie) woerden vragen over de werkelijkheid over het algemeen
beantwoord door Aristoteles of de Bijbel. Volgens Aristoteles bestond de kosmos uit concentrische, kristallijne
bollen waaraan planeten en sterren waren vastgemaakt. De aarde bevond zich in het centrum van het heelal.
Deze Aristotelische kosmos omvatte twee verschillende rijken: het domein vanaf de maan naar buiten (het
bovenmaanse of hemelse gebied) en het domein tussen aarde en maan (het ondermaanse, terrestrische rijk).
In het rijk van de hemel is alles eeuwig en perfect. De objecten in het wereldse domein zijn onderhevig aan
verandering en ontbinding; het zijn elementen die ontstaan, een tijdje bestaan en dan afsterven of vergaan.
Alles in de ondermaanse wereld bestaat uit vier elementen: aarde, lucht, vuur en water. Al deze elementen
hebben een natuurlijke plaats. Zware voorwerpen, bestaande uit aarde en water, vallen naar beneden. Hun
natuurlijke plaats is in het centrum van de wereld. De hemellichamen zijn samengesteld uit een vijfde,
wederom volmaakt element (quinta essentia): een pure, onzichtbare, glasachtige substantie.
Aristoteles’ kijk op de aarde, werd bevestigd door Ptolemaeus: volgens hem zit de aarde in het centrum van
het universum met alle planeten eromheen. De andere planeten reizen in hun grotere baan rond de aarde.
Copernicus: viel de oude geocentrische kosmologie van Ptolemaeus aan: de aarde en alle andere planeten
draaien om de zon in plaats van de zon en planten om de aarde (heliocentrisme in plaats van geocentrisme).
Volgens hem zijn de dagelijks opkomst en ondergang van de zon het gevolg van de dagelijkse rotatie van de
aarde om haar as. Zijn publicatie van de revolutionibus in 1543 leidde tot de wetenschappelijke revolutie,
waarin de wetenschap een radicale aanval lanceerde op traditionele denkwijzen. De klassieke theorieën die het
onderscheid ondermaan-bovenmaan, de leer van de vier elementen , de aarde-centreerde kijk op de kosmos,
de kosmologie van concentrische cirkels enz. op alle fronten in twijfel getrokken. Dit resulteerde in een heftige
strijd tussen het oude klassieke theologische wereldbeeld en het nieuwe wetenschappelijke.
Calvijn: ‘Wie zal het wagen het gezag van Copernicus boven dat van de Heilige geest te stellen?’ Dit geeft aan
dat de Wetenschappelijke Revolutie gepaard ging met een diepgaand geschil over de methodologie die zou
leiden tot de waarheid over het universum. Het ging om een botsing tussen gezag en observatie. Kerkelijke
autoriteiten (zoals Luther en Calvijn) hielden vast aan de opvatting dat de waarheid alleen in de Bijbel te vinden
was. De wetenschap benadrukte in toenemende mate de noodzaak van theorieën die worden ondersteund
door waarneembare feiten.
Bacon: belangrijkste profeet van de Wetenschappelijke Revolutie. ‘Boeken moeten de wetenschappen volgen,
en de wetenschap niet de boeken’. Volgens hem zou vooruitgang alleen mogelijk zijn als het klassiek-
middeleeuwse monopolie op de wetenschap verbroken zou worden. Waarheid komt niet voort uit
contemplatie en autoriteit, maar vertrouwt op het getuigenis van de zintuigen. De geest is geen leeg vlak
waarop perfecte 3D-beelden van de werkelijkheid worden geprojecteerd. De projecties van de werkelijkheid
die we in onze geest vormen, zijn vaak erg vervormd. De geest van de mens is eerder als een betoverd glas, vol
bijgeloof, verschijning en bedrog. Om een wetenschap te vestigen die gebaseerd is op nauwkeurige kennis van
de werkelijkheid, moet men eerst de geest zuiveren van zijn ‘idolen’ (karakteristieke fouten, misleidingen of

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjevanasten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.38
  • (0)
  Add to cart