100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis - uitgewerkte leerdoelen tijdvak 9 en 10 Feniks $5.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis - uitgewerkte leerdoelen tijdvak 9 en 10 Feniks

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Uitgewerkte leerdoelen tijdvak 9 en 10 geschiedenis. Enkele leerdoelen missen, verder compleet.

Preview 2 out of 6  pages

  • July 10, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Tijdvak 9
Paragraaf 1
1. Je kunt beschrijven door welke oorzaken het machtsevenwicht tussen de Europese
mogendheden verstoord raakte
De vijf grote Europese mogendheden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Rusland en
Pruisen) streven er alleen naar in de 18e eeuw om het machtsevenwicht in stand te houden. Dit was
namelijk een garantie voor vrede. Lang ging dit ook goed.
Onder leiding van Pruisen kwam in 1871 de Duitse eenheidsstaat tot stand. Er was een snelle
economische groei en een traditie van militarisme (liefde voor alles wat met leger te maken heeft). Dit
zorgde er echter voor dat er een blijvende verstoring was van het machtsevenwicht. De voorspoedige
groei van de economie zorgde voor jaloezie vanuit Groot-Brittannië en Frankrijk. Er ontstond ook een
wapenwedloop . Duitsland, Oostenrijk en Italië werkten sinds 1822 samen in de Driebond.

2. Je kunt beschrijven waarop en op welke wijze de manier van oorlog voeren tussen 1914 en
1918 veranderde
Door de industriële revolutie: de ontwikkeling van nieuwe wapens -> effectiever en dodelijker dan ooit.
Met deze wapens ging men elkaar tijd WOI te lijf. Het leidt tot een wederzijdse massaslachting. Naast
gifgas werden vlammenwerpers, tanks en het vliegtuig ingezet als wapens. Het was een
loopgravenoorlog.

3. Je kunt uiteggen dat de Eerste Wereldoorlog voor een verandering in de mondiale
economische verhoudingen zorgde
De wereld was in de greep van een griepepidemie (Spaanse griep). Wereldwijd waren er minstens 20
miljoen slachtoffers en de economie werd ernstig ontwricht. Amerika had hier een voordeel want er was
daar geen oorlog. Zo konden zij hun producten voor een hoge prijs doorverkopen.

4. Je kunt de zwakke plekken van de Amerikaanse economie beschrijven en uitleggen hoe die
zwakke plekken leidden tot een economische wereldcrisis.
-De overproductie in de landbouw leidde tot dalende prijzen
-De Amerikanen voerden een protectionistische politiek
-De VS kende een zeer ongelijke inkomensverdeling
- Dankzij de economische groei stegen de prijzen van aandelen snel. Dat maakte aandelenhandel
aantrekkelijk
-Het bankwezen werd slecht gecontroleerd. De overheid stelde nauwelijks eisen aan de banken

Op 24 oktober 1929 stortte de aandelenhandel op de beurs in Wall Street in: de beurskrach. Kleine
beleggers schrokken en verkochten massaal hun aandelen. Dit leidde tot verdere koersdalingen,
waardoor een kettingreactie ontstond die uiteindelijk leidde tot een economische crisis. Daarin nam de
productie steeds verder af en de werkloosheid nam steeds verder toe.

5. Je kunt uitleggen hoe onder president Roosevelt de economische problemen werden
aangepakt en dat deze aanpak een breuk (discontinuïteit) met het verleden was
De econoom John Maynard Keynes stelde een ander beleid voor. In jaren van hoog conjunctuur moet de
overheid de economie afremmen, vond hij. Dit kon door hogere belasting te heffen. Roosevelt was het
met hem eens. Hij won en bekwam president. Roosevelt lanceerde zijn economische plannen onder de
naam New Deal. Werkloosheid en de armoede werden bestreden met grote
werkverschaffingsprojecten, zoals de aanleg van stuwdammen. Ook op sociaal terrein veranderde hij
dingen. Hij stelde maximum werktijden en minimum lonen in. Met deze ingrepen verminderde hij de
hevigheid van de crisis.

Paragraaf 2
1. Je kunt een beeld schetsen van de Russische samenleving rond 1900
Protesteren was niet toegestaan. Dat bleek in 1905 toen soldaten in opdracht van de regering, een
vreedzame demonstratie uiteen sloegen. Dit kostte honderden levens en heette Bloedige Zondag.
Tsaar Nicolaas II en zijn regering kregen steeds meer kritiek. In februari van 1917 braken er
demonstraties uit, gevolgd door grote stakingen. Bij een temperatuur van -30 graden stonden lange
rijen voor de bakkerij. In plaats van dat soldaten ingrepen, sloten zij zich aan bij de demonstranten.
Deze Februarirevolutie leidde tot het aftreden van de tsaar. Hierop ontstonden twee machtscentra: de

, Voorlopige Regering (mensen met zeer uiteenlopende ideeën) en in de sovjet (arbeiders, soldaten,
matrozen, intellectuelen verenigden zich). De sovjet bestond vooral uit radicale socialisten.



2. Je kunt beschrijven waarom de Eerste Wereldoorlog de situatie in Rusland rijp maakte voor
een Revolutie
Kritiek op de tsaar en zijn regering waren tijdens de Eerste Wereldoorlog sterk toegenomen. Soldaten
wisten niet eens waar ze voor vochten, waren slecht getraind en gewapend. Dat zorgde voor enorme
militaire nederlagen voor Rusland. Toen de tsaar (die slecht militair inzicht had) het opperbevel over de
troepen overnam, werd het al helemaal niet beter. Daarnaast was de voedselleveranties aan de steden
in het gedrang gekomen. Dit zorgde voor lange rijen voor de bakker. Er begonnen demonstraties,
uitlopend tot grootschalige stakingen. Soldaten sloten zich hier bij aan, in plaats van in te grijpen. Dit
was de Februarirevolutie.

3. Je kunt beschrijven waarom en hoe de communisten bij hun economische politiek soms
voor een idealistische en soms voor een pragmatische aanpak kozen




4. Je kunt overeenkomsten en verschillen benoemen tussen het beleid van Lenin en Stalin
Beiden waren leiding van een totalitaire staat, de Sovjet-Unie. Ze waren er druk mee bezig om de
omstandigheden voor boeren en arbeiders te verbeteren, door een communistische revolutie. Beide
wilden van Rusland een industriële samenleving maken.
Lenin was beter in het uitvoeren van werk dan Stalin, hij behandelde het volk beter. Lenin herverdeelde
het land terwijl Stalin collectivisatie introduceerde. Lenin vermoorde geen mensen maar Stalin deed dat
wel. Hij vermoorde zijn politieke tegenstanders omdat hij niet van mensen hield die tegen hem in
gingen, hij maakte concentratie kampen en daar moesten de politieke tegenstanders heen. Dat is een
Groot verschil tussen Lenin en Stalin.

5. Je kunt aan de hand van enkele voorbeelden beschrijven dat de Sovjet-Unie een totalitaire
staat was
Er is sprake van een staatsideologie, die iedereen moet geloven en navolgen. Wie dat niet doet word
aangepakt. Er is één leider, die leiding heeft over een eenpartijstaat. Er wordt gebruik gemaakt van
geweld en intimidatie. De staat heeft volledige controle over de economie.

Paragraaf 3
1.Je kunt het verband uitleggen tussen de teleurstelling over de afloop van de Eerste
Wereldoorlog en het ontstaan van fascisme in Italië en het nationaalsocialisme in Duitsland.
Engeland had aan Italië veel land belooft, maar dit bleek achteraf niet genoeg land voor de Italianen.
De slechte economische situatie vergrootte de sociale onrust verder. In Italië was de politieke
verdeeldheid groot. Linkse groeperingen kregen steeds meer aanhangers, maar die maakten ook
onderling ruzie. Rechts georiënteerde, nationalistische groepen (bijv. de Fasci di Combattimento van
Mussolini) ontwikkelden zich tot paramilitaire organisaties die hun tegenstanders terroriseerden.
Daaruit kwam het fascisme voort. In het begin was dit vooral een antibewegingen. Ze wisten precies
wat ze níet wilde. Fascisten hadden een afkeer tegen zowat elke stroming. Langzamerhand werd het
fascisme een ideologie.

Duitsland was (onterecht) als hoofdschuldige aangewezen was de Eerste Wereldoorlog. Zij moesten de
schulden betalen en mochten nog maar een klein leger hebben, afgesproken in het Verdrag van
Versailles. Hier waren veel Duitsers het niet mee eens, wat er voor zorgde dat ze neigden naar
extreemlinkse of -rechtse groepen. Zulke groepen beloofden een andere maatschappij, wat
aantrekkelijk kan zijn als het zo slecht gaat. Vervolgens kwam de nationaalsocialistische partij NSDAP
als winnaar uit de verkiezingen, met Adolf Hitler als winnaar.

2. Je kunt de kenmerken van het fascisme en het nationaalsocialisme noemen.
Fascisme: Dit was een ideologie. Vier kenmerken: 1. Individuele belangen moeten ondergeschikt zijn
aan die van de staat. Qua uiterlijk hadden ze het van de uniformen, vlaggen en andere symbolen. 2.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.82
  • (0)
Add to cart
Added