Coördinator Fraudebeheersing Verzekeringen || Same
Institution
Coördinator Fraudebeheersing Verzekeringen || Same
Bank en verzekeringen
Hoofdstuk 1: het Belgisch financiewezen
1.1 Financiële sector in brede zin
Iedere instelling die:
Een beroep doet op het spaarwezen
Zorgt voor de financiering van de ondernemingen
Fungeert als tussenpersoon tussen het spaarwezen en de kredietnemers
1.1.1 Kr...
Coördinator Fraudebeheersing Verzekeringen || Same
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
SMARTDOCS
Reviews received
Content preview
Bank en verzekeringen
Hoofdstuk 1: het Belgisch financiewezen
1.1 Financiële sector in brede zin
Iedere instelling die:
Een beroep doet op het spaarwezen
Zorgt voor de financiering van de ondernemingen
Fungeert als tussenpersoon tussen het spaarwezen en de kredietnemers
1.1.1 Kredietinstellingen
= KI
Belangrijkste onderdeel Belgisch financiewezen
Vormen financiële sector sensu stricto
Actief: geregistreerd op lijst van kredietinstellingen met vergunning in België bijgehouden
door de Nationale Bank van België
Drie soorten vergunning voor:
Banken
o Grote (Belfius, Axa, KBC, ING…)
o Gespecialiseerde/ regionale (Bank Degroof, Bank Delen…)
o Kleine (Delta Lloyd bank…)
o Traditionele >< internetbanken (NIBC, Keytrade…)
Spaarbanken of spaarkassen
(Record Bank, Argenta Spaarbank, VDK)
o Retailbanking= bankieren voor Jan met de pet
o Wholesalebanking= bankieren voor ondernemingen, vermogende
particulieren
Effectenbanken (EKI)
(Van de Put & Co, Dierickx, Leys & Cie)
o Tussen bank en beursvennootschap
o Effectenverrichtingen en vermogensbeheer
o Depositorekeningen
o Geen kredietverlening
1.1.2 Participatiemaatschappijen
Verschaffen aandelen(risico-)kapitaal of participeren in ondernemingen
Ze stappen in het kapitaal en kopen een groot pakket aandelen
Onderverdeeld in:
Investeringsbanken/private equity fondsen en holdings
Portefeuillemaatschappijen
Focussen op zakenbankieren of corporate banking
Minderheidsparticipaties, doel om ze met winst te verkopen
, Private equity: kapitaal voor niet-beurgenoteerde ondernemingen om nieuwe producten en
technologieën te ontwikkelen, om het werkkapitaal te verhogen, om overnames te doen of
om de balansstructuur van een bedrijf te verstevigen
Venture capital: leveren van risicodragend kapitaal om nieuwe ondernemingen te financieren
Werken met geld van externe financiers
1.1.2.2 Holdings
Bestaan uitsluitend uit meerwaarden op de verkoop van participaties en uit de ontvangen
dividenden
3 soorten holdings:
Portefeuillemaatschappijen of financiële holdings
Investeringsholdings of industriële holdings
Controleholdings: meerderheidsparticipaties, via piramidestructuur en/of
kruiselingse participaties kan ook een controlepositie ingenomen worden
Actieve en passieve holdings
Actieve holdings: stap frequent in en uit weinig liquide of zelfs niet-beursgenoteerde
participaties en beschikt over een hoog cashniveau
Passieve holdings: bezit grote controleparticipaties die moeilijk te verkopen zijn
zonder een sterke onderwaardering te ondergaan
Beleggers kunnen holdingaandelen kopen op de beurs
Holding en beleggingsfonds
Lijken goed op elkaar, maar een holding is NIET gebonden aan beleggingsregels en een fonds
wel
Intrinsieke waarde
= som van alle beurs- en niet-beursgenoteerde participaties en kaspositie(= de beschikbare
liquiditeiten) – schulden = intrinsieke waarde
1.1.3 Beleggingsondernemingen
Giga-wet 1990: effectenmakelarij alleen nog door tussenkomst van een beursvennootschap
Giga-wet vervolledigd door de wet van 6 april 1995: nieuwe wettelijke benaming:
beleggingsondernemingen
Beleggingsdienst:
Ontvangst, doorgeven en uitvoeren van beursorders, voor rekening van beleggers, maar ook
het samenbrengen van beleggers om transacties tot stand te brengen
Handelen voor eigen rekening in financiële instrumenten
Vermogensbeheer
Overname van emissies van financiële objecten en plaatsen van die uitgiften
In bewaring nemen van financiële instrumenten
Verhuur van safes
Kredietverlening om cliënten in staat te stellen om een transactie in financiële instrumenten
te verrichten
Beleggingsadviezen verstrekken
Deviezenverrichtingen uitvoeren
Twee deelgroepen
, Beursvennootschappen: enkel actief in transacties in effecten en andere financiële
instrumenten, valutahandel en werkzaamheden die zich in het kader situeren of erbij
aansluiten
Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies : uitvoeren advies en
discretionair vermogensbeheer, orders cliënteel ontvangen, doorgeven en uitvoeren
1.1.4 Institutionele beleggers
HOOFDFUNCTIE: gelden die ze bij een groot aantal personen inzamelen, beleggen op de
kapitaalmarkt
Institutionele beleggers zijn:
Verzekeringsmaatschappijen
Instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen (IBP’S) of pensioenfondsen
= samen met groepsverzekering: tweede pensioenpijlen
≠ pensioenspaarfondsen
Instellingen voor collectieve beleggingen (ICB’S)
1.1.5 Instellingen voor elektronisch geld
= EGI
Uitgeven van betaalinstrumenten in de vorm van elektronisch geld
Beperkte activiteiten
Geen krediet
Bv. N.V. IMAGOR (groep Sodexo) = uitgevers van elektronische maaltijdchequekaarten
1.1.6 Betalingsinstellingen
Betalingsdienstenrichtlijn PSD: regelt statuut van de betalingsinstellingen , de toegang tot het
bedrijf van de betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen
Samen met SEPA: realisatie van de eengemaakte betaalruimte
Uitbreiding aanbieders betalingsdiensten: meer concurrentie
Richtlijn zorgt voor gelijke concurrentievoorwaarden
Betalingsinstellingen bieden betalingsdiensten aan
+ met toestemming ook:
Het verrichten van nevendiensten van betalingsdiensten
Het exploiteren van betalingssystemen
Instellingen die zonder voorafgaande vergunning betalingsdiensten aanbieden:
Kredietinstellingen
Instelling voor elektronisch geld
De Post NV van publiek recht
NBB en ECB
Belgische federalen, regionale en lokale overheden en overheden van de gemeenschappen
1.2 Monetaire overheid
Overheid komt op verschillende vlakken tussen op financiële markten
Ze treedt op als ontlener, belastingontvanger en controleur
1.2.1 Federale overheidsdienst Financiën
Minister van Financiën: Johan Van Overtveldt
Hiërarchisch hoofd van de monetaire overheden
, Politiek verantwoordelijk voor overheidsfinanciën
Beheert de financiën van de overheidshuishouding
Bevoegd voor de financiële sector in het algemeen en banksector in het bijzonder
Kan tussenkomen in allerlei beleidsorganen
1.2.2 Europese Centrale Bank (ECB)
Bank van de centra bank
Kern van het Eurosysteem en het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB)(= de ECB en de
nationale banken van alle EU-lidstaten)
Hoofddoelstelling ESCB: prijsstabiliteit handhaven
Het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetaire beleid van het eurogebied
Staat in voor valutamarktoperaties en aanhouden en beheren van officiële valutareserves
Geeft verplichten aan de bank om een bepaald deel geld bij te houden
Controleren van rente van leningen
Lening lening
Particulier/onderneming bank ECB
Rente rente
Voorzitter: Mario Draghi
1.2.3 Nationale bank van België
= NBB
1.2.3.1 Algemeen
1850: de centrale bank van België
1999: satelliet van de ECB
Beurgenoteerde onderneming die taken uitvoert van algemeen belang, zowel nationaal als
internationaal
Helft van de aandelen in handen van de staat
Gouverneur: Jan Smets: hij is lid van de Raad van Bestuur van de ECB
1.2.3.2 Taken
Europees Monetair beleid
1999: neemt actief deel aan de bepaling en uitvoering van het monetaire beleid van het ECSB
en Eurosysteem
Verplicht reserves (ongeveer 2% van bepaalde passiva) aan te houden in vorm van deposito’s
Taken bij openmarkttransacties en permanente faciliteiten
Goud- en deviezenreserves
NBB houdt goud- en dievenreserves van de Staat aan en beheert ze
Uitgifte van Europese biljetten en munten
De centrale banken en ECB bepalen hoeveel briefjes elk jaar gedrukt mogen worden
Elke centrale bank krijgt een quotum
Elke nationale centrale bank is verantwoordelijk voor één of enkele biljetten
NBB is gespecialiseerd in biljetten van 50 euro
NBB voert controle uit van de geldomloop
Studie- en informatiecentrum
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SMARTDOCS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.99. You're not tied to anything after your purchase.