a. Weten dat plantenziekten veroorzaakt worden door verschillende biotische en abiotische
factoren.
Abiotische factoren:
- Nutrienten-> tekorten of overschot zorgen voor effecten in de plant
- Ozonschade-> zwarte plekken op de plant
- Herbicide-> onkruidverdelgingsmiddelen
- Hagelschade-> beschadigingen
Biotische factoren
- Plagen-> rupsen, bladluizen, konijnen die zorgen voor beschadiging
- Onkruid-> zorgt voor competitie of parasieten
- Plantenziekten-> schimmels of virussen
b. Weten waarom kennis over plantenziekten van belang is in relatie tot een groeiende
wereldbevolking.
Omdat plagen binnen de landbouw kunnen zorgen voor een lagere opbrengst, ook kan het
landschap aan worden getast door ziektes in de natuur. De bevolking/ dieren kunnen ook
aangetast worden door plantenziektes; de eikenprocessie rups of moederkoren en endofyten
in gras
c. Kennen het verschil tussen verticale en horizontale resistentie van planten tegen belagers.
Resistentie: geeft planten minder planten met symptomen of minder symptomen per plant.
Horizontale resistentie: fysio’s zijn verschillende varianten van 1 schimmel soort, de
resistentie is nooit volledig, het is niet specifiek voor verschillende fysio’s van een pathogeen,
het is polygeen (op meerdere genen) en stabiel.
Verticale resistentie: per ras zijn de resistenties per fysio verschillend. Voor de ene fysio
volledig resistent en bij een andere fysio helemaal niet. Voor elke fysio een ander
resistentiemechanisme. Monogeen en instabiel. -> pathogeen scheidt elicitors uit-> herkent
door receptoren van plant-> signaaltransductie keten -> genen die zorgen voor een
verdediging respons-> moet heel snel gebeuren (kan door hypersensitieve respons, cel maakt
zichzelf dood).
Geinduceerde resistentie:
SAR-> plaag valt plant aan -> sacilicylzuur verspreid zich door plant-> rest van de plant is dan
instaat zich te verdedigen
ISR-> goedaardige organisme zorgen voor interactie met plant -> plant vormt reactie->
jasmijnzuur en ethyleen komen vrij en de plant kan zich verdedigen, er is dan nog geen plaag
aanwezig
Communicatie tussen planten: wanneer pathogeen plant binnen komt ontstaan vluchtige
stoffen -> die waarschuwen de eigen bladeren en ander planten-> kan van eigen soort
(intraspecifiek) en van andere soort (interspecifiek) zijn.
Lijfwachtstrategie: planten trekken organismen aan die ze beschermt tegen plagen.
, d. Kunnen levenscycli begrijpen van organismen die ingedeeld worden bij de
Plasmodiophoromyceten, Oömyceten, Ascomyceten, Basidiomyceten en Deuteromyceten.
Plasmodiophoromyceten (slijmzwammen):
De knolvoet komt voor op kruisbloemigen, is een eencellige protist. vormt geen hyfen
(schimmeldraden). De protist groeit vanuit een rustspoor (kan al voor lange tijd in de grond zitten).
Op het moment dat een gewas in de grond staat die exudaten uit de wortels vrijmaakt kunnen
rustsporen hierop reageren (gebeurt vaak bij een temperatuur rond de 20 graden). De rustspoor
ontkiemt en maakt een zoospore (is een zwemspore en heeft dus water nodig om te verspreiden)).
Hij gaat op zoek naar wortelhaartjes die worden geïnfecteerd ->Er ontstaat een plasmodium (een
grote klomp binnen een wortelhaar met veel kernen (sporenmassa)) ->de primaire infectie. Het
plasmodium groeit uit en vormt nieuwe zoosporen ->De zoosporen smelten samen (plasmogamie) en
vormen een zygote-> infecteert nabijgelegen wortelharen en kan bijvoorbeeld ook binnendringen via
wondjes-> secundaire infectie. Het plasmodium in de wortelcellen groeit uit en de
hormoonhuishouding van de wortels wordt volledig verstoort. Er ontstaat grote verdikkingen op de
wortels en de wortelfunctie wordt belemmerd. Uiteindelijk kan de wortel geen water meer
opnemen. De zygote ontstaat uit 2 losse kernen. Uiteindelijk smelten deze kernen samen maar
treedt er direct weer meiose op om haploïde spore te vormen. Bijna de gehele cyclus is de knolvoet
haploïd, het heeft dus een haplontische levenscyclus.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleur2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.