Alle hoorcolleges {Week 1 t/m 6} van het vak 'Inleiding Burgerlijk Recht', aan de Universiteit van Leiden, samengevat. Zowel de dia's van de presentaties, als de belangrijke besproken leerstof van de hoorcolleges worden genoemd in deze samenvatting. In deze samenvatting staat dus alles wat relevan...
HC Inleiding Burgerlijk Recht 2021
IBR, HC1 Week 37 – Online Clip, Deel 1
Prof. Mr. H.B. Krans
Burgerlijk Recht (vermogensrecht) wordt gekenmerkt door een belangrijk onderscheid. In
het vermogensrecht zitten breuklijnen.
Een van de breuklijnen: Eigendom versus vorderingsrechten.
Eigendomsrechten:
n Absoluut -> Hebben exclusiviteit is zaakgevolgen ‘droit de suite’ (het eigendomsrecht
blijft op de zaak rusten, ook al komt die zaak in andere handen). Als het jouw
eigendom is, geldt dat jegens iedereen, het blijft jouw eigendom. Dief wordt geen
eigenaar.
n Zakelijk -> Rechten op een zaak. [Art. 3:2 BW]
! VB = Eigendom
Vorderingsrechten:
n Relatief -> Hebben niet de exclusiviteit en niet de zaakgevolgen. Het is een afspraak
tussen twee partijen.
n Persoonlijk
Blaauboer/Berlips
Kan een verbintenis, verhoging van een stuk grond, die is aangegaan door de eigenaar
(Berlips) van een onroerend goed, overgaan op een erfgenaam (Marks) van het onroerend
goed via een koopovereenkomst?
De afspraak tussen Blaauboer en Berlips was een vorderingsrecht: een afspraak tussen twee
partijen -> gold dus alleen tussen Blaauboer en Berlips. Marks staat dus helemaal los van de
afspraak over de ophoging van het stuk grond.
Absolute Rechten Relatieve Rechten
EIGENDOM VORDERINGSRECHT
Relatie Persoon – Goed Persoon – Persoon
Reikwijdte Jegens eenieder Louter jegens de ander
Exclusiviteit Ja, gerechtigde bij uitsluiting Nee, derden behoeven zich
van anderen in beginselen niets aan te
trekken van relatief recht
Gevolg Recht blijft rusten, ook als Recht geldt alleen tussen de
het goed in andere handen twee personen
komt
Beperkt Recht [Art. 3:8 BW] -> Afgeleid van eigendomsrecht.
¨ Gebruiksrechten (erfpacht)
à Zekerheidsrechten (hypotheekrecht)
Contractrecht:
è Rechtshandelingen die gericht zijn op rechtsgevolg.
Rechtshandeling: een handeling die gericht is op een rechtsgevolg.
, ROOS COCO
à Eenzijdige rechtshandelingen: tot stand gebracht door 1 persoon
(arbeidsovereenkomst), zijn gericht tot iemand anders.
à Meerzijdige rechtshandelingen: door meerdere personen tot stand gebracht
(overeenkomsten).
Rechtshandelingen (Boek 3) komen tot stand op een dubbele grondslag.
n Wilsvertrouwensleer:
à 1e grondslag: Art. 3:33 BW
Geopenbaarde wil – Gaat om een verklaring & een wil. (Deze moeten
overeenkomen)
à Vorm vd verklaring: Art. 3:37 lid 1 BW
à Moment tot stand komen: Art. 3:37 lid 3 BW
Genuanceerde ontvangsttheorie: Moment van ontvangen is cruciaal. De nuance zit in
het feit dat de ander het niet ontvangt, in bepaalde gevallen komt rechtshandeling
toch tot stand.
Verklaring kan door diverse oorzaken afwijken van wil. (Vergissing, verspreking,
verschrijving, dubbelzinnig woordgebruik(misverstand)) -
à 2e grondslag: Art. 3:35 BW
Het opgewekte vertrouwen
Vertrouwen gerechtvaardigd? Als er vertrouwen is dat de verklaring echt gemeend
was, kan de rechtshandeling alsnog tot stand komen. Dan wordt niet voldaan aan de
1e grondslag, maar dat wordt geheeld door de 2e grondslag. Probleem van
discrepantie (afwijking) wordt dan opgelost.
à Rol Art. 3:11 BW. = > Goede trouw: toetssteen of iemand meende wat hij
zei/schreef.
IBR, HC1 Week 37– Online Clip, Deel 2
Prof. Mr. H.B. Krans
Overeenkomst (Boek 6), Art. 6:213 lid 1 BW.
Overeenkomsten komen tot stand door aanbod en aanvaarding, Art. 6:217 BW.
Begrippen overeenkomst & contract zijn eigenlijk hetzelfde.
Aanbod:-> Moet alle essentiële kenmerken bevatten om het te kunnen doen classificeren als
een overeenkomst. Als het niet het geval is, kan het een uitnodiging zijn om in
onderhandeling te treden. Een aanbod kan komen van beide kanten, zowel de koper als
verkoper. Als degene tot wie het gericht is ‘ja’ zegt, dan komt de overeenkomst tot stand.
à Eenzijdige rechtshandeling
à Te onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandeling te treden -> Criterium is
eigenlijk de wilsvertrouwensleer.
à Vervalt door:
> Verwerping, Art. 6:221 lid 2 BW
> Tijdsverloop, Art. 6:221 lid 1 BW
Hoe lang is een aanbod geldig? -> Bevat een aanbod zelf een termijn?
Ja => Beperkt geldig, aanbod vervalt na verstrekking van de tijd.
, ROOS COCO
Nee => Art. 6:221 lid 1 BW è Onderscheid tussen mondeling [moet meteen worden
aanvaard] & schriftelijk aanbod [vervalt als het niet binnen redelijke tijd wordt aanvaard].
Als het aanbod is vervangen door tijdsverloop, maar er komt toch nog een aanvaarding
binnen, deze aanvaarding heeft dan 0 effect!!! (Je aanvaard dan iets wat niet meer bestaat!)
Maar… Art. 6:223 lid 1 BW -> De aanbieder kan de aanvaarding toch als geldig verklaren.
> Herroeping Art. 6:219 lid 1 BW
Alleen indien er ook aan Art. 6:219 lid 2 BW wordt voldaan! -> Zolang aanbod niet is
aanvaard & de mededeling, houdende aanvaarding nog niet is verzonden.
à Onherroepelijk aanbod Art. 6:219 lid 3 BW
(BV. Een aanbod dat zelf al een termijn voor aanvaarding inhoudt kun je niet herroepen.)
Aanvaarding:
à Eenzijdige rechtshandeling
à In beginsel vormvrij [Art. 3:37 lid 1 BW]
à Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
à Van het aanbod afwijkende ‘aanvaarding’:
Privaatrechtelijk wordt het aanbod dus niet aanvaard. Er komt eigenlijk een nieuw aanbod
tot stand (= Een van het aanbod afwijkende aanvaarding). Geldt ook meteen als verwerping
van het oorspronkelijke aanbod. [Art. 6:225 lid 1 BW]
!: Uitzondering, [Art. 6:225 lid 2 BW] à De regel dat een van het aanbod afwijkende
aanvaarding een nieuw aanbod is, gaat niet op als die aanvaarding alleen maar op
ondergeschikte punten afwijkt.
Overeenkomst:
è Het aanbod & de aanvaarding sluiten op elkaar aan. De partijen sluiten daarbij een
geldige overeenkomst. [Art. 6:217 BW]
à Meerzijdige rechtshandeling
à Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
à Rechtsgevolg: ontstaan verbintenissen.
Dus als de overeenkomst is gesloten heeft dat rechtsgevolgen. Het rechtsgevolg van die
overeenkomst is dat er verbintenissen ontstaan -> ontstaan voor beide partijen
verplichtingen. Partijen moeten dus gaan presteren.
Bunde/Erckens: Misverstand in overeenkomst.
Misverstand over het begrip belastingschade.
Wat is rechtens/Wat gebeurt er als partijen bij het sluiten van een overeenkomst een voor
misverstand vatbare uitdrukking bezigen?
Ieders wil kan de verklaring dekken, maar als de verklaringen niet op elkaar aansluiten dan
spits je Art. 3:35 BW toe op het misverstand. In dit specifieke geval waren er verschillende
betekenissen aan het begrip belastingschade toegespitst.
Gezichtspunten gecreëerd door de Hoge Raad:
à Welke betekenis lag meer voor de hand?
à Deskundige bijstand?
à Vaststaande technische betekenis-bekend bij wederpartij?
à Resultaat van interpretatioce te rijmen met het oogmerk?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rooscoco. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.