De volgende onderwerpen komen in de samenvatting aan bod: Wetten te onderscheiden, Rechtsbronnen, Interpretatie van de Wet, Macht van de Staat, Noteren van wetsartikelen, Wetsartikelen ontleden, verschil overtreding en misdrijven, Rechtelijke macht, Grondrechten tot slot Wet in formele-materiële z...
Recht Tentamenstof
Bij recht kun je denken aan alle regels en normen die we nodig hebben om de samenleving
te kunnen handhaven.
Regels kunnen gelden in verschillende gemeenschappen (gebieden)
Regering = koning + één of meerdere ministers
Statengeneraal = 1e & 2e kamer
Recht = alle regels die door de overheid zijn vastgesteld en gehandhaafd kunnen worden
Handhaven = controleren & sancties opleggen
Doel van het Recht is samenleving rechtvaardig, vreedzaam, VEILIG en efficiënt laten verlopen.
Objectief recht = alle rechten en plichten in onze maatschappij
Rechtspersoon= bedrijf
Natuurlijke persoon= mens
AMvB = een besluit van de regering, waarin wettelijke regels worden uitgewerkt.
Algemeen bindend = de wet moet gelden voor een onbepaald aantal gevallen of personen
Eigenrichting = bij een geschil gelijk halen door zelf geweld te gebruiken
Delegatie = het overdragen van taken of bevoegdheden van een hoger orgaan naar een lager orgaan.
Wetten te onderscheiden
1. Bepaal de rol van de overheid
Publiek recht = verhouding tussen overheid en burger of overheidsorganisaties
Privaat recht = verhouding tussen burger en burger of bedrijven
2. Bepaal het onderwerp
Staatsrecht = indeling staat
Bestuursrecht = alles wat tussen overheid en burger gebeurt
Strafrecht = sancties die opgelegd worden door de overheid, of het strafbaar feit zelf.
Burgerlijkrecht = alles tussen burgers (of bedrijven) onderling
3. Materieel of formeel?
Materieel recht = inhoudelijke regels waaraan iedereen zich moet houden elke dag, WAT? Verbod wat is
overtreden. Strafbaar feit + straf die erbij hoort
Formeel recht = er is een strafbaar feit gepleegd, HOE verder? Procedure, alles wat er gebeurt om iemand
achter de tralies te krijgen. Rechten van rechters hoort bij formeel.…(rechts/burgerlijk)…..vordering is
formeel
Procesrecht = het proces na dat er een strafbaar feit gepleegd is. Dit hoort bij formeel recht.
Wanneer tweede kamer iets niet bestuursrechtelijk doet is het alsnog burgerlijk recht.
, Rechtsbronnen
Rechtsbronnen zijn bronnen waar wij de regels van de samenleving kunnen vinden. Wij hebben er 4.
1. Wet = regels die door overheid zijn opgesteld. Ook lokale regels horen hierbij
2. Jurisprudentie = uitspraken van rechters. Welke uitspraak heeft de rechter gedaan bij een specifieke situatie?
Wanneer dezelfde situatie voorvalt, moet hetzelfde gehandeld worden.
3. Internationale verdragen = internationale overeenkomst tussen 2 of meerdere landen
4. Gewoonte = de oudste rechtsbron, tegenwoordig schrijven we alles op in wetten en is dit minder aan de orde.
Het zijn gewoontes die regels zijn gaan vormen omdat:
Er een vaste gedragslijn te vinden is = iedereen in een bepaalde groep handelt al een lange tijde op
eenzelfde manier
Het voelt als een rechtsplicht = moreel verplicht voelen de regels te volgen
Niemand mag worden gestraft op basis van het gewoonterecht
Monistische opvatting = internationale verdragen zijn automatisch van kracht in een nationale rechtsorde.
Rangorde in wetten
1. Grondwet
2. Wetten in formele zin (door statengeneraal en regering vastgestelde wetten)
3. Algemene maatregelen van bestuur (door de regering vastgestelde wetten)
4. Ministeriele regelingen
5. Provinciale verordeningen
6. Gemeentelijke verordeningen
Een rechter moet uitspraak doen, ondanks dat er geen regel is voor een bepaalde situatie. De rechter zal in deze
situatie zelf een recht moeten vormen (rechtsvorming). Redeneervormen:
1. Analogie = wet die wordt gebruikt door de rechter om uitspraak te doen doordat er tussen die wet en de situatie
een overeenkomst is.
2. A-contrario-redenering = wanneer de situatie op de essentiële punten niet overeenkomt met een andere wet
gebruik je deze methode. Hierbij gebruikt de rechter een wet wat juist het tegenovergestelde is van de situatie.
Interpretatie
1. Grammaticale interpretatie = betekenis van het woord naar spraakgebruik bepalen
Het woord ezel kan een dier mee bedoeld worden of een dwaas. Dit heeft voor het verhaal groot belang in de
uitspraak van een rechter.
2. Historische interpretatie = kan onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen:
Wetshistorische interpretatie = je kijkt naar wat de bedoeling van de wetsopsteller was
Rechtshistorische interpretatie= wat is de reden geweest tot aanzetten van wetsvoorstel
De werkloosheidswet is ontstaan in de industriële revolutie.
3. Teleologische interpretatie = je kijkt naar waar de wet voor dient (telos = Grieks voor doel)
4. Anticiperende interpretatie = je houdt rekening met de wettelijke regel die er nog niet is
5. Systematische interpretatie = als je kijkt naar de plaats van de wet in ons systeem
Interpretatie = vaststellen wat de betekenis is van de wet die toegepast wordt op de situatie
Rechtsvinding = vinden van een recht in een concreet geval
Syllogisme = minor (een feit), major (rechtsregel) en een conclusie.
Nina is 18 jaar
Je bent minderjarig als je de leeftijd van 18 nog niet bereikt hebt
Nina is niet minderjarig
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninajansen14. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.