Biologie (BIO)
Boek: Nectar
Niveau: vwo bovenbouw
Hoofdstuk: hoofdstuk 7, evolutie
Dit is een handige samenvatting over hoofdstuk 7 van het boek Nectar (4de editie). Onderwerpen die in deze samenvatting worden genoemd zijn: verschillende evolutietheorieën, evolutieproces, fossilisatie en kun...
Biologie §7.1
Drie evolutietheorieën op chronologische volgorde:
Catastrofetheorie: tot de 18e eeuw geloofden mensen in een bovennatuurlijke
schepper: creationisme. Ook natuuronderzoeker Cuvier geloofde hierin. Hij is de
grondlegger van paleontologie, de wetenschap die fossielen bestudeert. Fossielen
die hij vond in verschillende afzettingslagen leken niet op de levende organismen. Hij
kwam met de catastrofetheorie: een grote natuurramp (uit de bijbel) was de oorzaak
dat alle levende organismen in het getroffen gebied stierven. Na elke natuurramp
werden nieuwe organismen geschapen en ontstonden dus nieuwe fossielen.
Evolutietheorie Lamarck: Lamarck kwam met een evolutietheorie. Hij constateerde
dat fossielen uit verschillende afzettingslagen overeenkomsten in bouw vertonen. Hij
dacht dat organismen tijdens zijn leven aanpaste aan zijn omgeving en deze
aanpassingen doorgaf aan zijn nakomelingen.
Evolutietheorie Charles Darwin: Darwin kwam in 1858 met een andere
evolutietheorie. In een populatie verschillen individuen in eigenschappen en de
omgeving oefent selectiedruk uit op hun overlevingskansen. Dit noem je ‘struggle
for life’. Individuen met voordelige eigenschappen in de leefomgeving leven langer
en krijgen de meeste nakomelingen. De nieuwe populaties krijgen procentueel steeds
meer individuen met de voordelige eigenschappen. Dit heet ‘survival of the fittest’.
o Neodarwinistische theorie: de erfelijkheidswetten van Mendel en de
ontdekking van het DNA geven de evolutietheorie van Darwin moleculaire
onderbouwing voor variaties in erfelijke eigenschappen. Deze ontdekkingen
vullen de theorie van Darwin aan tot de neodarwinistische theorie.
Ideeën over de afstamming van de mens veranderen steeds door fossiele vondsten van
mensachtigen. Doordat de Afrikaanse continentale plaat begon te scheuren ontstond een
vallei, aan de westelijke kant: vochtig en bosrijk, aan oostelijke kant: savanne. Dit gaf een
verschillende selectiedruk. In het westen evolueerden organismen naar mensapen. In het
oosten evolueerden organismen naar moderne mens. Fossiele vondsten tonen het gebruik
van gereedschappen (te zien aan handen). Een volgende stap in de ontwikkeling was dat
mensachtigen konden lopen op twee benen, bipedie. De opponeerbaarheid van de grote
teen verdween, hersenen ontwikkelden.
De meeste wetenschappers zijn het erover eens dat de moderne mens ongeveer 200000
jaar geleden in Afrika is ontstaan: de ‘out of Africa’-hypothese. Wetenschappers hebben
van veel bevolkingsgroepen het DNA vergeleken. Door de verwantschap in kaart te brengen
leiden ze de migratiepatronen af waarmee hun voorouders de wereld hebben bevolkt. De
onderzoekers delen daartoe mensen, op grond van overeenkomst in haplotype, in bij
bepaalde haplogroep. Via het DNA op het Y-chromosoom, leiden ze zo de herkomst af van
de gemeenschappelijke mannelijke voorouder of Y-chromosomale Adam. En de
vrouwelijke gemeenschappelijke voorouder, de mitochondriale Eva, leiden ze af via
mitochondriaal DNA (mtDNA). Door te bepalen hoeveel mutaties er zijn ontstaan in de
bevolkingsgroepen, hebben de wetenschappers, via het migratiepatroon, de mitochondriale
Eva kunnen herleiden naar Afrika.
Biologie §7.2
Als de populatiesamenstelling van de ene soort wijzigt door selectiedruk van de andere, wat
vervolgens weer selectiedruk levert voor de eerste soort wordt dat co-evolutie genoemd.
Jaren geleden zijn mensen planten en dieren gaan domesticeren, ze zijn wild groeiende
planten gaan verbouwen en wilde dieren gaan fokken. Ze hebben de planten en dieren
generaties lang op voor de mens gunstige allelen geselecteerd. Dit kweken en fokken van
rassen heet klassieke veredeling. Kunstmatige selectie is de selectie waarbij mensen een
rol spelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentevandalen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.