Tekengereedschap
(Verbale) communicatie als semiotisch proces
Als er van taalgebruik sprake is, hebben we te maken met een uiterlijke
verschijningsvorm – een luchtstroom (bij gesproken taal) of een grafische
realisatie (in geval van geschreven taal) – die op de een of andere manier
verstaan of begrepen wordt.
Algemeen gesteld moeten twee zaken duidelijk onderscheiden worden:
- Het teken als waarneembaar verschijnsel
- De betekenis die dat verschijnsel uitdrukt
De relatie tussen tekens en betekenissen en het communicatief gebruik van
tekens vormen het onderwerp van deze studietekst.
Informatieoverdracht door tekens
Als we over het gebruik van tekens spreken, doen we dat gewoonlijk in de
veronderstelling dat er sprake is van een situatie waarbij iemand die iets te
kennen wil geven, tekens geeft aan iemand anders. Een communicatieproces
omvat dan ook tenminste drie grootheden: een zender, een ontvanger en een
boodschap.
Bij verbale communicatie (communicatie met behulp van taaltekens) betreft het
een spreker of schrijver die een (gesproken of geschreven) tekst voortbrengt, en
een hoorder of lezer die de tekst waarneemt en interpreteert. Een
communicatieve boodschap heeft twee aspecten: een uiterlijke, waarneembare
realisatievorm en een betekenisinhoud.
Wanneer we het over een (taal)teken hebben, bedoelen we steeds de vormelijke
of formele kwaliteit van een boodschap, die – indien waargenomen en
geïnterpreteerd – verbonden is met een bepaalde betekenis. Iemand die
bepaalde informatie wil overdragen, moet een boodschap samenstellen. Hij moet
‘wat hij in gedachten heeft’ op de een of andere manier objectiveren zodat de
ontvanger de boodschap kan waarnemen en er een betekenis aan kan
toekennen. Bij communicatie gaat het uiteindelijk om informatieoverdracht van
een zender naar een ontvanger, en die overdracht komt tot stand via een teken
of een reeks van tekens. Aan de kant van de zender is er doorgaans sprake van
een intentie. Hij/zij wil bepaalde informatie overdragen.
In de semiotiek (teken in het Grieks) worden tekens ingedeeld in drie hoofdtypen:
1. Aard van de relatie (enerzijds het teken en anderzijds de betekenis)
2. Vatten we een teken op als iets wat staat voor iets wat het zelf eigenlijk
niet is, dan heeft een teken een representatief karakter.
3. Het teken verwijst de stand van zaken in de werkelijkheid. Het object van
de semiotiek of ‘tekenleer’ wordt daarom ook wel omschreven als
representatie.
Peirce maakte een onderverdeling van tekens in iconen, indexen en symbolen.
Iconische tekens
Een iconisch teken (of icon) functioneert op basis van een gelijkenisrelatie tussen
het teken en datgene waar het naar verwijst. Een duidelijk voorbeeld van een
iconisch teken is de politieke spotprent. Uiteraard is de getekende figuur dit
, personage niet echt. Dat we aan de prent deze betekeniswaarde toekennen,
komt simpelweg omdat er een uiterlijke-gelijkenisrelatie bestaat tussen de
persoon en de afbeelding. Het denotatum (degene naar wie verwezen wordt), en
de afbeelding (de represenatie) delen een aantal kenmerkelijke eigenschappen.
Bij spotprenten worden die kenmerkende eigenschappen sterk overdreven. In dit
verband kunnen we erop wijzen dat iemands fotografische afbeelding eveneens
een iconisch teken is. De foto is weer niet met de persoon in kwestie gelijk te
stellen, maar verwijs – opnieuw op grond van een gelijkenisrelatie – naar de
persoon in de werkelijkheid.
Iconische tekens kunnen onderling verschillen in de graag van iconiciteit. Een
foto lijkt meestal meer op de reële persoon dan een geschilderd portret, en dat
weer meer dan een cartoon. Een cartoon heeft een lagere graag van iconiciteit,
omdat de gelijkenis beperkt blijft tot een klein aantal (typerende) eigenschappen.
Een ander voorbeeld van een iconisch teken is de landkaart. Daar zijn ruimtelijke
relaties in de werkelijkheid op beknopte schaal op papier tot uitdrukking
gebracht.
Inhoud versus strekking
De communicatieve strekking duiden we aan als de pragmatische (of functionele)
betekenis van het teken. Om de uiteindelijke strekking van het gebruikte
iconische teken vast te kunnen stellen, moet de ontvanger zich een passend
kader van die activiteit voorstellen, moet hij een context oproepen waarin die
activiteit concreet gestalte kan krijgen.
We onderscheiden dus de letterlijke betekenisinhoud waartoe een teken
aanleiding geeft, en de communicatieve betekenis van die letterlijke inhoud. Het
vraagstuk hoe zenders tekens kunnen gebruiken om hun bedoelingen kenbaar te
maken, en hoe ontvangers de communicatieve strekking van boodschappen
kunnen herkennen, staat in de semiotiek centraal. Binnen de (linguïstische)
pragmatiek gaat het speciaal om wat de crux vormt van verbale
communicatieprocessen: de functionele interpretatie van talige boodschappen.
Dit artikel richt zich enkel op de letterlijke (of semantische) betekenis van
(taal)tekens en tekenreeksen.
Teken en betekenis
Een algemeen verschijnsel dat in dit verband kort ter sprake moet komen, is dat
de stand van zaken waarnaar via tekens verwezen wordt, niet steeds van
dezelfde orde is.
Concept: een voorstelling in de geest, een ‘mental picture’ met betrekking tot
(mogelijke) toestanden in de werkelijkheid.
Een apart geval vormen nog woorden als dinosaurus. Hun betekenis is dat ze
naar een concept verwijzen (het prehistorische dier in kwestie) zonder dat dit
concept ‘verantwoord’ wordt door een entiteit in de tegenwoordige werkelijkheid:
het beest is immers uitgestorven.
Taal en inconiteit
Uit semiotisch perspectief gezien, hebben sommige taaltekens een iconische
status. Werkwoorden als blaffen, grommen en janken verwijzen allemaal naar de
geluiden die honden maken. Het is duidelijk dat in het teken een impressie wordt
gegeven van een ‘stand van zaken’ die dan wel in de vorm van geluid bestaat,
dan wel gekenmerkt wordt door een auditieve eigenschap. Een bons is iets wat je
hoort en bestaat op geen andere wijze dan als geluid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnewezenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.