Karakter van opzet
Juridisch: objectief, deels normatief (‘intentie die uit de uiterlijk waarneembare gedraging spreekt’)
o Objectieve invulling: objectieve omstandigheden (uiterlijk waarneembare feiten)
o Normatieve invulling: beroep op maatschappelijke normen over opzettelijk gedrag
o Niet puur subjectief of psychisch ingevuld
Bij middelengebruik of geestelijke stoornis ontbreekt opzet alleen bij gebrek aan ‘ieder inzicht’ in de
gevolgen van de gedragingen (NJ 2006/448 en NJ 2009/157).
Kleurloos opzet
o Opzet is niet gericht op wederrechtelijkheid (geen boos opzet, dolus malus)
o Tenzij: ‘opzettelijk wederrechtelijk’ in delictsomschrijving opzet op de wederrechtelijkheid
o Het motief om een strafbare gedraging te verrichten is irrelevant.
Algemeen: dolus generalis
o Opzet niet op een specifieke gang van zaken, wat verdachte precies heeft gewild en op welke manier. Bijv. bij het
doden van de verkeerde persoon, wordt nog opzet op de dood van de verkeerde persoon aangenomen.
o HR Error in persona: verdachte is veroordeeld wegens het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten
rade omdat hij drie personen heeft overgehaald, onder meer door toezegging van een geldbedrag, de vader van zijn
ex-vriendin kapot te slaan. De uitvoerders van dit plan hebben iemand die zij bij vergissing voor het beoogde
slachtoffer hielden met een mes ernstig letsel toegebracht. Het hof kon oordelen dat de verdachte (voorwaardelijk)
opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel (door o.a.) messteken aan een persoon die later het
(verkeerde) slachtoffer bleek te zijn. De omstandigheid dat de verdachte met zijn mededaders had afgesproken dat
zij het beoogde slachtoffer kapot zouden slaan, doet hieraan niet af. Vgl. HR Oldsmobile.
Waar moet het opzet op gericht zijn?
Opzet moet gericht zijn op alle bestanddelen in de delictsomschrijving die na het woord ‘opzet’ komen.
Als het opzet is ‘ingeblikt’ in een ander bestanddeel, zal per delict afzonderlijk moeten worden bepaald of het opzet
betrekking heeft op alle bestanddelen die erna volgen. Wel zal het opzet in ieder geval op de handeling en het constitutieve
gevolg moeten zijn gericht.
Uitzondering: opzet hoeft niet gericht te zijn op geobjectiveerde bestanddelen (bijv. ‘indien daarbij enig gevaar te duchten
was’ in art. 157 Sr).
Voorwaardelijk opzet: het willens en wetens aanvaarden van de aanmerkelijke kans op het intreden van een bepaald gevolg
Aanmerkelijke kans
HR HIV I en HR Aanmerkelijke kans
o De vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de
omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan:
Aard van de gedraging
Omstandigheden waaronder de gedraging is verricht
Niet: ernst van het gevolg
o Het moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
o Aanmerkelijke kans: naar algemene ervaringsregels in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke
mogelijkheid (of: de geenszins als denkbeeldig te verwaarloze kans).
o De exacte grootte van de kans laat zich niet in het algemeen of in een percentage uitdrukken.
Bewustzijn van de aanmerkelijke kans (weten)
De verdachte heeft ten tijde van de gedraging wetenschap gehad van de aanmerkelijke kans dat het gevolg door zijn
gedraging zal intreden. M.a.w. de verdachte is zich van die aanmerkelijke kans bewust geweest.
Het betreft een objectivering van subjectieve vraag.
o Uiterlijk waarneembare feiten en omstandigheden
o Algemene ervaringsregels
o Feiten van algemene bekendheid (HR Drugs in tas)
o Garantenstellung: aan bepaalde mensen kunnen op grond van hun beroep, opleiding en training andere eisen
worden gesteld dan aan een normale burger (HR Verpleegster).
o Onderzoeksplicht (bijv. in opiumzaken)
1
, Aanvaarding van de aanmerkelijke kans (willen)
De verdachte heeft die aanmerkelijke kans ten tijde van de gedraging bewust aanvaard c.q. op de koop toegenomen.
o Uit de enkele omstandigheid dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal
intreden, kan niet zonder meer volgen dat hij de aanmerkelijke kans op het gevolg ook bewust heeft aanvaard,
omdat in geval van die wetenschap ook sprake kan zijn van bewuste schuld.
Van degene die weet heeft van de aanmerkelijke kans op het gevolg, maar die naar het oordeel van de
rechter ervan is uitgegaan dat het gevolg niet zal intreden (bewuste schuld), kan wel worden gezegd dat hij
met (grove) onachtzaamheid heeft gehandeld, maar niet dat zijn opzet in voorwaardelijke vorm opdat
gevolg gericht is geweest.
o De houding van verdachte is vaak doorslaggevend (HR Porsche, HR Spookrijder)
De houding van verdachte tegenover de aanmerkelijke kans is volgens de Hoge Raad min of meer als scheidslijn
tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld te beschouwen.
o Of iemand de aanmerkelijke kans waarvan hij kennis had heeft aanvaard, valt af te leiden uit:
Verklaringen van verdachte of evt. getuigen
HR Spookrijder: verdachte verklaarde bij zijn aanhouding dat hij het kicken vond om met zijn auto
tegen het verkeer in te rijden.
Gedragingen: opzet ligt in de gedraging besloten (opzet-in-actie)
HR HIV I: bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt
als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het (behoudens contra-indicaties) niet anders kan
zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
HR Inrijden op agent: verdachte kreeg ’s nachts de vordering van een politieagent in uniform om
zijn auto tot stilstand te brengen, hetgeen de agent deed door zijn arm recht omhoog te steken,
midden op de weg staande. De verdachte reed echter door en slechts doordat de agent opzij
sprong wist hij nog maar net een ongeval te voorkomen. Verdachte werd veroordeeld voor poging
tot doodslag.
HR Stiefmoeder: verdachte wist dat de gezondheidstoestand van slachtoffer zorgwekkend was en
heeft, wetende dat het die nacht zou gaan vriezen, het slachtoffer zonder voldoende kleding of
beddengoed om zich te verwarmen laten verblijven in een koude en onverwarmde ruimte.
Slachtoffer is extreem onderkoeld geraakt. Er is sprake van een aanmerkelijke kans dat het
slachtoffer zou komen te overlijden en verdachte was zich van die kans bewust. De gedragingen
van de verdachte, waaronder het nalaten zich in die nacht te vergewissen van het welzijn van het
slachtoffer, kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer op de
dood van het slachtoffer gericht dat ze die kans bewust heeft aanvaard. De omstandigheid dat
verdachte ’s ochtends medische hulp heeft ingeroepen, waardoor het slachtoffer niet is
overleden, doet daaraan niet af.
Contra-indicaties
HR Porsche: de spookrijdende bestuurder heeft, voordat de fatale botsing heeft plaatsgevonden,
verschillende ingezette inhaalmanoeuvres afgebroken.
Hoe gevaarlijk een persoon ook rijdt, je kunt er bijna niet vanuit gaan dat iemand zijn eigen dood
op de koop toeneemt, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.
HR Steken verkort mes: verdachte heeft met krachtige bewegingen zes messteken in iemands rug
toegediend, maar de omstandigheid dat de verdachte de effectieve lengte van het mes heeft
bekort door het lemmet met draad te omwinden vormt een contra-indicatie.
Voorwaardelijk opzet in het verkeer
Zie de conclusie bij HR 11 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:730.
In gevallen waarin de bestuurder van een voertuig zich in het verkeer schuldig heeft gemaakt aan zeer gevaar zettende gedragingen
met dodelijke afloop, kan onder omstandigheden (over de band van het voorwaardelijk opzet) worden aangenomen dat de bestuurder
het slachtoffer van dat ongeval opzettelijk van het leven heeft beroofd. Bepaalde gedragingen kunnen immers naar hun uiterlijke
verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het (behoudens contra-indicaties) niet anders kan
zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het fatale gevolg heeft aanvaard.
Contra-indicatie
HR Porsche: verdachte heeft na gebruik van alcoholhoudende drank met een personenauto, merk Porsche, zeer gevaarlijk gereden en
een verkeersongeval veroorzaakt waarbij vijf personen (te weten de vier inzittenden van de auto waarmee de Porsche in botsing is
2
,gekomen alsmede de mede-inzittende van de Porsche) het leven hebben verloren. Alleen de verdachte zelf heeft het ongeval
overleefd. Heeft de verdachte deze vijf personen opzettelijk van het leven beroofd?
In gevallen als het onderhavige, dat zich hierdoor kenmerkt dat de verdachte door zijn handelwijze ook zelf aanmerkelijk levensgevaar
heeft gelopen, dient de rechter evenwel in zijn oordeel te betrekken dat (behoudens aanwijzingen voor het tegendeel) naar algemene
ervaringsregels niet waarschijnlijk is dat de verdachte de aanmerkelijke kans dat een frontale botsing met een tegemoetkomende auto
zal plaatsvinden, en hij als gevolg van zijn gedraging zelf het leven zal verliezen, eveneens op de koop toe neemt. Gelet op het
overwogene en in aanmerking genomen dat de verdachte meermalen (kennelijk om een botsing te vermijden) een ingezette
inhaalmanoeuvre heeft afgebroken voor de fatale inhaalmanoeuvre uit te voeren, hetgeen er op wijst dat althans in de voorstelling en
naar de verwachting van de verdachte laatstbedoelde manoeuvre niet tot een botsing zou leiden, behoeft de bewezenverklaring, in het
bijzonder voor zover daarbij is aangenomen dat de opzet van verdachte was gericht op de dood van de slachtoffers, nadere motivering.
Uit dit arrest kan worden afgeleid dat voor het aannemen van opzettelijke levensberoving in het verkeer het enkele uitvoeren van
gevaarlijke verkeersmanoeuvres en het (in ernstige mate) overtreden van de verkeersregels niet altijd voldoende is. Het moet dus gaan
om méér dan roekeloos rijgedrag. Wanneer bovendien blijkt dat de verdachte door zijn handelwijze zelf ook aanmerkelijk levensgevaar
heeft gelopen, dient de rechter in zijn oordeel te betrekken dat het naar algemene ervaringsregels niet waarschijnlijk is dat de
verdachte met deze gedraging ook de kans dat hij zijn eigen leven zou verliezen op de koop heeft toegenomen.
Inrijden op een politieagent
Hoge motiveringseisen worden echter niet gesteld in zaken waarin de verdachte zijn auto heeft ingezet als ‘wapen’ en deze inzet kan
worden gezien als een ‘doelbewuste jegens een ander gerichte geweldshandeling’.
HR Inrijden op agent: verdachte kreeg ’s nachts de vordering van een politieagent in uniform om zijn auto tot stilstand te brengen,
hetgeen de agent deed door zijn arm recht omhoog te steken, midden op de weg staande. De verdachte reed echter door en slechts
doordat de agent opzij sprong wist hij nog maar net een ongeval te voorkomen. Verdachte werd veroordeeld voor poging tot doodslag,
aangezien verdachte bewust een kans om een ander omver te rijden en dan naar redelijke verwachting van het leven te beroven, in het
leven heeft geroepen en blijkens zijn doorrijden heeft aanvaard.
Zie de rechtspraak over het inrijden op een politieagent in de conclusie.
Samenvatting
Of een verdachte (over de band van voorwaardelijk opzet) kan worden veroordeeld voor (een poging tot) doodslag of voor (een poging
tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel in het verkeer is afhankelijk van de berispelijke gedragingen van de verdachte en van
de omstandigheden waaronder die hebben plaatsgehad.
Wat betreft het bewijs van de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel of de dood zal de rechter zodanige omstandigheden
dienen vast te stellen waaruit kan volgen dat en in welke mate een ongeval met dat letsel, respectievelijk met een dodelijke afloop
waarschijnlijk was. Bezwaarlijk laten zich meer algemene regels ontwikkelen. Vergelijkenderwijze zal van geval tot geval moeten
worden beoordeeld of de bedoelde omstandigheden kunnen worden vastgesteld. De aard en ernst van de gevolgen hebben op zichzelf
geen invloed op de hoogte van de drempel voor de ‘aanmerkelijkheid’ van de kans op het intreden van die gevolgen.
Bij beantwoording van de vraag of de verdachte het zwaar lichamelijk letsel of de dood van het slachtoffer welbewust heeft aanvaard,
kan onderscheid worden gemaakt tussen twee categorieën van gedragingen:
Een gevaarlijke verkeersmanoeuvre (méér dan roekeloos rijgedrag)
De omstandigheid dat de verdachte zelf ook gevaar loopt zijn eigen leven te verliezen vormt een contra-indicatie voor het
aannemen van voorwaardelijk opzet. Daarbij geldt een hoge motiveringseis voor de rechter.
Een doelbewuste, tegen het slachtoffer gerichte geweldshandeling
Een doelbewuste geweldshandeling kan daarentegen een zelfstandig argument opleveren voor het bewijs van
(voorwaardelijk) opzet op het gevolg. Bij een dergelijke ‘doelbewuste geweldshandeling’ vervalt de motiveringseis voor de
rechter om nader toe te lichten of de verdachte de kans op zijn eigen dood al dan niet heeft aanvaard. Bij
geweldshandelingen gepleegd met een voertuig kan de omstandigheid dat het leven van de verdachte zelf ook in gevaar was
in beginsel niet als een contra-indicatie worden aangemerkt.
Opzet op de dood in het verkeer wordt met name aangenomen in zaken waarin:
Opzet of onverschilligheid eigen dood (blijkens verklaring of handeling)
Doelbewuste geweldhandelingen (inrijden op personen, rammen van auto)
Ongelijk risico (sterke en zwakke verkeersdeelnemer)
In verkeerssituaties vormt de aanvaarding van de aanmerkelijke kans vaak het heikele punt.
3
, HR 11 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:730
Verdachte heeft een taxibusje gestolen op Schiphol en tijdens een vluchtpoging ontstond een dollemansrit op de weg. Verdachte is
t.a.v. twee verkeersongevallen veroordeeld voor poging tot doodslag in het verkeer.
Verdachte reed tegen het verkeer in met een snelheid van 100 km per uur in de richting van verbalisant 1, die hem op zijn
dienstmotor tegemoet kwam rijden. De verbalisant heeft de verdachte uiteindelijk kunnen ontwijken door op het laatste
moment de middenberm in te rijden, alwaar hij van zijn motor is gevallen.
Even later trachtten verbalisant 2 en 3 met hun dienstauto de verdachte tot stoppen te bewegen. De verdachte reed links
naast het dienstvoertuig en heeft met het taxibusje een ferme stuurbeweging naar rechts gemaakt, waarbij hij het
dienstvoertuig aan de linkerzijde heeft geraakt. Verbalisant 2 heeft als bestuurders van het dienstvoertuig stuurmanoeuvres
moeten uitvoeren om niet te verongelukken. Het dienstvoertuig is uiteindelijk in de middenberm tot stilstand gekomen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nora99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.85. You're not tied to anything after your purchase.