Samenvatting geschiedenis hoofdstuk 5: tijd van ontdekkers en
hervormers.
Dit hoofdstuk heet tijd van ontdekkers en hervormers. Dit is de vroegmoderne tijd tussen 1500-1600
(dus de 16de eeuw). Rond 1500 begint de vroegmoderne tijd, dit is de tijd van de toenemende handel
en contacten met verschillende culturen. Er is veel nieuwsgierigheid, maar ook nieuwe
handelsmogelijkheden en de drang om het christendom te verspreiden. Er ontstond een nieuwe
manier van denken, waarbij de kerk niet voor iedereen de hoofdrol speelde. Er kwam juist kritiek op
de kerken waardoor het christendom niet langer een eenheid vormende. Mensen vonden leven op
aarde belangrijker dan het leven na de dood.
De kenmerkende aspecten van dit hoofdstuk zijn:
- Het begin van de Europese overzee expansie
- Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
- De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg
had
- Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van Nederlandse staat
Introductie H5
Karel V en zijn zoon Filips zijn aan de macht. De symbolen van hun heerschappij zijn de
aardbol, een scepter en een zwaard. Ze zijn trots en arrogant en dit komt omdat Karel V
heerst over een groot rijk (dit begon bij Spanje). Sommige delen geërfd en sommige delen
veroverd, vooral aan de overzijde van de Atlantische oceaan heeft grote gebieden aan Karel
V zijn Habsburgse rijk toegevoegd. Karel en Filips waren altijd in gevecht vaak ook tegelijk.
Bijvoorbeeld met Frankrijk en tegelijkertijd met de Arabieren in Noord-Afrika die ze hadden
verdreven uit Spanje. Iedereen in Habsburgse rijk moest zich bekeren tot katholicisme, wie
afweek van het katholieke leer werd vervolgd.
H5.1
In het noorden van Italië was internationale handel al vroeg op gang. Hierdoor waren er ook
best wel veel rijke handelaren. Ze lieten zich goed verwennen door nieuwe huizen te bouwen
en kochten standbeelden, schilderijen en andere kunstwerken. Renaissance begon in Italië
vooral, omdat er veel kunstwerken waren. Maar, ook omdat er veel klassieke erfgoed
aanwezig was. In veel steden stonden er nog ruïnes van oude gebouwen uit de Romeinse
tijd. Ook brachten handelaren en eerdere kruistocht ridders veel oude klassieke teksten.
Iedereen die rijk was en hoge geestelijken zoals, de paus, kardinalen en bisschoppen genoten
van het leven. Ze streefde naar pracht en praal en daarom gaven ze de beste kunstenaars de
opdracht om standbeelden en schilderijen te maken in een Griekse en Romeinse stijl. Zo
konden ze hun bewondering van klassieke oudheid laten zien. In de middeleeuwen werd veel
nagedacht en de kerk stimuleerde dat zolang dit niet tegen de kerkleer inging. De
middeleeuwse denkwijze was vooral gericht op het geloof en de zorg om na de dood een
plek in de hemel te krijgen. De rijke burgers ontwikkelde een levenshouding waarbij leven op
aarde belangrijker was dan het hiernamaals. Ook wouden sommige mensen niet meer de
kerkleer volgen. Net als schrijvers en filosofen uit de klassieke oudheid discussieerde ze over
politiek, godsdienst en moraal. Met nadenken, argumenteren, redeneren en onderzoeken
, hoopten zij de wereld beter te leren kennen en te verbeteren. Deze levenshouding heet
humanisme. Humanisten bediscussieerde ook kerkelijke zaken als zij daar aanleiding toe
zagen. Zo ook de Nederlandse humanist Erasmus. Hij wou van de oude bijbel vertaling
Vulgaat, een verantwoordelijke bijbel vertaling maken. Hij ontdekte talloze taalfouten in de
Vulgaat. Deze ontdekking vond de kerk niet leuk, want als er taalfouten zijn kloppen de
kerkelijke regels nog? Sommige humanisten bestudeerde de mens als een biologisch wezen.
Hierdoor kregen ze meer inzicht op de bouw en werking van het menselijke lichaam.
H5.2
Omstreeks 14 50 beperkte het wereldbeeld van de Europeanen zich tot Europa noord- Afrika
en kleine delen van Azië. Toscanelli een wetenschapper uit Florence leerde de wereldkaarten
kennen die waren gemaakt door Griekse cartografen. Doordat Arabieren ottomanen en
Noord-Italië wilde verdienen aan de handel in Aziatische producten waren deze producten in
Spanje en Portugal heel duur. De Arabieren en de ottomanen weigerde die handelaars hun
gebieden toe te treden. De Portugezen gingen daardoor een reis plannen naar Indië (langs de
Afrikaanse kust). Maar geen Europeaan wist precies maar in die lag. Bartolomeus Diaz voerde
in 1488 naar het zuidpunt van Afrika. In 1479 bereikt de Vasco da Gama de westkust van
India. De Portugese bezette er kustplaatsen en eilanden en versterkte deze met forten en
soldaten. Vanuit deze factorijen dreven ze handel met de inheemse bevolking. Er waren nu
twee handelsroute waarlangs Aziatische producten naar Europa kwamen Arabieren en
ottomanen beheersten de landroute Portugese de zeeroute. Ook de Spaanse koning
Ferdinand en koningin Isabella groot grootouders van Karel v, waren geïnteresseerd In het
vinden van een zeeroute naar Azië. De handelaar Christopher Columbus kende de kaarten
van Toscanelli en hij beweerde dat hij India kon bereiken door naar het westen te varen. Hij
vroeg de Portugese koning om geld maar die wees hem af, de Spaanse koning en koningin
hadden wel interesse en in 1492 kon Columbus 3 schepen uitrusten. Na 5 weken varen
arriveerde Columbus In de Caraïben. Hij noemde de inwoners indianen, Omdat hij dacht dat
hij India had bereikt. Om te voorkomen dat Spanje en Portugal onderling In de oorlog zouden
raken over de macht in de nieuwe wereld kwam er onder leiding van de paus in 1494 een
verdrag van Tordesillas. Daarin werd de westelijke helft van de wereld toegewezen aan
Spanje en de oostelijke helft aan Portugal. De ontdekkingsreiziger Vespucci verkende enkele
jaren naar de reis van Columbus Zuid-Amerika. Hij besefte dat het ontdekte gebied een
onbekend werelddeel was. De naam Amerika is afgeleid van Vespucci ’s voornaam Amerigo.
Vooral verarmde Spaanse adel ging in Amerika op zoek naar rijkdom en geluk. Deze kon
conquistadores trokken gewapend het binnenland in. Hernán Cortés viel in 1519 met enkele
tientallen conquistadores het gebied van de Azteken binnen. Deze indianen met een
hoogontwikkelde cultuur waren oppermachtig in Midden-Amerika, zij leefden in grote
steden. Handelaren, ambachtslieden en boeren zorgden voor een bloeiende economie. De
conquistadores sloten bondgenootschappen met de inheemse stammen die vijandig stonden
tegen ten opzichte van de Azteken. Al snel braken gevechten uit, de Azteken waren In de
meerderheid, maar legde het niet af tegen de Spaanse vuurwapens. Maar het grootste
gevaar, was de ziektekiemen die de Spanjaarden bij zich droegen. De indianen waren niet
bestand tegen Europese ziektekiemen en die stierven er massaal aan. Lokale indianen werkte
op plantages en mijnen, maar zij waren niet bestand tegen het zware werk van de uitbuiting
en dit leidde tot veel slachtoffers. De Spaanse geestelijke de Las Casas trokken door de
nieuwe wereld en pleitte ervoor om de indianen te sparen en Afrikaanse slaven in te zetten
voor het werk. In 1542 kwamen er nieuwe wetten, daarin stond dat indianen volwaardige
Mensen waren mits zij christelijk werden. Maar toch ging bij uitbuiting van indianen gewoon
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller girld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.