Hoofdstuk 2: Theories of migration (pagina 20 t/m 32)
Internationale migratie wordt vaak gewijd aan twee vormen van
wetenschappelijk onderzoek:
- onderzoek naar determinanten, processen, patronen
- onderzoek naar de manieren waarop migranten betrokken worden in het
ontvangende land
Migration process: alle factoren en interacties die leiden tot internationale
migratie en internationale migratie beïnvloeden.
Migratie theorieën:
Neoclassical theory:
* mensen hebben volledige kennis over inkomens en werkgelegenheid in
een gebied.
* migratie is een individuele beslissing gebaseerd op rationaliteit
(afweging kosten/voordelen)
* Ravenstein (19e eeuw) → formuleerde statistische wetten voor migratie.
Dit waren algemene beweringen, waarbij mensen van dichtbevolkte
regio’s naar schaars bevolkte regio’s /van arme naar rijke regio’s zouden
verhuizen (push/pull).
* Borjas → migratiestromen leiden economisch equilibrium
* Kritiek op de theorie: kan huidige en toekomstige migratie niet
verklaren/voorspellen + negeert de geschiedenis + onderschat politieke
ingrepen.
* Dual labour market theory:
* institutionele factoren + ras en geslacht → segmentatie in arbeidsmarkt
* Piore → internationale migratie veroorzaakt door structurele vraag in
welvarende landen.
Onderscheid in primary labour market (hoger inkomen, hogere status) en
secondary labour market (lager inkomen, lagere status)
* Focust zich op de vraagzijde van migratie (structurele factoren)
* Politiek kan leiden tot illegale migratie
New economics of labour migration approach
* Beslissingen gemaakt door groep i.p.v. individu
* Focust zich net als de neoclassical theory op aanbodzijde van migratie
(factoren die mensen aantrekken)
Historical-institutional approach
* Gekeken naar massamigratie
* Kloof tussen arm en rijk groter
* Dependency theory: onderontwikkeling van de Derde Wereld te danken
aan uitbuiting grondstoffen.
* World systems theory → de manier waarop perifere gebieden
gecontroleerd worden door kerngebieden.
* Kritiek: onderschat de menselijke macht (motieven/verhuizingen van
individuelen + groepen)
Migration systems theory:
* Twee of meer landen die onderling migranten uitwisselen
* Migratie bepaald door relaties tussen twee landen
* Macro-structures: grootschalige institutionele factoren
, * Micro-structures: netwerken etc. van migranten zelf (cultural/social
capital)
* Meso-structures: mensen/instituties die bemiddelen tussen migranten en
politiek + economie
* Cumulative causation: wanneer één schaap over de dam gaat volgen er
meer
Verschil migration systems theory en migration networks theory → eerste
geografisch, tweede antropologisch/sociologisch
Transnational theory:
* Globalisering en technologische ontwikkelingen zorgen voor goede
verbindingen met thuisland.
* Transnationalism from above: activiteiten bestuurd door instituties
* Transnationalism from below: activiteiten van immigranten + bedrijven
van hun thuisland
* Diaspora = transnationale gemeenschappen
Hoewel migratie altijd net even anders verloopt, is het toch mogelijk om
bepaalde overeenkomsten op sociaal gebied te vinden.
2 verschillende soorten migratie
Economically motivated migration
Forced migration
Eco. motivated:
Jonge economisch actieve mensen, gefocust op hun doel: ‘target
earners’
In hogelonenlanden geld verdienen om thuis de situatie te
verbeteren. Thuis kopen ze dan land, richten ze een bedrijf op,
bouwen ze een huis, betalen educatie van familie, et cetera.
Sommige gaan terug, anderen blijven, derden gaan terug maar
komen uiteindelijk weer naar het welvarende land toe. Wanneer ze
blijven is het vaak vanwege nieuwe partners, gekregen kinderen, et
cetera. In eerste instantie waren ze niet van plan te blijven, slechts
een tijdelijke flow van arbeidmigratie. Als de overheid dit na jaren
uiteindelijk wil stoppen is het vaak geen tijdelijke arbeidsflow meer
maar ware familiereünie. Dan is er dus constante flow ontstaan. Het
kan ook echter zo zijn dat een specifieke sector in het land
afhankelijk is van de buitenlandse arbeidskrachten, en dat dat de
reden is voor de flow.
Beleidsmakers zijn niet in staat migratie te zien als dynamisch
sociaal proces dat aan de basis ligt van vele maatschappelijke en
politieke problemen. Er wordt in eerste instantie slechts alleen
gekeken naar economische modellen en marktfactoren. Maar
migratie kan niet zomaar aan of uit worden gezet. Ook al zijn de
econimsche factoren verdwenen, dan nog blijven de sociale factoren
over. (Zoals bij de gastarbeiders in Nederland, of Europese migratie
naar VS rond 1900.)
Voor landen met democratische rechten en sterke rechtssystemen is
moeilijk te voorkomen dat migratie uiteindelijk permanente vestiging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HumanGeography101RUG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.