Samenvatting Alles over financiële zelfredzaamheid en personeelsbeleid
4 views 0 purchase
Course
Bedrijfseconomie
Level
HAVO
Hierin staat alle theorie die je moet weten over enkelvoudige en samengestelde interest, hypotheken, erven, trouwen en scheiden.
Ook staat hier alle theorie die je moet weten over de verschillende soorten functies en hoe deze zorgen voor organisatiestructuren.
Bedrijfseconomie financiële zelfredzaamheid en personeelsbeleid en interne
organisatie
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
In 2015 is de nieuwe studiefinanciering ingevoerd voor het hoge onderwijs. Hierbij zijn de
afschaffing van de ‘gratis’ studiebeurs en de invoering van het sociaal leenstelsel de belangrijkste
veranderingen. Bij de invoering van het sociaal leenstelsel kan iedereen tegen gunstige
voorwaarden geld lenen van de overheid ter financiering van de studie. De investering die je doet
in je studie bestaat uit tijd, energie en geld. Dezelfde investering betaalt zich terug in
bijvoorbeeld inkomen. Omdat Nederland bij een van de sterkste kenniseconomieën wil horen,
moeten steeds meer jongeren een hogere opleiding gaan volgen. Studenten met een
mastergraad verdienen 2x zoveel als mensen met een hbo of mbo-diploma. Hoeveel het inkomen
precies zou zijn hangt af van de soort opleiding, vraag en aanbod op de arbeidsmarkt,
werkervaring, etc.
Het kiezen van een vervolgopleiding is niet altijd even makkelijk en vraagt veel tijd en
energie. Bij het kiezen van een opleiding spelen diverse factoren een rol, zoals aantrekking tot de
studie, de interesses en de talenten van een scholier, het perspectief op de arbeidsmarkt en het
salaris.
Paragraaf 2
Je hebt verschillende soorten verzekeringen. Vanaf je 18e ben je verplicht om een
zorgverzekering af te sluiten. Dat is een verzekering voor ziektekosten. Als student kom e
automatisch in aanmerking voor een zorgtoeslag. De zorgtoeslag is een tegemoetkoming van de
overheid in de kosten van een zorgverzekering.
Een zorgverzekering is een voorbeeld van een schadeverzekering. Een schadeverzekering
stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd risico (=waarde waarvoor je
verzekerd bent).
Reisverzekering, arbeidsongeschiktheidsverzekering, aansprakelijkheidsverzekering en zijn
allemaal voorbeelden van schadeverzekeringen die niet verplicht zijn maar wel handig zijn om te
hebben. Je hebt ook een inboedelverzekering en een opstalverzekering. Met een
inboedelverzekering ben je verzekerd tegen schade aan je spullen door brand, water, inbraak of
storm. Een opstalverzekering is een verzekering voor alles wat aan je huis zit, zoals je keuken,
maar deze is verplicht voor mensen met een koopwoning. Je hebt ook de AVP (=verzekering die
de verzekerde beschermt tegen het risico van aansprakelijkheid) de AVP vergoedt letsel en
zaakschade die door de verzekerde worden aangericht.
De verplichte schadeverzekeringen zijn de zorgverzekering en de autoverzekering de rest is
naar keuze. Sommige schadeverzekeringen hebben ook een deel “eigen risico”, dit is ter
voorkoming van moreel wangedrag.
Om de te verwachten schade te berekenen, hanteren we de volgende formule:
Kans x aantal mensen x bedrag= de verwachten schadelast
Wanneer vervolgens de verzekeringspremie wordt gevraagd, hanteren we deze formule:
Verwachten schade: aantal mensen= verzekeringspremie
Naast schadeverzekeringen zijn er ook levensverzekeringen. Een levensverzekering heeft te
maken met het leven en overlijden van een persoon. Levensverzekeringen zijn er in allerlei
vormen:
- Uitvaartverzekering, er wordt een bepaald bedrag uitgekeerd aan de nabestaanden dit kan
worden gebruikt als dekking van de kosten van de uitvaart.
- Lijfrenteverzekering, een bepaald bedrag wordt uitgekeerd als aanvulling op de
AOW/pensioen dit gebeurt op een afgesproken datum of het bereiken van een bepaalde
leeftijd. Als deze leeftijd niet wordt gehaald, wordt het bedrag niet uitgekeerd. Een vorm van
een lijfrenteverzekering is een levenslange lijfrenteverzekering deze verzekert
het langlevenrisico.
1
, - Overlijdensrisicoverzekering, verzekering voor het risico van overlijden. Nabestaanden
ontvangen een vast bedrag als je overlijdt.
Het verschil tussen een schadeverzekering en een levensverzekering is dat een
schadeverzekering de schade vergoedt die optreedt bij een verzekerd risico (de hoogte van deze
vergoeding is geheel afhankelijk van de grootte van de schade). En een levensverzekering keert
een bepaald bedrag uit bij het overlijden van de verzekerde of het behalen van een bepaalde
leeftijd.
Voordelen en nadelen van verzekeringen:
Voordelen:
Als je bent verzekerd word je schadeloosgesteld na het optreden van een verzekerd risico.
Nadelen:
Je moet premie betalen, waardoor je besteedbaar inkomen kleiner wordt.
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Lenen om je studie te financieren noemen we consumptief krediet (lening voor een goed).
Een consumptief krediet is een door de consument afgesloten lening voor consumptieve
doeleinden, denk hierbij aan het kopen van … of voorziening van levensonderhoud. Zodra je geld
leent doe je dit tegen een bepaald interestpercentage (rentepercentage).
Wanneer je geld leent ben je geldnemer. De bank waarvan je geld leent is de
geldgever/kredietverschaffer. Om kredietkosten te berekenen hanteren we de volgende
formule:
Terug te betalen gedrag- geleende bedrag= kredietkosten
Er zijn verschillende soorten consumptief krediet:
- Persoonlijke lening, een lening aan een consument voor het kopen van producten die voor
een langere tijd meegaan. Als je een lening hebt gedaan moet je deze vervolgens ook
terugbetalen, dit wordt gedaan per maand en binnen een bepaald aantal maanden moet het
bedrag terugbetaald zijn (looptijd). Deze looptijd is minimaal 12 maanden en maximaal 120
maanden (met uitzondering kan dit oplopen tot 180 maanden). Per maand betaal je vaste
maandlasten, deze bestaan uit een aflossingsbestanddeel en een rentebestanddeel. Samen
zijn dit de annuïteit (periodiek gelijkblijvend bedrag).
o Om de rente% te berekenen hanteren we de volgende formule:
o Rente/aflossing x 100= rente%
o Om het rentebedrag te berekenen hanteren we de volgende formule:
o Totaal rente en aflossing- het geleende bedrag= rentebedrag
o Om de totale rente en aflossing te berekenen hanteren we de volgende formule:
o Looptijd x maandlasten= totaal rente en aflossing
- Doorlopend krediet, lijkt op een persoonlijke lening maar de rente kan hierbij verschillen
omdat je alleen betaald over het opgenomen bedrag. Van tevoren spreek je met de bank een
bedrag af, dit is je limiet en je kan niet boven je limiet opnemen. Je kan altijd aflossen en je
aflossing kan je ook weer opnieuw opnemen.
- Huurkoop, bij huurkoop kan je direct beschikken over een product maar je bent niet gelijk de
eigenaar. Eigenaar ben je pas als je het te betalen bedrag hebt betaald. Dit gebeurt in
termijnen.
- Koop op afbetaling, je bent direct eigenaar maar je moet wel het volledige bedrag betalen,
dit gebeurt ook in termijnen.
Voordeel van huurkoop en koop op afbetaling
Je kan iets kopen zonder dat je daar t geld voor hebt
Nadeel van huurkoop en koop op afbetaling
Hogere rente en je zit vast aan de koop van een product
Voordeel doorlopend krediet
Je kunt doen en laten wat je wilt zolang je maar onder de kredietlimiet valt.
2
, Paragraaf 2
Bij het afsluiten van een lening is er meestal sprake van enkelvoudige interest. Dit omdat de
rente wordt berekend over het startbedrag, deze blijft altijd hetzelfde. De genoemde rente%
is altijd op jaarbasis. De formules van enkelvoudige interest zijn:
- L= k x p x t/100
o Hierbij staat de l voor interest
o De k voor oorspronkelijk kapitaal/startbedrag
o De p voor rente% per periode
o T voor aantal periodes
o Je doet 100 x 12 als je het per maand wilt weten
o En je doet 100 x 365 als je het per dag wilt weten
- Startbedrag: 100 x rente% x periode = rente
o Je deelt de rente door 12 x …. Als je maanden wilt weten
o Je deelt de rente door 365 x …. Als je het aantal dagen wilt weten
Hoofdstuk 3
Sinds 2013 is er een inkomensafhankelijk huurbeleid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen huurders met een lager inkomen en huurders met een hoger inkomen. De huurverhoging
voor huurders met een hoger inkomen is hoger dan voor de huurders met een lager inkomen. Zo
hoort het verhuren van woningen aan scheefwoners (mensen die een hoog inkomen hebben,
maar alsnog heel goedkoop wonen) niet meer bij de taken van een woningcorporatie. Op deze
manier wordt scheef wonen tegengegaan en wordt de doorstroming op de woningmarkt
bevordert. De maximale huur is gebaseerd op een puntensysteem. De volgende bedragen komen
uit 2017. In de sociale huursector mag de prijs niet boven de 710,68 euro zijn. Inde vrije sector
met huren boven dit bedrag mogen huurders de prijs zelf bepalen. In de vrije sector wordt er
geen subsidie gegeven en gelden er geen huur-regulerende bepalingen. De vrije sector is bedoeld
voor mensen met een hoog inkomen. Sociale huursector wordt meestal verzorgd door
woningcorporaties en is bedoeld voor mensen met een laag inkomen.
Paragraaf 1
Als huurder heb je rechten en plichten.
Rechten:
- Woongenot, een huurder moet kunnen genieten van zijn woning zonder overlast van
de verhuurder.
- Privacy, de verhuurder mag niet zonder toestemming of reden de woning betreden.
- Huurbescherming, de verhuurder mag niet zomaar de huur opzeggen.
Plichten
- Het op tijd betalen van de huur.
- De woning als een goed huurder gebruiken.
- Noodzakelijke reparaties toestaan.
- Dagelijks onderhoud verrichten en bijhouden.
- Als de huur wordt opgezegd moet de woning in oude staat terug worden gegeven.
Paragraaf 2
Als je een huis koopt is het handig om een makelaar in te schakelen. Dit kan een
verkoopmakelaar, maar ook een aankoopmakelaar zijn (nooit tegelijkertijd). Voor de diensten
van een makelaar betaal je courtage, dit is dus een vergoeding voor de diensten van de makelaar
en dit bedraagt 1 á 2 procent van de aankoopsom.
Je kan ook een taxateur inschakelen. Een taxateur maakt een inschatting van de waarde van
je woning en maakt hierover een rapport. Zo een rapport noemen we een taxatierapport en deze
kost ongeveer 300 euro.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noerabdou. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.