100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Menselijke Fysiologie Hoofdstuk 4 Bloed $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Menselijke Fysiologie Hoofdstuk 4 Bloed

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vierde hoofdstuk van het vak Menselijke Fysiologie. Het gaat over de bloed.

Preview 3 out of 21  pages

  • July 14, 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Bloed

1. Plasma and the cellular elements of blood
Bloed is:
 Het circulatiegedeelte van de ECF.
 Een transporter.
 Een buffer / beschermer.
 Een medium voor thermoregulatie.
 7% totaal lichaamsgewicht (± 5L).
 3L plasma (vloeibaar deel van het bloed).
 2L cellulaire elementen.




Bloed bestaat uit plasma en in die plasma zit vooral water (92%!). In ons plasma zitten er ook een
aantal ionen, organische moleculen (= aminozuren, proteïnen, glucose, vetten en stikstofhoudend
afval), spoorelementen en gassen.

Plasmaproteïnen
 Creëren een osmotische drukgradiënt: absorptie van H2O.
 Veel andere functies: bloedstolling, afweer, dragers, hormonen, enzymen.

,Plasmaproteïnen :

Albumine
 Meest voorkomende plasma-eiwit (± 60%).
 Behoud van osmotische druk in de bloedvaten.
 Transporter (ie ionen, hormonen, medicatie...).
 Hoge albumine in het bloed (hyperalbuminemie) → water dat in het bloed wordt aangetrokken
(d.w.z. uitdroging).
 Lage albumine: hypoalbuminemie (leverziekte, ondervoeding).
Globulinen
 Verschillende soorten en maten (alfa 1 & 2; bèta; gamma).
 Gamma = immunoglobulines of antilichamen.
 Immunoglobulines
- Identificeer en neutraliseer bacteriën en virussen.
- Antilichaam herkent een antigeen.
- De tip van elk antilichaam is specifiek voor een antigeen (key-lock-principe).

Een antigen bindt aan een immuuncel, waardoor
de geactiveerd wordt en meer antilichamen gaat
aanmaken. De antilichamen kunnen op hun
beurt antigenen kunnen identificeren en vangen
en daar dan een marker op plaatsen zodat ze
kunnen worden geïdentificeerd en bv door
macrofagen kunnen worden geneutraliseerd.

Immunoglobulines
 IgA:
- Gevonden in externe secreties (zoals tranen, slijm)
- Bindt aan pathogenen
- Vlagt ze voor fagocytose als ze de interne omgeving bereiken
 IgD:
- Antilichaamproteïne dat op het oppervlak van B-lymfocyten (WBC) verschijnt
- Fysiologische rol onduidelijk
 IgE:
- Target darmparasieten
- Associatie met allergische reacties
 IgG:
- 75% van plasma-antilichaam bij volwassenen
- Geproduceerd in de secundaire immuunrespons
- Kan het placenta-membraan passeren, waardoor baby's immuniteit krijgen
 IgM:
- Groots en zwaar
- Primaire immuunrespons




PRIMAIRE IMMUUNRESPONS :

, Een antigen bindt op een antilichaam, dan is er een kloning van het antilichaam (er worden meer
antilichamen gevormd). Niet alle antilichamen blijven leven, maar diegene dat in leven blijven
worden de geheugencellen genoemd. Ze zullen zich gaan voortplanten en zijn belangrijk.




Dit is de primaire immuunrespons. Het duurt een
tijdje na de eerste blootstelling vooraleer het
respons op gang komt. De respons gaat tot een
bepaalde hoogte en dan zal het gedurende de
volgende weken weer afzwakken.




SECUNDAIRE IMMUUNRESPONS :

Door de geheugencellen van de
primaire immuunrespons zal ons
lichaam veel sneller in staat zijn om
een connectie te maken met het
antigen en dus veel sneller beginnen
met antilichamen aan te maken. Zo
hebben ze een veel snellere respons
aan de blootstelling van het antigen.



Na de eerste besmetting met het antigen P duurt
het een aantal dagen voor de PIR op gang komt.
Dit houdt dan wel even aan en zorgt dat de
blootstelling. Als er dan een nieuwe blootstelling is
aan het antigen, dan zal de SIR in gang schieten en
deze is veel sneller en veel groter. Waardoor het
lichaam veel beter kan reageren op een
blootstelling aan het pathogeen.



Fibrinogeen
 Trombine zet fibrinogeen om in fibrine.
 Essentieel voor bloedstolling → bruggen tussen bloedplaatjes.
 Hoge concentraties geassocieerd met hart- en vaatziekten of ontstekingen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenebreyssens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41
  • (0)
  Add to cart