Samenvatting Psychomotorische ontwikkeling deel 1 : eerste semester
53 views 2 purchases
Course
Psychomotorische Ontwikkeling
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Dit is een samenvatting van het vak psychomotorische ontwikkeling met inbegrip van stages. Dit is een samenvatting van het deel dat in het eerste semester gegeven wordt.
Psychomotorische ontwikkeling
Inhoud
Situering van het vakgebied...................................................................................................................2
1. Psychomotoriek..................................................................................................................................2
2. Psychomotorische therapie................................................................................................................2
3. Wat is PMO?.......................................................................................................................................3
Theoretische concepten over motorische ontwikkeling.........................................................................3
1. Maturatie – rijpingstheorie.................................................................................................................3
2. Informatie – theoretische benadering................................................................................................3
3. De ecologische of contextuele theorie – constraints model van Newell (1986).................................3
Een breder kader – ontwikkelingspsychologie.......................................................................................5
1. Prenatale periode...............................................................................................................................5
2. Baby / peuter......................................................................................................................................5
3. Jong kind : 2 – 6 jaar...........................................................................................................................5
4. Schoolkind : 6 – 12 jaar.......................................................................................................................6
5. Adolescentie.......................................................................................................................................6
6. Volwassene : 20 – 60 jaar...................................................................................................................7
7. Senior : +60 jaar..................................................................................................................................7
8. Integratie van de verschillende delen van de ontwikkeling................................................................8
Eerste bewegingsgedrag.......................................................................................................................10
1. Spontane bewegingen – general movements...................................................................................10
2. Infantiele reflexen............................................................................................................................10
3. Motorische mijlpalen........................................................................................................................11
Vaardigheden & metaforen over verloop van progressie van bewegingsvaardigheden......................11
1. Enkele inleidende begrippen :..........................................................................................................12
2. Soorten vaardigheden......................................................................................................................12
3. Het motorisch ontwikkelingsproces – beklimmen van bergen.........................................................15
4. Opbouw van bewegingsgedrag.........................................................................................................16
PM praktische opbouw met ankers naar theorie.................................................................................16
1. Verschillende modellen – andere klemtonen :.................................................................................16
2. Hoofdcomponenten van de PM........................................................................................................17
1
,Situering van het vakgebied
1. Psychomotoriek
= Studie van de motoriek waarin de gedragingen tot uiting komen (Vallaey 1990).
= Langzaam gepaard opbouwen van denken en bewegen tot handelend denken of doelbewust
bewegen, wat gebeurt door de interactie van de ≠ motorische en psychische functies (Samaey).
= Juist en aangepast bewegen (speelkriebels).
Psychomotoriek verwijst naar het motorisch – intentioneel bewegen. Het doelgericht inzetten van je
lichaam en je bewegingen om een specifiek, vooraf bepaald doel te bereiken.
Samenwerking
Motorisch = spieren, gewrichten…
Cognitie = wat ga ik doen, hoe ga ik dit doen?
Sociale = met wie, naar wie, alleen of in interactie met anderen…
Emotioneel = hoe passen je houding en beweging aan je emoties?
PMO is de simultane ontwikkeling van lichaam, geest en gedrag.
Psychomotoriek – Intentioneel bewegen, gericht naar een doel met de juiste
9 maand tot 25 jaar bewegingsmogelijkheden waarbij ook de sociale en emotionele
component een rol speelt.
Sensomotoriek – Software = het leren gebruiken van de hardware, al doende neem je waar
4 maand tot 2 jaar wat je kunt, al voelend ontdek je de bruikbaarheid van je NM system zodat
je het leert besturen en verder ontwikkelen = sensomotorisch leerproces.
Neuromotoriek – Hardware van de psychomotoriek = neurologie + anatomie.
0 tot 4 maand Motoriek = interne organisatie van bewegingen.
Neuromotoriek = interne neurologische organisatie van bewegingen.
Voelen, ruiken, proeven, horen, bewegen, houdingsgevoel : je hele senso- perceptuo-cognitief-
motorisch system of kortweg cognitief-motorisch system ontwikkelt zich al ervarende.
2. Psychomotorische therapie
Beweging gebruiken als middel om doelen na te streven in het domein van de cognitieve, conatieve
en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Doelgroep
Kinderen met voornamelijk milde neurologische stoornissen (DCD, ADHD en leerstoornissen)
Kinderen met ernstige neuromotorische (CP, Down) aandoeningen
Kinderen met een verstandelijke handicap
Kinderen met sensorische handicap-senioren
Volwassen met neurologische aandoening : CVA, hersentumor...
Zelfbeeld en zelfvertrouwen↑, relatievorming ondersteunen
Behandeling van psychische problematiek : angst, depressie, spanning, eetstoornissen
2
, 3. Wat is PMO?
= studie van het levenslang proces waarbij quasi continu veranderingen optreden.
4 Aspecten
Verandering in functionele capaciteit (bv: 1kg heffen en nu 20 kg)
Levenslang proces gerelateerd aan de leeftijd (hoe meer dat je traint hoe beter je wordt)
Niet lineair (sprongen) (8j probeert voetballen evolutie gaat nooit lineair, er zijn ups-and-downs)
Naast PMO ook ontwikkeling op andere domeinen + interieur / exterieure factoren
Enkel vanuit de kennis van de “normale PM ontwikkeling” kan je inzicht krijgen in het
ontstaansmechanisme van afwijkend gedrag.
Theoretische concepten over motorische ontwikkeling
1. Maturatie – rijpingstheorie
We hebben een genetische factor en een interne factor (rijping CZS). De ontwikkeling is dus vooraf
bepaald en er zijn geen externe invloeden, maar een interne klok.
Arnold Gesell :
- Groei en ontwikkeling cephalo – caudala en proximo – distaal.
- Ontwikkeling van bew van enkelvoud naar samengesteld / lokaal naar totaal.
Leren en maturatie zijn geen gelijke processen, maar een ander facet van het fundamenteel
groeiproces.
2. Informatie – theoretische benadering
De mens is een soort computer DUS het heeft een informatieverwerkingssysteem.
Stadia in de informatieverwerking (binnen CZS):
Respons Selectie
Stimulus Identificatie
Respons Programmering
Maar er is een probleem : bewegen vraagt een grote cognitieve belasting zowel bij verwerken van
binnenkomende info als bij het controleren van de eigenlijke bewegingsuitvoering.
3. De ecologische of contextuele theorie – constraints model van Newell (1986)
Voorgaande visies waren enkel gefocust op interne processen en sturing CZS, maar ook het externe is
belangrijk!
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenebreyssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.65. You're not tied to anything after your purchase.