100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie -Feldman $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie -Feldman

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit bestand wordt er een samenvatting gegeven van de volgende paragrafen: 1.1, 2.1, 5.2.1, 5.2.3, 8.1, 8.2, 6.1 en 6.2

Preview 4 out of 38  pages

  • No
  • Paragraaf 1.1, 2.1, 5.2.1, 5.2.3, 8.1, 8.2, 6.1, 6.2
  • July 15, 2022
  • 38
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Baby t/m kleutertijd- fysieke en
cognitieve ontwikkeling
Paragraaf: 1,1 ; 2,1 ; 5.2.1- 5.2.3 ; 8.1 ; 8.2 ; 6.1 ; 6.2

§ 1.1 Oriëntatie op ontwikkelingspsychologie

Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit van
conceptie tot adolescentie.

3 centrale thema’s binnen de ontwikkelingspsychologie:

1. Fysieke ontwikkeling  heeft te maken met het de ontwikkeling van het de fysieke opbouw
van het lichaam.
2. Cognitieve ontwikkeling  intellectuele ontwikkelingen
3. Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling  sociale relaties en de interactie met mensen

Globale leeftijdsgroepen:

1. Prenatale
2. Baby/ Peuter geboorte t/m 3
3. Kleuter 3 t/m 6
4. School 6 t/m 12
5. Adolescentie 12 t/m 20

Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren  babyboomers,
tieners.

Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een cohort
groep op dezelfde manier onttrokken. Een cohort groep kan zich anders ontwikkelen als deze met
een normatieve gebeurtenis is onttrokken.  Kinderen krijgen te maken met een vuurwerk ongeluk
daardoor zullen zij hierdoor anders gaan ontwikkelen.

Normatieve invloeden: invloeden die leiden tot conformiteit omdat men de gevolgen van afwijkend
gedrag vreest.  Een meisje heeft een antwoord, de meerderheid van de groep denk iets anders het
meisje conformeert.

Normatieve gebeurtenissen en invloeden hebben gevolgen voor de ontwikkeling van het kind.




1

,§2.1 visie op kinderen

Er zijn een 5 belangrijke visies op de ontwikkeling van kinderen, ieder met een bepaald soort theorie,
die een raamwerk biedt om de relaties tussen een geordende reeks feiten of principes te begrijpen.

Perspectief Ideeën over gedrag en ontwikkeling Belangrijkste
aanhangers
Psychodynamisch Gedrag wordt ons hele leven gemotiveerd door innerlijke, Sigmund Freud, Erik
onbewuste krachten die uit onze kindertijd stammen en Erikson
waarover we weinig controle hebben.
Behavioristisch Ontwikkeling kan worden begrepen door waarneembaar gedrag John B. Watson, B.F
en omgevingsstimuli te bestuderen. Skinner, Albert Bandura
Cognitief Nadruk op de invloed die ons gedrag ondergaat door Jean Piaget
veranderingen in de manier waarop mensen weten, begrijpen
en denken.
Systemisch Gedrag wordt bepaald door de relatie tussen individuen en hun Lev Vygotsky,
fysieke, cognitieve, persoonlijkheids-,sociale en fysieke Bronfenbrenner.
werelden.
Evolutionair Gedrag is het resultaat van de genetische erfenis van onze Konrad Lorenz (darwin)
voorouders; gedrag en eigenschappen die kunnen worden
aangepast om de overlevingskansen van onze soort te
bevorderen worden doorgegeven via natuurlijke selectie.

Psychodynamische perspectief:

 Psychoanalytische theorie Freud:
De vroegste ervaringen blijven de geest vh kind beïnvloeden in diens psychoseksuele
ontwikkelingsstadia. Deze stadia zijn opeenvolgende instinctieve patronen waarbij genot
telkens met een ander deel vh lichaam wordt geassocieerd. Freud verklaard sommige
gedragingen van volwassenen met de veronderstelling dat ze in een bepaalde fase vd
psychoseksuele ontwikkeling zijn blijven steken. Hij noemt dat fixatie. Orale fixatie leidt bv
tot alcoholisme en bovenmatig eten. Freud bracht zijn ideeën over drijfveren en
ontwikkelingsstadia samen in de theorie van de persoonlijkheid. Volgens deze theorie
strijden twee delen vd persoonlijkheid steeds tegen elkaar: het id en het superego. Een ander
deel van de geest, het ego speelt een bemiddelende rol. Het id is het primitieve
onderbewuste deel vd persoonlijkheid. Het handelt impulsief en streeft onmiddellijk naar
bevrediging ongeacht de consequenties. Het superego houdt zich bezig met morale eisen die
het individu heeft overgenomen van zijn ouders en de maatschappij. Ook wel je geweten en
heeft te maken met ethisch handelen. Het id wilt doen wat lekker voelt en het superego wilt
zich vasthouden aan waarden, normen en moraal. Het bemiddelende deel was dus het ego.
Dit is het bewuste rationele aspect van onze geest. Het ego zorgt ervoor dat we dingen doen
die het id wilt zonder de morele principes van het individu te schaden.
 Psychosociale theorie van Erikson:
De Psychosociale ontwikkeling omvat veranderingen in de manier waarop we aankijken
tegen onze interacties met anderen. Omvat 8 stadia die volgens een vast patroon lopen.


Behavioristische perspectief:



2

,  Klassieke conditionering: een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde
manier leert reageren op een neutrale stimulus die de respons normaal gesproken niet
uitlokt. Stimulussubstitutie. (pavlov)
 Operante conditionering zijn vrijwillige gedragingen die worden aangestuurd door
beloningen en straffen, deze spelen bij klassieke conditionering geen rol. Ook is het op veel
meer gedragstypen van toepassing. B.F Skinner is de grondlegger van operante
conditionering. Volgens hem zijn de krachtigste invloeden op het gedrag de gevolgen zijn
(datgene wat onmiddellijk na het gedrag gebeurt). Het idee dat gedrag door beloningen en
straffen wordt aangestuurd, was oorspronkelijk van Edward Thorndike.
 Gedragsmodificatie: een formele techniek om de frequentie van gewenst gedrag te
verhogen en de frequentie van ongewenst gedrag te verlagen.
 Sociaal-cognitieve leertheorie (Bandura) = benadering van ontwikkeling waarin de nadruk
ligt op leren door het gedrag van een andere persoon (een model) te imiteren.

Cognitief perspectief:

 Cognitieve ontwikkelingstheorie Piaget:
Assimilatie: het proces waarbij mensen een ervaring interpreteren binnen hun huidige
cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.
Accommodatie: verwijst naar het proces dat bestaande manieren van denken verandert in
een reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen.
Assimilatie en accommodatie zorgen samen voor onze cognitieve ontwikkeling.
 Informatieverwerkingstheorie:
Benadering van cognitieve ontwikkeling waarbij men probeert te achterhalen op welke
manieren mensen informatie opnemen, gebruiken en opslaan. Houdt geen rekening met
sociale context en creativiteit.
 Cognitieve neurowetenschap: benadering van cognitieve ontwikkeling die zich richt op de
manier waarop hersenprocessen gerelateerd zijn aan cognitieve activiteit.

Het systemisch perspectief:

 Bio-ecologisch systeem: Model van bronfenbrenner, micro, meso, exo, macro en chrono.
(chrono: bv een aanslag etc, invloed van het verstrijken van de tijd)
Bio-ecologisch model:
microsysteem = de dagelijkse, directe omgeving waarin kinderen leven
mesosysteem = connecties tussen de verschillende aspecten van het microsysteem
exosysteem = algemenere invloeden
macrosyteem = overkoepelende culturele invloeden waaraan een individuen blootstaat
chronosysteem = invloed van het verstrijken van de tijd
 Socioculturele theorie (Vygotsky): Benadering waarbij de nadruk ligt op het verloop van de
cognitieve ontwikkeling als resultaat van sociale interacties tussen leden van een cultuur.
Evolutionair perspectief:

 Evolutionair perspectief (Konrad Lorenz) = theorie die probeert gedrag te identificeren dat
het resultaat is van de genetische erfenis van onze voorouders.




3

, 5.1. GROEI EN ONTWIKKELING
5.1.1. FYSIEKE GROEI: DE SNELLE SCHREDEN VAN DE BABYTIJD
Vier principes van groei
• Cefalocaufale principe: de groei volgt een patroon dat begint met het hoofd en
de bovenste lichaamsdelen en zich daarna uitstrekt naar de rest van het lichaam.
Hierdoor kunnen we ook eerder zien, dan lopen.

• Proximodistale principe: het principe dat de ontwikkeling zich vanuit het
centrum van ons lichaam naar buiten toe voltrekt.
• Principe van hiërarchische integratie: het principe dat eenvoudige vaardigheden
zich doorgaans afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar ontwikkelen, maar later
geïntegreerd worden in complexere vaardigheden.
• Principe van onafhankelijkheid van systemen: het principe dat verschillende
lichaamssystemen een verschillend groeitempo hebben.

5.1.2. HET ZENUWSTELSEL EN DE HERSENEN: FUNDAMENTEN VAN ONZE
ONTWIKKELING.
Plasticiteit: de gevoeligheid van een zich ontwikkeld organisme voor
omgevingsinvloeden.

Gevoelige periode: een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een
organisme, waarin dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die
betrekking hebben op een bepaalde facet van de ontwikkeling.

5.1.3. INTEGRATIE VAN DE LICHAAMSDELEN: DE CYCLI VAN DE BABYTIJD
Ritmen: zich herhalende, cyclische gedragspatronen.

Gedragstoestand: De mate van bewustzijn van een baby tijdens innerlijke en externe
stimulatie.

Slaap
Rapid eye movement (REM): de periode tijdens slaap van de oudere kinderen en
volwassenen die geassocieerd wordt met dromen. (kan een manier zijn van der hersenen
om zichzelf te stimuleren).


§5.2 motorische ontwikkeling

Reflex: niet- aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt in de
aanwezigheid van bepaalde stimuli. (tabel 5-2, blz 148)

Onderzoekers die zich richten op de evolutionaire verklaringen voor ontwikkeling schrijven
het geleidelijk verdwijnen van reflexen toe aan het feit dat baby’s:
 Steeds meer controle krijgen over hun gedrag; ze zijn beter in staat om hun spieren
te beheersen.
 Bovendien vormen reflexen wellicht de basis voor toekomstige, complexere
gedragspatronen. Als deze complexere gedragspatronen eenmaal goed aangeleerd
zijn, vervangen ze de eerdere reflexen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esmeevosshard. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart