Methoden van gedragswetenschappelijk onderzoek (P0R99B)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
samenvatting volledig: Methoden van het gedragswetenschappelijk onderzoek: inleiding (5)
- heb zelf enkel deze samenvatting geleerd
- alles staat er in, inclusief nota's van de les en presentatie
- haalde 14/20
Methoden van gedragswetenschappelijk onderzoek (P0R99B)
All documents for this subject (2)
1
review
By: aminadeprez • 4 months ago
Seller
Follow
malikadesruelle
Reviews received
Content preview
Methoden van gedragswetenschappelijk onderzoek
1 HET CONCEPTUEEL EN THEORETISCH KADER VANUIT KWANTITATIEF
PERSPECTIEF
1.1 HET ONDERZOEKSDOEL
Onderzoeksdoel=(= Wat je met je onderzoek wil bereiken bv. inzicht krijgen in… dan stel
onderzoeksprobleem) je een mogelijke hypothese op. (niet waardevrij)
Wanneer? Bepalen in beginfase (oriëntatie fase) + schrijf je neer in het
conceptueel kader
Wat? Onderzoeksdoel afbakenen in probleemstelling
Onderzoeksobject Niet gebruiken meerzinnige term
Vb. doel: te achterhalen waarom er minder klanten komen?
- Probleem – Klein bezoek aan het café
- Onderzoeksvraag – Zijn klanten tevreden met de diensten van het café?
- Hypothese – Als de klanten niet met de diensten van het café tevreden zijn, zullen ze dit niet bezoeken.
1.1.1 FUNCTIES ONDERZOEKDOEL :
1. Opzoek naar kennis 3. Verklaren van bepaalde verschijnselen
2. Verzamelen van kennis 4. Inzicht krijgen in bepaalde verschijnselen
1.1.2 WAARMEE MOET JE REKENING HOUDEN:
1. Wat er al bekend is in de literatuur over dit onderzoeksdoel
2. Met welke feitellijke gegevens moet er rekening worden gehouden?
3. Zijn er andere terrijnen met theoretische denkbeelden (ideëen, verklaringen) die je
kunt gebruiken?
4. Vanuit welk theoretisch denkbeeld kan het onderzoeksprobleem het best worden
benaderd?
5. Welke benaderingswijze (=aanpak) is het meest relevant voor de samenleving?
6. Welke onderzoeksmiddelen zijn er beschikbaar?
1.2 PROBLEEMSTELLING = ONDERZOEKSVRAAG
probleemstelling=
het probleem dat je gaat onderzoeken + is niet waarde vrij (er zijn benlangrijke en minder
belangrijke problemen)
Rekening houden met:
1. Theoretische overwegingen (literatuur en 2. Maatschappelijke 3. Praktische
onderzoek) relevantie uitvoerbaarheid
1.3 HYPOTHESEN
Hyposthe Is een voorlopige stelling waarin je aangeeft wat je verwacht te vinden in je
sen= onderzoek.
Achteraf? hypothese vergelijken met feitelijke onderzoeksbevindingen welk inzicht is
berijkt en is het een antwoord op je onderzoeksvraag?
1.4 HET CONCEPTUEEL MODEL
Conceptuee Is de theoretische voorfase van een onderzoek. Het geeft visueel weer wat de
l kader= verwachte oorzaak-gevolgrelatie zijn tussen de onafhankelijke en afhankelijke
variabelen, eventueel met de toevoeging van modererende variabelen
Cijfers sterkte van de variabele: + getal positieve relatie & - getaal negatieve
lijnen relatie
Waar haal Uit theorieën mogelijkheid om aspecten toe te voegen: theoretische
je het? vermoedens, verwachtingen en hypothesen niet waardevrij
Uit nieuwe aspecten of eigen afleidingen gehaald
1
, Methoden van gedragswetenschappelijk onderzoek
1.4.1 3 ASPECTEN- COMPONENTEN VAN HET CONCEPTUEEL MODEL
1 Afbaking − 1 onderzoekselement anders verwarring
. onderzoekselement − Verschillende niveaus:
= Op wie of wat o Micro: bv. individu, paren, groepen…
heeft het onderzoek o Meso niveau: organisaties bv. ziekenhuizen
theoretisch o Macro niveau: instituties bv. Rooms-Katholieke kerk
betrekking.
2 Selectie Theoretische en empirische variabelen
. variabelen= o Theoreische variabelen= kenmerken zonder dat het
de eigenschappen werkelijk is vasgesteld Bv. het internet zegt…
van o Empirsche variablen= kenmerken die proefondervindelijke
onderzoekselement vastlegd bv. ik zag dat…
Afhankelijke en onafhankelijke variabelen
o Onafhankelijke variabele= oorzaak kenmerken
o Afhankelijke variabelen= gevolg kenmerken
Schijnsamenhang = door een 3de onafhankelijke variabele
3 Het formuleren van Directioneel: met pijlen (gericht op oorzaak-gevolg)
. relaties tussen causaalverband
eigenschappen Niet directioneel: zonder pijlen (= samenhang) gewoon
verband
1.4.2 FUNCTIES VAN HET CONCEPTUEELMODEL
1. instrument bij het selecteren van significant (belangrijk) problemen
2. leidraad bij het kiezen van de beste methode voor het onderzoek
3. interpretatiekader voor de in het onderzoek verkregen resultaten
1.5 VAN EMPERISCHE FASE NAAR ONDERZOEKSPROCES
EMPERISCH FASE ONDERZOEKSONTWERP
door ervaring geleerd Nodig om een Een blauwdruk van de onderzoekstrategie:
antwoord te geven op hypothese logisch op elkaar afgestemde beslissingen
1.5.1 DE EMPERISCHE FASE – PLAATSBEPALING (OBSERVATIE)
Globale stuctuur van de emperishe fase (onderzoekselement de volgende zaken
bevatten):
1 De emperische definitie van Bv. werklozen definiëren voor iedereen duidelijk wie tot
. onderzoekselement de groep werklozen behoort.
2 De operationele definitie van de Bv. toetsen in welke mate een werkloos arbeidsbereid is, hoe
. eigenschappen oud hij is… door een aantal procedures
toetsbaar
3 Concretiseren van wat met relaties Bv. hoe kunnen we zien dat die relaties er zijn en hoe kunnen
. wordt bedoelt we bepalen dat die er echt zijn.
1.5.2 HET ONDERZOEKSPROCES
Na de 3 stappen van emperische fase komt het onderzoeksproces
OSF= open science framework= Stapsgewijs onderzoek
Onderzoeksproces is een proces van beslissingen die tijdens het onderzoek genomen
moeten worden
Voorbereidingsfase Stap 1 en 2: Uitvoeringsfase Stap 3 tot 7
1. formuleren onderzoeksvraag: (waarom nodig? Voor wie oplossing? Wie voordeel?)
− Start bij probleem doe literatuursearch in conceptueel model: bepaal
theoretische onderzoekselementen, variabelen en relaties formuleer
onderzoeksvraag
2. Operationaliseren van de onderzoeksvraag = vertalen in concreet meetbare variabelen
(=preregistratie)
2
, Methoden van gedragswetenschappelijk onderzoek
− Selectie van onderzoekselementen
− Bepaal onderzoeksdesign: systematische weergave van de meetmomenten
− Opstellen van instructies
o Waar onderzocht? = plaats
o Wanneer onderzocht? = tijd
o Wie onderzocht?= eenheden
o Hoe onderzocht? = technieken
3. Data verzameling= verzamelen van de onderzoeksdata
− Eigenschappen registreren via waarnemingstechnieken: interviewen, enquête,
inhoudsanalyse, observatie
4. Data verwerking = statisch verwerken van de onderzochte data
− Ordenene, classificatie
− Codering, beheer van data
− Vewerkingssystemen/procedures
5. Analyse = grondig onderzoeken van de data
− Toetsen + achterhalen van mate van relaties
− Analysemodellen + Organisatie van de analyse
6. Interpretatie= Betekenis geven aan de bevindingen niet meer empirisch
7. Verslaggeving of rapportering niet meer empirisch
− Transparantie en openheid over vorige stappen controleren
− Presentatie, vorming
− antwoord roept nieuwe vragen op nieuw onderzoeksproces
OPMERKING!!!
Datum en tijd ook noteren en wanneer de hypothesen gemaakt zijn
Niet: eerst onderzoek en achteraf hypothese
1. Links boven binnenkomende pijl = probleem van het onderzoek
2. Probleem in conceptueel model geplaatst: bevat denkbeelden over richting en inhoud van
de vermoedelijke probleemoplossing
3. Denkbeelden hebben invloed op onderzoekselement, eigenschappen en realties tussen
eigenschappen
4. Onderzoeksontwerp is de brug tussen theorie en realiteit
5. Vertaling van conceptueel model in observeerbare gegevens wordt een theorie toetsbaar
op basis van de werkelijkheid
o De emperische definitie van het onderzoekselement
o De operationele defintie van de eigenschappen
o Concretiseren van wat met relaties wordt bedoelt
6. Onderzoek gaan starten: waarnemen van de eigenschappen en realties;
1.6 ONDERZOEKSONTWERP: ALLE DRIE GOED ONTWERP
3
, Methoden van gedragswetenschappelijk onderzoek
1 Past het ontwerp van onderzoek op het conceptueel model ? wordt datgene dat in het
. conceptueel model wordt beoogt ook geraliseerd in het ontwerp?
2 Past het ontwerp op de te onderzoeken realiteit? Wat relevant is voor het probleem ook
. adequaat naar voren komen in het ontwerp?
3 Is het onderzoeksontwerp praktisch uitvoerbaar?
. Beschikbarheid van technieken
Middelen (mankracht en geld)
Toegankelijkheid
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malikadesruelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.