100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Finding resources and explore - creative marketing and sales $4.81
Add to cart

Class notes

Finding resources and explore - creative marketing and sales

 20 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bestaat uit de aantekeningen van het vak finding resources and explore. Daarnaast zijn er verschillende oefenopgaven, uitwerkingen van de Kennisclips en samenvattingen van marketing and sales boeken aan toegevoegd. In deze samenvatting lees je over: - business model canvas - waa...

[Show more]

Preview 2 out of 13  pages

  • July 16, 2022
  • 13
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Frank alexander
  • All classes
avatar-seller
Linker kant business canvas model = organisatie
Key activity
Kostenstructuur
Key partners

Key resources =
Finance = inkomsten, uitgaven, begrotingen, voorspellen, hoe winstgevend, liquiditeit, solvabiliteit
Fysieke bezit = machines, lange kanaal, korte kanaal
Intellectual eigendom = patenten, octrooi, handelsnaam
Mensen = moeten ideeën uitvoeren en wat levert dat op (geld, tijd, liefde)

Waardepropositie canvas = wat verkoop ik nou? (Producten en services, gain creators, pain relievers)
Channels = communicatiekanalen, distributiekanalen
Key activiteiten = productie, probleemoplossing, platform/netwerk (denk in werkwoorden)
Key resources = essentiële spullen die je nodig hebt om tot een waarde te komen (fysiek, intellectueel, financieel)
Key partners = make of buy? (Kunnen en willen we zelf de activiteiten beheren, beperken risico en onzekerheid, strategische
alliantie)
Cost structure = kan het goedkoper door slim te communiceren

Punten die waarde creëren aan de linker kant =
- investeren key partners
- vergelijken van leveranciers
- kwaliteit
- kennis marketing om tot een imago te komen
- grondstoffen
- fabriek nodig of zelf organiseren
- Human Resources
- SWOT- Analyse (als je weet waar je sterktes zitten en dit koppelen aan een kans)

Managerial (Causation) = je hebt een doel en daarbij ga je benodigde middelen zoeken (rendement eis behalen, zo min
mogelijk risico)
Entrepreneurial (Effectuation)= je hebt middelen en dan ga je zoeken naar een mogelijk doel (binnen het aanvaardbare risico
(affordable loss), zoveel mogelijk rendement proberen te maken)

Effectuation = je hebt je middelen en welke doelen kun je daarmee bereiken
Bird in the hand = wie ken je, wat ken je, wat zijn je eigen middelen (Resources based = wat heb ik om tot een doel te komen)
Affordable loss = hoeveel ben ik bereid kwijt te raken om mijzelf te manoeuvreren in een positie
Lemonade principe = tegenslagen zien als kansen en inzichten
Crazy quilt = niet logische combinatie van partners om tot een doel te komen
Pilot in the plane = jij bent in controle en kan je eigen richting kiezen

Product life cycle =
Definitie Idee
Ontwikkel -

omzet
Introductie
Groei omzetgroei
Maturiteit
Verval of een nieuw idee waardoor je aan het begin van de cycle weer beland

, Balans = bezittingen (een bepaald moment)

Debet = links (bezit)
Vaste activa = gebouw (langer dan 1 bedrijfsproces)(gebouwen en inventaris)
Vlottende activa = voorraden en liquide middelen (1 bedrijfsproces) (voorraad goederen, debiteuren, kas)

Credit = rechts (hoe heb ik dat gefinancierd)
Eigen vermogen (geen geld)(aandelenkapitaal, reserves) (reserves = winstreserves)
Vreemd lang vermogen (voorzieningen, hypotheek)(voorziening = een bedrijfseconomische schuld en geen juridische
schuld)
Vreemd kort vermogen (crediteuren, te betalen bedragen, bank RC)

Financieren = hoe kom je aan je vermogen (zelf ingelegd of geleend)
Betalen = kan je met liquide middelen

Liquiditeit = in hoeverre ben je in staat om met je kortlopende middelen je kortlopende schulden te betalen (kijken naar
vlottende activa en kort vreemd vermogen)(In hoeverre kunnen ondernemingen hun rekeningen betalen)

Kengetallen =
Netto werkkapitaal = vlottende activa - kort vreemd vermogen
(700+500+100) - (650 + 120 + 130) = 1300 - 900 = 400
(600+600+120) - (700 +190 +110) = 1320 - 1000 = 320 (van 320 naar 400 dus liquiditeitspositie is verbetert)
Current ratio = vlottende activa : kort vreemd vermogen (hoe hoger hoe beter en sowieso tussen de 1,2 en de 2)
1300 : 900 = 1,44 (met je kortlopende vermogen kun je 1,44 keer je kort vreemd vermogen betalen)
1320 : 1000 = 1,32 (met je kortlopende vermogen kun je 1,32 keer je kort vreemd vermogen betalen)
Quick ratio (gebruik je bij moeilijk verkoopbare producten) = (vlottende activa - voorraden) : kort vreemd vermogen (om
voorraden geldig te maken moet je ze wel eerst verkopen die je misschien niet snel kunt verkopen dus haal je die eraf) (hoe
hoger hoe beter en sowieso tussen de 1 en 1,5)
(1300 - 700) : 900 = 0,67 (met je kortlopende vermogen kun je 0,67 keer je kort vreemd vermogen betalen)
(1320 - 600) : 1000 = 0,72 (met je kortlopende vermogen kun je 0,72 keer je kort vreemd vermogen betalen)

Wanneer quick ratio = wanneer je voorraad niet snel verkoopt
Wanneer current ratio = wanneer je voorraad snel te verkopen is
Omloopsnelheid van voorraad (of je voorraad snel verkoopt of niet) = kosten omzet : gemiddelde voorraad (hierbij kijk je naar
meerdere balansdata : 2)
7700 : (700 + 600 : 2) = 11,8 > 12 (voorraad wordt 12 keer per jaar verkocht)
Omloopsnelheid > 4 = current ratio
Omloopsnelheid < 4 = quick ratio

Vanuit omloopsnelheid kun je de opslagduur berekenen = 365 : omloopsnelheid
365 : 12 = opslagduur is 30 dagen (goederen liggen dus gemiddeld 30 dagen in het magazijn voordat ze worden verkocht
Opslagduur < 3 ,maanden = current ratio
Opslagduur > 3 maanden = quick ratio

Solvabiliteit = In hoeverre is de onderneming in staat om met alle activa alle schulden te voldoen
Veel omvattender dan liquiditeit
Als je naar een bank gaat om geld te lenen vragen ze altijd naar je solvabiliteit

Kengetallen =
Debt ratio (schulden ratio) = vreemd vermogen : totaal vermogen x 100% (hoe kleiner hoe beter en sowieso onder de 50% is
goed)
(200 + 1400 + 650 + 120 + 130) : 3900 = 2500 : 3900 = 0,64 x 100% = 64% (van je totaal is 64% gefinancierd met vreemd
vermogen)
(200 + 1400 + 700 + 190 + 110) : 4000 = 2600 : 4000 = 0,65 x 100% = 65% (van je totaal is 65% gefinancierd met vreemd
vermogen)
Rentedekkingsfactor = bedrijfsresultaat : rente
320 : 60 = 5,3 (je kunt met je inkomen 5,3 keer je rente betalen

Rentabiliteit = winstgevendheid ten opzichte van de investering in het bedrijf
Winst = in euro’s
Winstgevendheid = in percentages

Kengetallen =
Rentabiliteit van het totaal vermogen (RTV) = bedrijfsresultaat : gemiddeld totaal vermogen x 100%
320 : (3900 + 4000 : 2) = 320 : 3950 = 0,081 x 100% = 8,1% (op iedere geïnvesteerde euro wordt er 8,1% aan rendement
gehaald, dus voor elke euro 8,10 cent winst)
Rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) = nettowinst : gemiddeld eigen vermogen x 100%
260 : (1400 + 1400 : 2) = 0,1857 x 100% = 18,57% (rentabiliteit op het eigen vermogen van 18,57%

Resultaten rekening = opbrengsten en kosten (over bepaalde periode)
Bedrijfsresultaat = omzet - kosten
Nettowinst = Bedrijfsresultaat - rente

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jeskooter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added