100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Celbiologie samenvatting van elke week de stof $3.47
Add to cart

Summary

Celbiologie samenvatting van elke week de stof

1 review
 200 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle college ,ICT en wat er in de reader staat. . Dus alle stof die je moet weten voor het tentamen.

Preview 3 out of 33  pages

  • December 1, 2015
  • 33
  • 2013/2014
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: sakvis1 • 6 year ago

avatar-seller
Samenvatting Celbiologie

Week 1 Cellen en celorganellen
DNA is een lineair polymeer dat bestaat uit een backbone van suikers met aan de
5’ een fosfaatgroep. Op het backbone zitten nucleotiden die samen baseparen
vormen.

Route in de cel:
CelkernERGolgiVesikels

Transport van eiwitten
Er zijn drie belangrijke manieren waarop eiwitten door de cel bewegen:
1) Gated transport. Door openingen naar gebieden die een gelijkende
samenstelling hebben. Bijvoorbeeld van kern naar cytosol.
2) Transmembraan transport. Specifieke eiwitten worden door
membraaneiwitten over het membraan getransporteerd.
3) Vasculair transport. Het membraan omsluit een inhoudt en die wordt
door de cel getransporteerd. Bij aankomst fuseert de vesikel met het
membraan van het organel waar de inhoud heen moest, en de inhoudt
wordt daardoor vrijgegeven
De methode van het transport wordt bepaald onder invloed van sorteer signalen.
Er zijn op zijn minst twee soorten sorteer signalen:
1) Signal sequence. Een reeks aminozuren (15-60 lang). Kan bij aankomst
verwijderd worden
2) Signal patch. Een specifieke 3D organisatie van atomen op het
oppervlakte van het eiwit

Nucleus
Omgeven door een envelop, bestaand uit twee membranen die doorboord zijn
door poriën. Het binnenste membraan bevat specifieke eiwitten die als
bindingsplaats voor chromatine dienen en voor het de stevigheidsnetwerk. Het
buitenste membraan loopt door in het ER, waarop dus ribosomen zitten. Er zitten
ook ribosomen in het lumen (lumen ER=lumen tussen binnenste & buitenste
membraan kern). Er vindt tweerichtingsverkeer plaats tussen nucleus en cytosol
en dit proces is selectief.
De poriën die de kernenvelop doorboren zijn nuclear pore complexes. De eiwitten
die hier doorheen moeten, worden gestuurd door nuclear localization signals.

Lysosomen en peroxisomen
Lysosomen ruimen dode organellen, verteren macromoleculen en doden
bacteriën. Ze bevatten tientallen lysosomale enzymen (hydrolases) die werken bij
een lage pH. Die lage pH wordt behouden door een ATP gedreven H+ pomp in het
membraan van de lysosomen.
Peroxisomen ruimen ook gifstoffen op, maar bevatten oxidatieve enzymen.
Daarnaast worden ze niet in het golgi gevormd, maar vermenigvuldigen zichzelf.
Ze ruimen gifstoffen op.
Endosoom is een vesikel. Die kan versmelten met een lysosoom en dan worden
opgeruimd. Dit proces heet endocytose.

Het ER
Het ER heeft een belangrijke rol in de vet en eiwit synthese. Bijna alle stoffen in
de cel komen oorspronkelijk uit het ER.

1

,  Ruw ER: Op het ruwe ER zitten ribosomen. Eiwitten worden van het
cytosol naar het membraan gebracht. Dan het je twee soorten eiwitten:
o Transmembraan eiwitten: Worden maar deels over het
membraan getransporteerd en komen erin vast te zitten
o Water oplosbare eiwitten: Deze worden helemaal door het
membraan getransporteerd en lossen op in het lumen.
Zowel de transmembraan- als de oplosbare eiwitten kunnen voor het ER
bestemd zijn, of doorgegeven worden aan andere organellen in de cel.
 Smooth ER: Heeft geen ribosomen en dient voor de lipide metabolisatie
en synthese. Daarnaast verzameld het Ca2+ en slaat het op en heeft het
een rol in het onschadelijk maken van giftige stoffen.
Ribosomen en vrije ribosomen
Je hebt membraangebonden ribosomen en vrije ribosomen, beide kunnen de
synthese beginnen, maar vrije ribosomen
stoppen halverwege om te koppelen aan het ER en daar verder te gaan met de
synthese. Dit gaat als volgt:
1) Aan de aminozuurketen zit een signal sequence (9-12 lang), de
aanwezigheid van deze keten zorgt ervoor dat het erkent wordt al een
keten die naar het ER moet.
2) SRP (signal recognition particle) herkent de keten zodra deze het ribosoom
verlaat en brengt het geheel naar het ER membraan. SRP is een
ribonucleoprotein die bestaat uit een 7S RNA en zes eiwitten. Het bindt aan
alle ribosomen, maar alleen echt aan die met de sequence. De binding in
aanwezigheid van de sequence stopt de synthese.
3) Op het ER bindt de SRP aan een SRP receptor. Dit bestaat uit twee
subunits: SR alfa (een GTP-Ase) en SR beta.
4) Dit complex bind het ribosome aan het ER, het komt op de translocon (een
channel die opend als bij de binding). De protein snthese gaat verder en
het eiwit gaat door de translocon het lumen in.




Het Golgi apparaat
Het golgi bestaat uit een groep door membraan afgesloten cisternen, meestal
een stuk of zes. Deze cisternae zijn onderling verbonden. Het geheel bevindt zich
in de cel meestal vlak bij de nucleus dichtbij het centrosome. Moleculen gaan
naar binnen aan de cis-kant van het golgi en naar buiten via de trans kant.

2

, Moleculen die door het golgi bewegen ondergaan een bepaalde serie van
covalente modifiecaties. Daarnaast is het golgi netwerk belangrijk voor het
sorteren van eiwitten. Eiwitten die er komen gaan of verder of terug naar het ER.
Het golgi is vooral prominent aanwezig in secretie cellen.
Het doel van glycosylatie dat plaatsvindt in het golgi is het geven van
bescherming, het zorgt voor de herkenning van het eiwit (maar niet direct voor
de sortering) en het beïnvloed de functie van het eiwit.

Mitochondriën
Zorgen voor de energie. Ze zetten vetten om in H 2O en CO2 en leggen de daarbij
vrijkomende energie vast in ATP. Daarnaast zijn ze heel mobiel. Er zijn twee
membranen, met elk een heel eigen functie. Daarnaast zorgen de membranen
voor 2 aparte ruimtes: een binnenste matrix en een heel smal binnenste deel.
Chloroplasten lijken op mitochondrieen, ze hebben alleen nog een extra
compartement, het binnenste membraan vouwt zich niet in cisternae.

Blaasjes
Er zijn verschillende soorten coated vesicles. De meeste worden gevormd vanaf
speciale coated regions op de membranen.

Clathrin coated vesicles
Het belangrijkste eiwit van deze vesicles is clathrin, elk van deze delen bevat drie
lange en drie kleine polipeptiden ketens die samen een triskelion vormen. Deze
delen voren zelf ketens, die op (of los van een membraan) een blaasje kunnen
vormen.

Vacuole
De vacuole van planten kan de volgende functies hebben:
1) Opslagplaats voor nutrienten en afvalstoffen
2) Celvolume aanpassen
3) Controle op de turgor druk
Vaak hebben verschillende vacuoles in de cel dezelfde functie

Mannose 6-fosfaat
In het cis-golgi netwerk wordt een N-linked oligosaccharide op de lysosomale
hydrolase geplaatst op de eiwitten die naar lysosomen moeten. Deze groep wordt
herkend door de receptoren in het trans-golgi netwerk, er wordt een mannose 6-
fosfaatgroep en de eiwitten worden naar lysosomen (op dat moment nog late
endosomen) gebracht. Deze receptor koppeld weer los en gaat niet verloren,
maar blijft heen en weer shuttelen in vesicles.

Endocytose en Exocytose
Endocytose is transport vanaf het celmembraan de cel in. Phagocytose valt ook
onder endocytose. Dit kan gedaan worden om de cel te voeden, maar wordt
vooral gebruikt om dingen op te ruimen of te doden.
Exocytose is het proces waarbij stoffen in blaasjes van het golgi systeem naar de
cel zijn buitenomgeving worden getransporteerd. Hier fuseerd de wand van het
blaasje met de celwand. Een voorbeeld hiervan zijn secretory vesicles of dense
core vesicles. Deze blaasjes hoeven niet direct hun inhoud af te staan, maar
kunnen daarop wachten tot ze dat doorkrijgen.
Zo krijg je drie wegen vanaf het golgi:
1) Naar de lysosomen
2) Gereguleerde afgaven van stoffen
3) Directe afgaven van stoffen.

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VeerlePlug. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.47  8x  sold
  • (1)
Add to cart
Added