Hoofdstuk 1: Developmental psychology: themes and contexts
Introduction
● Ontwikkeling vindt zowel plaats op verschillende niveau’s:
❖ Sociale interacties.
❖ Gedachtegangen.
❖ Biologie.
● Ontwikkelingspsychologie: een wetenschap die veranderingen in sociale, cognitieve
en andere capaciteiten van individuen probeert te begrijpen en verklaren.
● Locke (1960): aangeleerd.
● Rousseau (1762): aangeboren.
● Ongeveer een eeuw geleden begonnen onderzoekers empirische, wetenschappelijke
methoden te gebruiken.
● Tot eind 19e eeuw werd kindertijd niet apart gezien van volwassenheid; kinderen
waren kleine volwassenen.
❖ Dit beïnvloedde hoe kinderen werden behandeld.
Themes of development
● Er zijn verschillende thema’s in ontwikkeling:
❖ De oorsprong van menselijke ontwikkeling.
❖ Algemene of specifieke (individuele) ontwikkeling.
❖ Individuele- en ontwikkelingsfactoren die verandering veroorzaken.
● Aspecten van ontwikkeling:
❖ Biologisch.
❖ Cognitief.
❖ Taalkundig.
❖ Emotioneel.
❖ Sociaal.
Origins of behaviour: inheritance and environment
● Nativisme: nature → de opvatting dat ontwikkeling grotendeels bepaald
wordt door genen.
● Empirisme: nurture → de opvatting dat ontwikkeling grotendeels bepaald
wordt door omgevingsfactoren.
❖ Hedendaagse theorieën erkennen dat zowel omgeving als genen van invloed
zijn op ontwikkeling.
❖ Wel is er onenigheid over de invloed van beide factoren in verschillende
domeinen van ontwikkeling.
● De interactie tussen genen en omgeving is een actief, dynamisch process waar
ontwikkelende kinderen zelf een actieve en vitale bijdrage aan leveren.
Describing developmental change: continuity versus discontinuity
● Veranderingen in ontwikkeling kunnen op verschillende manieren worden
beschreven:
❖ Continu proces: veranderingen ontstaan geleidelijk en evenredig.
➔ Veranderingen ontstaan vanuit eerdere capaciteiten.
➔ Er zijn geen plotselinge veranderingen.
➔ Bijvoorbeeld: zwemmen, woordenschat.
, ❖ Discontinu proces: veranderingen ontstaan plotseling (stapsgewijs) en
veroorzaken dus verschillende stadia van ontwikkeling.
➔ Ontwikkeling bestaat uit verschillende fases, in elke fase wordt
oorspronkelijk gedrag vervangen door een nieuwe set gedrag.
➔ Bijvoorbeeld: lopen.
❖ Overlappende golven: verschillende strategieën wisselen elkaar continu af.
Critical en sensitive periods
● Critical period: een periode waarbinnen bepaalde gebeurtenissen noodzakelijk zijn
voor een typische ontwikkeling.
● Sensitive period: een periode waarbinnen bepaalde gebeurtenissen belangrijk zijn
voor een typische ontwikkeling, maar niet noodzakelijk.
Domain-general of domain-specific development
● In hoeverre heeft het ontwikkelen van een nieuwe vaardigheid invloed op andere
domeinen?
❖ Domain-general: de opvatting dat ontwikkelingen impact kunnen hebben op
verschillende capaciteiten.
❖ Domain-specific: de opvatting dat ontwikkelingen onafhankelijk plaatsvinden
binnen domeinen.
Locus of developmental change
● Wat gebeurt er wanneer een verandering in ontwikkeling plaatsvindt?
❖ Levels of explanation
➔ Biologie.
➔ Gedrag.
➔ Sociaal.
➔ Emotioneel
❖ Verandering vindt tegelijk plaats op elk niveau.
● Welk level is het meest informatief?
❖ Bepalen op welk niveau de factoren die de verandering veroorzaken
voornamelijk plaatsvinden.
❖ Maar, verandering wordt waarschijnlijk veroorzaakt door verschillende
factoren verspreid over alle niveau’s.
Perspectives on development
Individual characteristics and contextual influences
● Individuen kunnen zich op zulke verschillende manieren ontwikkelen, dat de
ontwikkeling van enkele individuen als atypisch wordt gezien.
❖ Individuele variatie vindt ook plaats bij een typische ontwikkeling.
● Gedragen we ons vergelijkbaar in verschillende situaties, of heeft de context invloed
op hoe we ons gedragen en hoe ontwikkeling optreedt?
❖ Het is aannemelijk te denken dat de ontwikkeling van een individu een
interactie is tussen individuele- en omgevingsfactoren.
● Individuele karakterkenmerken zijn onderzocht: Hoe reageren verschillende kinderen
wanneer ze worden geconfronteerd met situaties die een uitdaging of risico
(biologisch of psychologisch) vormen voor een gezonde ontwikkeling?
, ❖ Kinderen reageren op verschillende manieren.
➔ Veel lijken last te hebben van permanente ontwikkelingsstoornissen.
➔ Andere lijken op het eerste gezicht goed met de risico’s om te gaan,
maar laten later problemen zien.
➔ Weer andere laten veerkracht zijn en kunnen met de
uitdaging omgaan → weinig effect op hun gedrag.
➔ Bij sommige kinderen blijkt dat ze strategieën hebben geleerd, die ze
later gebruiken.
Cultural contexts
● Onderzoekers die nadruk leggen op omgevingsfactoren hebben verschillende
settings onderzocht.
❖ Deze onderzoeken hebben geleid tot een toenemende interesse in de manier
waarop cultuur verband houdt met ontwikkeling.
The biological perspective
● Bij elke ontwikkeling, is er sprake van een biologische verandering.
❖ Zonder een lichaam, brein en zenuwstelsel zouden we helemaal niet kunnen
ontwikkelen.
● Steeds meer onderzoekers zijn geïnteresseerd in de biologische achtergrond van
ontwikkeling.
The ecological perspective
● Ecological perspective: legt nadruk op het belang van het niet alleen begrijpen van
relaties tussen organismen en verschillende ecosystemen, maar ook de relatie
tussen die systemen zelf.
❖ Bronfenbrenner
➔ Microsysteem: omgeving waar het kind leeft en contact heeft met
mensen en instellingen die dichtbij hem staan.
➔ Mesosysteem: relaties tussen componenten in het microsysteem.
➔ Exosysteem: omgeving die invloed heeft op de ontwikkeling van het
kind, maar waar hij geen direct contact mee heeft.
➔ Macrosysteem: de ideologieën van een specifieke cultuur.
The lifespan perspective
● Lifespan perspective: kijkt naar ontwikkeling als een process dat het hele leven
doorgaat.
● Age cohort: mensen die uit dezelfde generatie komen.
Psychology and developmental psychology
● Ontwikkelingspsychologie is een discipline binnen de psychologie, en ook belangrijke
voor andere domeinen binnen de psychologie.
, Hoofdstuk 2: Theories in developmental psychology
The role of theories in developmental psychology
● Het doel van ontwikkelingspsychologische theorieën is een samenhangende en
aannemelijke verklaring bieden over het hoe en waarom van veranderingen.
● Ontwikkelingspsychologische theorieën zijn belangrijk om twee redenen:
1. Ze organiseren en integreren bestaande informatie.
2. Ze bieden testbare hypothesen.
Origins of thought about human development
● 17e eeuw: Hebben mensen ervaring van de wereld nodig om deze waar te nemen en
te begrijpen?
❖ Nurture → kinderen zijn tabula rasa (John Locke).
❖ Nature → er zit een basis in het brein om de omgeving te kunnen
begrijpen.
● Eind 19e eeuw: psychologie werd een aparte wetenschap.
❖ William James (1890): nurture → pasgeborene zien alleen
verwarring.
❖ Nurture → beargumenteerde hun standpunt aan de hand van
Darwin’s evolutietheorie.
Behaviourism and maturationism in the early twentieth century
Behaviourism
● Behaviorisme (begin 20e eeuw): nadruk op de rol van leren in menselijk gedrag en
probeerde het gedrag in zulke termen te beschrijven.
❖ John B. Watson, Edward Lee Throndike, Ivan Pavlov, B.F. Skinner.
❖ De principes van het leren spelen een fundamentele rol in ontwikkeling.
➔ Klassieke conditionering: twee stimuli aan elkaar koppelen.
➔ Operante conditionering: belonen en straffen.
❖ Veranderingen in gedrag ontstaan door gebeurtenissen en ontstaan
geleidelijk en evenredig.
Maturational theory
● Maturational approach (begin 20e eeuw): de capaciteiten van kinderen zijn voor een
groot gedeelte bepaald door genen.
❖ Darwin, Arnold Gessell, Myrtle McGraw
❖ Vaardigen verschijnen volgens een biologische agenda die vastligt in de
genen.
Psychodynamics and ethology
The psychodynamic approach
● Psychodynamic theory (begin 20e eeuw): ontwikkeling vindt plaats in afzonderlijke
fasen en wordt grotendeels bepaald door biologische drijfveren gevormd door
interactie met de omgeving en drie componenten van de persoonlijkheid: id, ego en
superego.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkeschreuder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.