Liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit
De liquiditeit van een onderneming is de mogelijkheid van die onderneming om op korte termijn aan
haar verplichtingen te voldoen (art. 2:362 BW). Toets die het bestuur moet doen zoals die in de wet
staat; kan de onderneming op korte termijn aan haar schulden voldoen?
Current ratio
De meest gebruikte manieren om naar liquiditeit te kijken is de current ratio. Dat is de vlottende activa
/ vlottende activa. Stel dat daaruit komt: = 1. Dan zijn er dus precies net zoveel vlottende
activa als vlottende passiva. Het probleem is dat de vlottende activa bestaan uit voorraden,
vorderingen en liquide middelen (soms ook effecten).
Als de kortlopende schulden nog betaald moeten worden, dan is dat geen probleem als er 100 aan
liquide middelen is. Dan kun je goed aan de korte termijn verplichtingen voldoen. Maar, een deel van
de 100 zit vaak in vorderingen en voorraden. Dan is de ratio dus wel 100/100, dat zou precies
voldoende moeten zijn, maar er zijn nog debiteuren die nog moeten betalen en er zijn voorraden die
nog niet verkocht zijn.
Je moet marge inbouwen. Vaak geldt er een marge van 1,5. Maar, dat is redelijk behoudend. Stel dat je
bijvoorbeeld een liquiditeit hebt van = 3. Dan is er zeer hoge liquiditeit, maar dit betekent
dat je heel veel voorraden hebt (en je wilt je voorraden zo laag mogelijk houden; ‘just in time
delivery’).
Je bent als onderneming daarnaast gedwongen om klanten op rekening te laten kopen, omdat dit bij
veel bedrijven wel kan, en als je direct mensen laat betalen, gaan zij naar de concurrent die wel op
rekening levert. Dan mis je dus veel omzet.
Ook de post liquide middelen moet niet te hoog zijn. Als je geld op de bank hebt staan, dat rendeert
niet. Aandeelhouders geven geen geld aan jou om dat vervolgens op de bank te zetten.
Je moet het investeren in bijvoorbeeld je bedrijfsmachines, waarmee je dan ongeveer 7/8 % rendement
mee kunt halen.
Een te hoge liquiditeit gaat dus ten koste van de winstgevendheid. De norm van 1,5 is dus behoudend,
omdat dat eigenlijk nog te hoog is. Het kan scherper. In de praktijk zie je vaak dat men meer streeft
naar een norm van 1,2. Economen vinden dat wel krap. Dat soort percentages kun je wel aanhouden,
maar dan is het verstandig om wat kredietruimte te hebben bij een bank.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madelonnadine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.