ONDERWIJS IN LEZEN ........................................................................................................................ 3
LEZEN IN HET LEVEN........................................................................................................................... 3
LEZEN IN DE BASISSCHOOL ................................................................................................................ 3
VORMEN VAN LEESONDERWIJS ........................................................................................................ 4
DE MANIEREN VAN LEESONDERWIJS ................................................................................................ 5
HET LEESPROCES .................................................................................................................................... 5
1. LEZEN ALS INFORMATIEVERWERKING....................................................................................................... 5
2. LEESSTRATEGIEËN ............................................................................................................................... 7
3. FLEXIBEL GEBRUIK VAN LEESSTRATEGIEËN ............................................................................................... 10
4. DEELVAARDIGHEDEN VAN HET LEZEN..................................................................................................... 10
LEESMETHODEN................................................................................................................................... 11
1. DE ANALYTISCH-SYNTHETISCHE METHODE .............................................................................................. 11
2. DE GLOBAALMETHODE ....................................................................................................................... 11
3. DE GLOBALISERENDE METHODE ........................................................................................................... 11
4. DE STRUCTUURMETHODE ................................................................................................................... 11
5. DE FONETISCHE METHODE .................................................................................................................. 11
6. NATUURLIJK LEREN LEZEN METHODE ..................................................................................................... 12
DOELSTELLINGEN EN LEERSTOFORDENING ................................................................................................. 12
DOELEN AANVANKELIJK LEZEN ................................................................................................................. 12
TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID............................................................................................ 13
LEERSTOFORDENING BIJ AANVANKELIJK LEZEN ............................................................................................. 13
ORDENING BIJ VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN ............................................................................................ 14
WAT IS SCHRIJVEN? ......................................................................................................................... 15
WAAROM NOG HANDSCHRIFT LEREN? (IN EEN ZEER DIGITAAL TIJDPERK)...................................... 15
SCHRIJVEN EN COMMUNICATIE ...................................................................................................... 16
1
,TAALBEWUSTZIJN................................................................................................................................. 16
1E STADIUM: ....................................................................................................................................... 16
2E STADIUM: ....................................................................................................................................... 16
3E STADIUM: ....................................................................................................................................... 17
4E STADIUM: ....................................................................................................................................... 17
FUNCTIONALITEIT................................................................................................................................. 18
ZOEKTOCHT NAAR HET SCHRIJVEN ............................................................................................................ 18
B. KLEUREN, TEKENEN, KRULLEN, LETTERS & WOORDEN ............................................................................... 22
EVALUATIE, POTLOODGREEP, SCHRIJFHOUDING, SCHRIJFBEWEGING, SCHRIJFMETHODE & SCHRIJFMATERIAAL ........... 24
MOEILIJKHEDEN BIJ HET SCHRIJVEN .......................................................................................................... 29
2
,Samenvatting aanvakelijk lezen
Inleiding + doelstellingen
à Inzicht verwerven in wat lezen is
à Welke de basisvoorwaarden zijn om tot lezen te komen
à Hoe leren lezen opgebouwd wordt
à Waar het kan fout gaan
ONDERWIJS IN LEZEN
LEZEN IN HET LEVEN
à Lezen als hobby en lezen als noodzaak voor een maatschappelijke deelname
à lezen is een functionele vaardigheid ≠ je maakt je lezen niet eigen in het
dagelijkse leven
à lezen is de belangrijkste instrumentele vaardigheid die de school een leerling
bijbrengt (bijna 110 minuten/week aan leesonderwijs)
Stelling: Lezen op school is niet enkel een functionele taalactiviteit maar ook een
ondersteunende taalactiviteit. Waar zit het verschil?
à Lezen als ondersteunende taalactiviteit: doelstelling van leesvaardigheid
vergroten
à Lezen als functionele taalactiviteit: doelstelling van leesvaardigheid toepassen
Naast lezen in functie van schoolsucces en maatschappelijke zelfredzaamheid telt
ook het leesplezier mee!
LEZEN IN DE BASISSCHOOL
Weetjes
à Technisch lezen staat niet in de eindtermen vermeld
à Overdoen van een leerjaar heeft bijna altijd te maken met achterblijvende
leesprestaties (7,5% valt uit bij aanvankelijk lezen, 9 tot 16% van de kinderen
haalt het eindniveau voor technisch lezen niet.
à In een klas van 30 leerlingen hebben 4 leerlingen moeite met lezen
3
, VORMEN VAN LEESONDERWIJS
TECHNISCH LEZEN
Is de vaardigheid om geschreven taal in gesproken taal om te zetten (hardop of
innerlijk) = het decoderen van een code, bij ons een alfabetisch schrijfsysteem
3 problemen
Probleem 1: Fonemen: de ‘eu’ in deur en neus, t(e)waalf
Probleem 2: grafemen en fonemen matchen niet 1 op 1
• Geen match voor c, q, x, y (A-aa, E-ee, I-ie, O-oo, U-uu)
à Clown, precies
à Qua, quotiënt
à Ex
à Baby, yoghurt
• Geen match op andere niveaus
à e in bed, de, meten…
à u in hut, het…
à o+e = oe en dus niet bo er (tweeklanken)
à Laat en laten
à Wortel en telwoord
Probleem 3: Klankzuivere woorden zoals lopen, pot, pen, lepel
BEGRIJPEND LEZEN
à Is het achterhalen van een betekenis van een tekst
à Is niet of moeilijk los te koppelen van technisch lezen en taalvaardigheid
STUDEREND LEZEN
à Is het vastleggen en verwerken van de inhoud van de tekst
BELEVEND LEZEN
à Is de emotionele betrokkenheid, leesbevordering
4
, DE FASEN IN HET LEESONDERWIJS
VOORBEREIDEND LEZEN
à Niet zelf lezen, maar wel op de een of andere manier voorbereiden op het lezen
(wordt ook beginnende geletterdheid genoemd)
AANVANKELIJK LEZEN
à Foneem-grafeemkoppeling, tijdens de eerste helft van L1, is het eigen maken van
de leestechniek, vaak op basis van de leesmethode
VOORTGEZET LEZEN
à Vergroten van het tempo, de automatisatie…
DE MANIEREN VAN LEESONDERWIJS
HET LEESPROCES
1. Lezen als informatieverwerking
à Bij het lezen maak je gebruik van verschillende soorten informatie
= de informatieniveaus
- Visuele informatie
- Kennis van de opbouwprincipes van de woorden
- Betekenisrelatie tussen de woorden
De informatieniveaus
Morfologie (morfologisch niveau):
Opbouw van het woord, bv vertrouwelijk. Relevante deelstructuren…
Syntaxis (syntactisch niveau):
De relatie tussen woorden, woordgroepen en zinnen: zo is het fijn – het is zo fijn
Gebruik van verwijswoorden: Maud huilt – haar poesje is dood
Fonologie
Semantiek (semantisch niveau):
Betekenis van het woord: een dromedaris heeft 2…
Actieve taal
Passieve taal
Visueel niveau
Speciale kenmerken van letters en woorden, de grondvorm van letters, vooral bij
aanvankelijk lezen
5
,Modellen over lezen
Maar we kunnen tekst lezen
met weggelaten woorden/delen.
a) Bottom-upmodel (een opbouwmodel)
à Hoge bomen vangen…
à Start bij het visuele niveau (lager informatieniveau)
à Het herkennen van letters, woorden, woordgroepen en de betekenis aan zinnen
toekennen
à Hoe meer leeservaring ze opdoen, hoe sneller de verschilende stappen verlopen
à Het leesproces: is de waarneming van een letter per letter, woord per woord
à Geen stappen overslaan
à De informatieniveaus hebben geen invloed op elkaar
b) Top-downmodel Maar de verschillende
niveaus gaan met elkaar in
à Start bij het semantische niveau (hoger informatieniveau) relatie
à De waarneming van de afzonderlijke letters en woorden wordt sterk beïnvloed
door de verwachtingen van de lezer op de grond van zijn kennis van de taal en de
werkelijkheid
à Lezen: een proces van voorspellen, selecteren en toetsen (door semantisch en
syntactisch niveau)
à Pas als er niet staat wat de lezer verwacht zal hij zich gedwongen voelen naar
heel precies te kijken welke woorden er staan
c) Interactiemodel
d) Fonologisch coherentiemodel
6
, 2. Leesstrategieën
Informatieniveau Leesstrategieën
Visueel niveau Elementaire leeshandeling
/m/ /aa/ /n/ à /maan/
Visueel niveau Met behulp van clusters en spellingspatronen
/m/ /aan/ à /maan/
Visueel niveau Met behulp van een visuele woordvorm
Vb. Yvonne
Morfologisch niveau Met behulp van morfologische analyse (relevante
deelstructuur)
/be/ /hulp/ /zaam/ à /behulpzaam/
Semantisch en Met behulp van de context
syntactisch niveau Ze waren blauw van de ….
Elementaire leeshandeling
Is eigenlijk het spiegelbeeld van de elementaire spellingshandeling, vandaar vaak
de koppeling
à Van links naar rechts koppelen, van fonemen en grafemen
à Auditieve synthese
à Betekenis geven
Met behulp van clusters en spellingspatronen
à Lettercombinaties worden herkend en vastgelegd en steeds vaker direct herkend
à Cluster: is een combinatie van medeklinkers
à Spellingspatroon: is een combinatie van klinkers & medeklinkers
à Het lezen van aai, ooi, ieu… wordt ook bij deze strategie gerekend
à Je kan deze strategie dus ook gebruiken om niet klankzuivere woorden op te
lezen
à Wisselrijtjes lezen oefent deze strategie in
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meagankerckhove. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.