- In enge zin: maten waarin men in staat is de schaarste te verminderen door aankoop van
goederen of diensten reële inkomen
- In ruime zin: ook de welvaart in enge zin maar daarnaast wordt rekening gehouden met
negatieve externe effecten, inkomensverdeling en mate van vrije tijd
Een veel gebruikte welvaartsindicator is het BBP per hoofd van de bevolking gemiddelde primaire
inkomen BBP per hoofd is altijd een gemiddelde zegt niets over de verdeling in sommige
landen verdienen de elite gigantisch veel terwijl de overgrote meerderheid een inkomen heeft rond
de armoedegrens
De armoedegrens is het minimale bedrag dat nodig is om menswaardig te kunnen leven
voldoende toegang tot kleding, drinkwater, voedsel, scholing, huisvesting etc.
De productie van de informele sectoren worden niet meegerekend bij het BBP geeft een
vertekend beeld van de koopkracht informele sector vaak relatief groter in armere landen
HDI (Human Development Index) is een indexcijfer dat berekend wordt op basis van het gemiddelde
van een aantal indicatoren zoals levensverwachting en jaren onderwijs
IMF (Internationaal Monetair Fonds) heeft als doel het internationale betalingsverkeer soepel te
laten verlopen helpt landen met een tekort aan buitenlandse valuta (deviezen) Wereldbank is
hiernaast ook opgericht verstrekken leningen aan ontwikkelingslanden met zachte voorwaarden
OESO (Organisatie Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is een orgaan voor overleg en
samenwerking op sociaaleconomisch gebied
De wisselkoers is een gebrekkige omrekeningsfactor enorme prijsverschillen er wordt
uitgegaan van een standaardpakket van goederen en diensten waarde van dat pakket uitgedrukt
in de lokale munteenheid Koopkrachtpariteit is een theoretische wisselkoers die rekening houdt
met de prijsverschillen tussen landen
Aanbod op de valutamarkt bestaat uit alle binnenlandse partijen die iets in het buitenland willen,
vraag op de valutamarkt bestaat uit alle buitenlandse partijen die iets willen met een bepaalde munt
Koopkracht tussen de verschillende landen kan vergeleken worden door te kijken naar wat goederen
kosten (b.v. een Big Mac) Big Mac Index
Hoofdstuk 2 – Het internationale economisch verkeer
Arbeidsverdeling/arbeidsdeling = het verdelen van de productieprocessen in deeltaken
We onderscheiden import en export bij internationale handel geven de waarde van de
verhandelde goederen weer internationale vervlechtingen van economisch verkeer =
globalisering verschil tussen de waarde van import en export is het saldo van de handelsbalans
Wederuitvoer omvat de goederen die b.v.b per schip worden ingevoerd en vervolgens weer
verspreid worden over de wereld
, Naast goederenverkeer hebben we ook het dienstenverkeer gaat met name om geldstromen die
te maken hebben met vervoersdiensten en reisverkeer
Om de rol van de buitenlandse handel in een land te kunnen vergelijken met andere landen worden
quotes gebruikt uitvoer gerelateerd aan het BBP invoer- en uitvoerquote
Deze quotes geven de openheid van een economie aan
hoe hoger de quote, hoe opener de economie meer transacties met het buitenland 0 =
gesloten economie (autarkie)
Bij grensoverschrijdende kapitaalbewegingen maken we onderscheid tussen buitenlandse
beleggingen en directe buitenlandse investeringen beleggingen zijn bedoeld om inkomen te
verdienen of vermogen te vergroten
Directe buitenlandse investeringen bestaan uit:
- Transacties in aandelen met als doel zeggenschap
- Investeringen in buitenlands onroerend goed
- Onderlinge leningen binnen een concern
Multinationals zijn bedrijven die produceren in verschillende landen, waarom?
- Onderzoek naar aanwezigheid en exploitatie van bodemschatten
- Producten verkopen in het buitenland
- Hoge invoerheffingen omzeilen
- Aanwezigheid arbeid en kapitaal offshoring (bedrijf verplaatst productie naar een andere
afdeling v/h eigen bedrijf in het buitenland) en outsourcing (bedrijf verplaatst productie voor
een deel naar een ander bedrijf in het buitenland
Comparatieve-kostentheorie (Ricardo) een land moet zich specialiseren in die productie, waarbij
het een comparatief kostenvoordeel heeft (laagste opofferingskosten) waarde van een product
wordt bepaald door het aantal uren arbeid dat nodig is meer productie
Grote invloed op het kostenniveau is de beschikbaarheid van productiefactoren de kwaliteit en
kwantiteit van KANO kan een comparatief kostenvoordeel geven als deze in ruime mate aanwezig
zijn t.o.v. andere landen een land zal de productie naar zich toetrekken als er een comparatief
voordeel aanwezig is (in de praktijk is dat niet zo er wordt uitgegaan va heterogene goederen)
Arbeidswaardeleer: de waarde van producten wordt volledig bepaald door het aantal uren arbeid
dat nodig is om een product te maken
Overheden die de binnenlandse producten willen beschermen, kunnen kiezen uit een veelheid aan
maatregelen protectionistische maatregelen zullen binnenlandse bedrijven bevoordelen
- Tarifaire protectie: invloed op de prijs van een product invoerheffingen (product wordt
duurder en daarom minder gekocht) en exportsubsidie (product goedkoper voor het
buitenland, beter concurreren op de wereldmarkt)
- Non-tarifaire protectie: maatregelen die geen invloed hebben op de prijs invoerquotum
(maximum aantal producten toegestaan) en kwaliteitseisen stellen aan producten die op de
markt worden gebracht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joostkok2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.