Duidelijke samenvatting maatschappijwetenschappen hoofdstuk 12 tot en met 16
1 view 0 purchase
Course
Maatschappijwetenschappen
Level
VWO / Gymnasium
Ik heb alleen deze samenvatting gebruikt en had een 8.7 voor mijn eindexamen! Deze samenvatting is gemaakt o.b.v. de syllabus en de lesboeken van maw. Het betreft de placemat met de hoofd- en kernconcepten en gaat hier ook wat dieper op in. Het is een overzichtelijke samenvatting die makkelijk te g...
Hoofdstuk 12
Politieke cohesie= duidt op de binding met de staat waarin men woont en op de
binding met de natie waartoe men behoort (o.a. door geschiedenis, taal en cultuur
die gemeenschappelijk is.
Het duidt ook op de binding die lidstaten voelen met bijvoorbeeld de EU.
(14.4)
Drie probleemgebieden met betrekking tot politieke cohesie.
1. Politieke betrokkenheid is verminderd.
2. Bestuurlijke schaalvergroting.
3. Gemankeerde communicatie jargon. (14.4)
Cultuur
Door de omgang met de groepen waartoe men behoort, vindt er een
voortdurende beïnvloeding cultureel overdracht plaats.
Aanpassen van individu aan de samenleving.
Maatschappelijke positie is gebaseerd op
Kenmerken als het land waar je woont of vandaan komt, de taalgroep, de
generatie, de opleiding of de sekse waartoe iemand behoort.
Economisch, sociaal of cultureel kapitaal
o Economisch= financieel bezint of hoog inkomen
o Cultureel= culturele competenties zoals kennis, houding en
opvattingen.
o Sociaal= connecties, netwerken en de graad van respect die een groep
geniet
Invloed sociaal milieu op politieke socialisatie
Politieke cultuur= geheel van politieke relevante tradities, kennis, opvattingen
en oordelen die kenmerkend zijn binnen een land en groepen die
landsgrenzen doorkruizen
Sociale omgeving; onderwijs, media en sociaaleconomische klasse waar
iemand toebehoort hebben invloed op de opvattingen die iemand ontwikkeld
over de maatschappelijke politiek. Mensen passen zich aan, aan het gedrag
en de opvattingen over het politieke domein die heersen in hun eigen groep.
Politieke systeem; invloed op politieke socialisatie.
Parlementaire democratie= waarden worden overgedragen die deel uit
maken van het politieke besluitvorming model (compromissen,
belangenafweging).
Zorgt voor politieke voorkeuren, vorming, participatiebereidheid en
gedragspatronen.
Zorgt voor voortbestaan van het politieke systeem.
Politieke domeinen
- Progressief= vooruitgang
- Conservatief= behoud
- Links= vooruitstrevend en grote rol van de overheid
- Rechts= behoudend en kleine rol van de overheid
- Nationalisme= ideologie die eigenland als uitgangspunt stelt.
, - Internationalisme= stroming voor internationaal samenwerkingsverband.
- Materieel= meer materiële zaken zoals geld naar een materieel gegeven
- Postmaterieel= meer abstracte ideeën.
- Beleid= het streven naar het bereiken van bepaalde doelen met bepaalde
middelen op bepaalde tijdstippen.
Ideologieën over vraagstukken
- Confessionalisme; christelijke waarden, harmonie en samenwerking
- Liberalisme= individuele rechten en vrijheden.
- Socialisme; gelijkwaardigheid
Over politiek, economisch en sociaal cultureel vlak
3 factoren die sociale cohesie bevorderen
1. Wederzijdse afhankelijkheid
2. Dwang of macht
3. Gedeelde waarden en normen (samenhorigheidsbesef)
Wat houdt de samenleving bijeen?
1. Socialisatie en acculturatie
2. Sociale cohesie
Indicatoren:
- Sociale cohesie op mesoniveau: het aantal groepen waar mensen zich bij
betrokken voelen.
- Sociale cohesie op macroniveau: het aantal gewelddadige conflicten in de
samenleving.
5 functies van politieke partijen.
1. Rekrutering en selectie: werven en opleiden van toekomstige politici
2. Articulatie: inventariseren wensen vanuit de samenleving voor op de politieke
agenda.
3. Participatie: mensen enthousiast maken voor de politiek.
4. Aggregatie: afwegen van wensen, eisen en belangen.
5. Communicatie: een brug vormen tussen de overheid en de burger.
Veranderingen functie en betekenis van politieke partijen
1. Verschuiving in de electorale achterban van politieke partijen
2. Meer ‘zwevende kiezers’= kiezers die tot vlak voor de verkiezingen niet weten
op welke partij ze gaan stemmen.
3. Het aantal mensen dat lid is van een politieke partij neemt af.
4. Concurrentie van media en pressiegroepen
Personalisering van de politiek= de opvattingen en kenmerken van individuele politici
vaak meer aandacht krijgen in de media dan de standpunten van politieke partijen.
6 politieke vereisten aan een democratie
1. Gekozen volksvertegenwoordiging die de regering kan controleren,
2. Vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen.
3. Vrijheid van meningsuiting
4. Toegang tot meerdere informatiebronnen; geen censuur of monopolie
staatsmedia.
, 5. Vrijheid van vereniging
6. Inclusief burgerschap: alle volwassenen hebben dezelfde rechten
Stabiliteit politiek systeem
- Bevolking accepteert politiek systeem legitimiteit politiek systeem
- Politieke bindingen burgers legitimiteit politiek systeem
3 kenmerken van politiek
1. Wie: structuren en organisaties, gespecialiseerde en gezaghebbende
overheidsinstellingen= polity
2. Wat: de machtsstrijd om conflicten op te lossen, waardevolle zaken toe te
doen of beslissingen te nemen= politics
3. Hoe: beleid hoe de samenleving eruit zou moeten zien en welke middelen
hiervoor nodig zijn= policy
Verschil pressiegroepen en politieke partijen
- Proberen allebei invloed uit te oefenen op politieke besluitvorming.
- Bij een politieke partij: kandidaten bij verkiezingen, gericht op de hele
samenleving, belangen afwegen.
- Pressiegroep: geen kandidaten bij verkiezingen, gericht op een specifiek
terrein van de samenleving, deelbelangen.
De rol van media als actor in het politieke landschap
- Mediahypes
- Primen= eigenaar worden van het thema
- Framing= de dominante probleemdefinitie bepalen
- Hindermacht= macht om een doel te hinderen
- Realisatiemacht= macht om een doel te realiseren
- Actieve steun= zelf stemmen, lid worden van een partij
- Passieve steun= besluiten van de overheid accepteren en opvolgen
Stromenmodel
- Beleid wordt gevormd als voldoende politieke kiezers ervan overtuigd zijn dat
bepaalde problemen met behulp van een bepaalde reeks oplossingen
aangepakt moet worden.
1. Partijenstroom
2. Oplossingstroom
3. Probleemstroom
- Window of opportuniy= beleidswijzigingen treden op zodra de drie stromingen
toevallig gekoppeld raken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lindsayb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.