Samenvatting Propedeutica grote en kleine huisdieren
113 views 7 purchases
Course
Propedeutica (G000829)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Deze samenvatting omvat alles van de lessen propedeutica.
Zeer uitgebreid maar leest vlot en makkelijk haalbaar met deze notities
Als je via FB stuurt kan ik je nog een korte sv en examenvragen geven.
Veel succes gewenst!
1. Algemene informatie
1.1. Algemene informatie
− Voor dit vak is er geen cursus, leerstof omvat alles wat besproken wordt in de lessen
− Er zijn 50 lessen gegeven door 19 lesgevers
− Zorg dat de virtuele klinieken op Ufora gemaakt zijn
− Examen bestaat uit puur meerkeuzevragen (dit jaar)
2. Doel van de cursus
2.1. Wat is propedeutica
− Methoden en technieken beschrijven die dierenartsen gebruiken bij:
→ Het opnemen van signalement (beschrijving van dier) en anamnese
→ Het uitvoeren van lichamelijk onderzoek
− Met de bedoeling de klacht waarmee de eigenaar komt aandragen op een efficiënte
manier te benaderen
2
,2.2. We gaan dit geheel eens schematisch bekijken
Er is een eigenaar van een dier met een klacht
We nemen signalement op (=beschrijving van het dier)
Signalement, anamnese, We luisteren naar de eigenaar zonder intussen het dier aan te raken
algemene indruk maar we kijken hoe het dier zich al gedraagt (= anamnese)
We krijgen een algemene indruk zonder interferentie
→ Je kan eventueel mankheid, sloomheid, .. opmerken
Nu gaan we een eerste versie van het probleem formuleren
Dit kan je best luidop zeggen dat het baasje kan aanvullen
We hebben nu 2 opties:
→ Duidelijk probleem: je kan meteen gericht onderzoek uitvoeren
(bv: hond die duidelijk mank is direct mankheidsonderzoek uitvoeren)
Duidelijk / vaag probleem → Vaag probleem: eerst algemeen onderzoek uitvoeren waar je dan
andere afwijkingen zult vinden en zo dan eerder in een bepaalde
richting zal worden uitgestuurd
(vb: vermagerde hond past bij veel verschillende diagnoses → bij verder
onderzoek merk je dan abdominale pijn → abdominaal onderzoek)
(met dit algemeen onderzoek zal je nog andere afwijkingen vinden die je je
mogelijke oorzakenlijstje zullen uitdunnen)
→
( Algemeen klinisch onderzoek ) We bekijken het volledige lichaam
(ookal weet je dat het een oogprobleem zal zijn bekijk je nogsteeds het gehele
Toespitsing probleemformulering lichaam, eventueel doe je dit dan na je gericht onderzoek)
We hebben dus 2 opties
→ Gericht onderzoek direct na anamnese
(vb mankheidsonderzoek)
(vb kat met pijnlijke etterige oogjes → oogonderzoek)
Gericht klinisch onderzoek (vb hond die met kop schudt en naar rechts houdt → ooronderzoek)
Toespitsing probleemformulering → Gericht onderzoek na algemeen onderzoek
(vb je hebt kat met koorts)
Met anamnese, algemene indruk algemeen klinisch onderzoek en dan je
Probleemlijst gericht onderzoek kan je dan een probleemlijst opstellen
→ Dit zijn alle bevindingen (gezegd door eigenaar + ondervonden op onderzoek)
Op basis van de probleemlijst kan je dan een differentiaaldiagnose opstellen
Stel je ondervindt 7 afwijkingen
Differentiaaldiagnose
→ Probleem 1-3 behoren tot diagnose X
→ Probleem 3-6 behoren tot diagnose Y
→ Probleem 7 behoort tot diagnose Z
3
, Hoe komen we nu op de diagnose → we gaan verder onderzoeken
Bijkomend onderzoek Opties zijn: beeldvorming, bloedonderzoek, urineonderzoek, cytologie
Diagnose (Wordt verder besproken volgend jaar bij ziekteleer)
Gaat het goed genezen?
Prognose Gaat het terugkomen (eventueel erger terugkomen)?
Gaan we eventueel niet kunnen genezen (enkel paliatief behandelen)?
Therapie Finaal kom je tot je therapie/behandeling voor het dier of voor de groep
2.3. Belang propedeutica
− Propedeutica is quasi de belangrijkste stap
→ Stel dat je niet weet welk dier, welke leeftijd, welke klachten maar je krijgt wel een
bloedonderzoek met een echobeeld dan kan je er veel moeilijker aan beginnen
4
,5
, H1: signalement
Prof. Polis
− Volgorde van het onderzoek:
Signalement
Anamnese
Algemene indruk
Lichamelijk onderzoek
→ Algemeen onderzoek
→ Gericht onderzoek per orgaanstelsel
Bijkomend onderzoek
1. Wat houdt het signalement in?
− De start van IEDER onderzoek: ‘wie is dit’
− Het omvat de omschrijving van het dier:
→ Identificatienummer (er zijn 10 honden genaamd pluto maar slechts 1 ID)
→ Diersoort
→ Ras
→ Geslacht
→ Leeftijd
→ Gewicht
→ (kleur/aftekeningen)
→ (bijzondere kenmerken)
− Het signalement kan je al heel veel zeggen over welke problemen kunnen en welke niet
1.1. De patiëntgegevens - identificatienummers
− PAARD: individuele chip + paspoort + geregistreerd in databank* (centrale databank BCP)
→ Alle paarden in BE zijn gechipt tenzij tijdelijk hier voor bv het dekseizoen
− VARKEN: beslagoormerk + geregistreerd op bedrijf
− HOND - KAT: individuele chip + paspoort + geregistreerd in databank* (Dog-ID en Cat-ID)
Chip zit altijd links
Bij chipgelinkte luikjes de chip voldoende naar
voor plaatsen anders gaat deurtje niet open
* = centraal geregistreerd in een databank
6
,1.2. De diersoort
− Diersoort gebonden gevoeligheid
→ Kat is geen kleine hond
→ Kalf is geen veulen
→ Bv paracetamol kan je eventueel aan hond geven maar zeker niet aan kat
1.3. Het ras
− Bepaalde rassen hebben typische aandoeningen
→ Hyperlipemie bij pony’s (zie foto waar er vet op bloed drijft)
→ Spierdystrofie bij dikbildieren
→ Metabole aandoeningen bij hoogproductief melkvee
→ Stollingsstoornissen bij de Dobermann Pinscher (nu veel minder populair ras wel)
→ Ademhalingsproblemen bij brachycefale honden (BOAS)
▪ We gaan bij deze dieren liefst een tragere recovery hebben en de tube pas
uithalen geheel op het einde
▪ Wat hebben deze dieren als probleem:
• Stenotische (vernauwde) neusopeningen
• Verlengd zacht gehemelte
• Larynxcollaps + geëverteerde laryngeale sacculi (tube maatje kleiner dan
wat je zou verwachten bij die grootte)
• Gevoelig voor larynxspasmen
• Hypoplastische trachea
1.4. De leeftijd
− Leeftijdsgebonden aandoeningen
→ Hypoglycemie bij pasgeborenen (bv lammetjes)
→ Nieraandoeningen bij geriatrische katten
→ Metabole ziekten bij melkkoeien
1.5. Het geslacht
− Geslachtsgebonden predisposities
→ Liesbreuk: vooral man
→ Pyometra/endometritis: vooral vrouw na oestrus
→ Urethraobstructie: vooral mannelijke dieren (vrouwen hebben kortere en bredere urethra)
→ Hypocalcemie: vooral na dracht
→ Metabole aandoeningen bij melkkoeien
7
, H2: Anamnese
Prof. Decloedt
− Volgorde van het onderzoek:
Signalement
Anamnese
Algemene indruk
Lichamelijk onderzoek
→ Algemeen onderzoek
→ Gericht onderzoek per orgaanstelsel
Bijkomend onderzoek
− “Arts of dierenarts kan ALLES tegenwoordig opzoeken,… maar hij moetwel het klinisch
teken herkennen om te weten waar te beginnen”
→ Het is niet moeilijk om mogelijkse differentiaaldiagnoses op te zoeken als je het
klinische teken kan benoemen
→ Voorbeeld:
▪ Eerst: veulen maakt vreemd geluid → je zal online niet veel terugvinden
▪ Beter: veulen met inspiratoire stridor → veel duidelijker geformuleerd
▪ Het zal een bovenste luchtwegprobleem zijn (dit leerde je in fysiologie maar indien je het
vergat kan je op deze manier meer info vinden)
− Anamnese wordt vaak samen met de algemene indruk bekeken bij een consultatie maar ter
duidelijkheid zullen we deze apart bespreken
1. Wat houdt de anamnese in?
− Dit is het ziekteverhaal, zonder dit kan je de diagnose veel moeilijker stellen)
− Je gaat een vraaggesprek met de eigenaar of begeleider van het dier aan
− Je gaat vragen om de reden van het bezoek = iatrotrope probleem (dit is vaak niet het hoofdprobleem)
→ Ook al is dit niet het hoofdprobleem moet je hier voldoende aandacht aan geven wat
dit is de eigenaar zijn probleem
− Vraag zeker over het functioneren van de patiënt, de leefomgeving, de voorgeschiedenis
→ Door nauw contact tussen dier en eigenaar kan je veel waardevolle info verzamelen
→ Kennis over voorgeschiedenis is essentieel om bevindingen van het klinische
onderzoek te kunnen kaderen
− Er zijn weinig pathognomische tekenen (= een teken waarvan de aanwezigheid aangeeft dat een
bepaalde ziekte zonder enige twijfel aanwezig is)
→ Maar bij een combinatie van bepaalde tekens met de anamnese kan je al een goede
probleemlijst en differentiaaldiagnose opstellen
→ Een groot deel van de differentiaaldiagnose kan gesteld worden obv de anamnese
8
, 2. Kwaliteit van de anamnese
De kwaliteit van de anamnese is van verschillende dingen afhankelijk:
2.1. Ervaring dierenarts
− Hoe verkrijgt een dierenarts ervaring:
→ Aanleren in skillslab, kliniek, stage
→ Verfijning doorheen de jaren (hoe meer ervaring → hoe sneller je linken legt)
→ Individuele variatie
2.2. De ondervraagde persoon
− Niet iedere eigenaar gaat evengoed je vragen kunnen beantwoorden:
→ Niveau: sommige eigenaars vertellen heel veel maar de gegeven informatie is niet
perse heel nuttig (het bevat bv veel randinformatie)
→ Ervaring: het baasje kan al heel veel kennis hebben over het ras of juist niet
→ Eerlijkheid: dit is een meerdelig probleem
▪ Manier van vraagstelling: ‘de vaccinatie is wel inorde zeker?’
▪ Individuele interpretatie: veel diarree voor een dierenarts is niet hetzelfde als
veel diarree voor een baasje
▪ Het is vaak een goed idee om de vraag een 2e keer te stellen maar iets anders
te verwoorden
→ Controle obv objectieve cijfers: vooral bij nutsdieren heb je veel cijfermateriaal
2.3. De anamnese gegevens zelf
− Er is geen universele vragenlijst die alle nodige vragen heeft
− Je wil zo volledig mogelijk zijn zonder overdreven en irrelevante info te krijgen
→ Er wordt nu gewerkt met een app die een checklist heeft maar ook hierop zullen
veel irrelevante dingen worden ondervraagt
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meribanvanrenterghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.34. You're not tied to anything after your purchase.