100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC 11 $3.21   Add to cart

Class notes

HC 11

1 review
 188 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 2 pagina's voor het vak Organisatieleer aan de UVT (Hoorcollege 11)

Preview 1 out of 2  pages

  • December 8, 2015
  • 2
  • 2015/2016
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: hcie • 6 year ago

avatar-seller
Hoorcollege 11
Nexus of contract theory. Wat houdt deze theorie in? Deze theorie gaat ervan uit
dat er een relatie is tussen bestuur en een investeerder. En die relatie wordt in de
nexus of contract theory een …. Relatie genoemd. De theorie geeft een model
om een bepaalde verdeling van taken en bevoegdheden tussen de owner
(principaal) en de agent (het bestuur) weer te geven. En welke combinatie van
taken en bevoegdheden efficient is, is afhankelijk van de ownership structure,
eigendomsstructuur van de onderneming. Om dat te kunnen beantwoorden gaan
we de taken en bevoegdheden opknippen. Ze onderscheiden 2 groepen. Discision
control: monitoren en ratificeren van het beleid en dicision management:
voorbereiden en uitvoeren van het beleid. In een eigendomsstructuur warbij de
investeerder ook bestuurder is, treden er geen problemen op, als disicion control
en diciosn management in 1 hand vallen. Tweede regel :als er een splitsing op
treedt tussen dicision controll en management waarbij management is
doorbedeeld door eigenaar aan de bestuurder, dat het dan een efficiente
verdeling is dat he bestuur dan de opdracht krijgt de nexus of contracts binnen
de onderneming zo efficient mogelijk af te wikkelen, namelijk alle contractuele
relaties tussen andere partijen dan de eigenaar. Ten einde dat die
onderhandelingen met die andere stakeholders zo goedkoop mogelijk optreden.
Dus scheiden tussen control en management leidt tot een verhouding waarbij
bestuur opdracht geeft om contractuele relaties af te wikkelen omdat de owners
die hun aanspraken zijn niet gebaseerd op contractuele verhoudingen. En vaak
zijn die owners soms niet in staat om zelf het bestuur uit te oefenen, die moet en
het soms delegeren. Als control en management gesplitst is dan komt de resitioal
claim toe aan degene die eigenaar zijn.

Derde fenomeen is de beursvennootschap. Daar heb je veel aandeelhouders en
dat zijn de investeerders. Volgens de gangbare theorie van Jensen is dat als
control en management gesplitst is dat control toekomt aan de eigenaar, dus
investeerders. Dat zou betekenen dat aandeelhoduers in een beursvennootschap
zich ook daadwerkeljk bezig moeten houden met monitoren en ratificeren van
beleid van het bestuur. Daar zit een probleem, want zij kwamen in aanraking met
een typische beursvennootschap (amerikaanse beursvennootschap met veel
aandeelhoduers met wijdgespreid aandelenbezit) die wordt gekenmerkt door free
rider gedrag door afzetisme en dat nietmand zo’n groot belang had dat zij
effectief het bestuur ter verantwoording kan roepen. Dit leidt tot een
agencyprobleem. Bij een beursvennootschap komt in beginsel decioson control
toe aan de aandeelhoduers, maar dan is het efficient dat de aandeelhouders in
hun eigen belang decsion control delegeren aan het bestuur die dat in hun
belang uitoefend. Uiteraard leidt dat tot agencyproblemen. (p. 151/152).

Voorbeeld:
ABN is weer beursgenoteerd, althans dat is de vraag. Er is 20% naar de beurs
gebracht. 80% is in handen van een stichting, deze heet NL Financial institute. De
staat heeft daar 3.3 miljoen mee opgehaald. We zullen nog tranches krijgen, want
het is de bedoeling dat 100% naar de beurs toe gaat. in beginsel is het een
beursvennootschap en daarmee moet ABN aan alles voldoen voor een
beursvennootschap. Op papier is dit een strucuut die volledig beantwoord aan
een beursvennootschap, maar is dit in economische zin ook zo? Wie bepaald bij
een beursvennootschap het beleid? Bestuur van de holding bepaald dat. Bestuur
is exclusief bevoegd voor het bepalen van de concernstrategie met uitzondering

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinevv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (1)
  Add to cart