Attention
Aandacht = het fenomeen dat een stimulus waargenomen kan worden op verschillende subjectieve
manieren op verschillende momenten
Soorten aandacht
Aanhoudende aandacht
Selectieve aandacht
- Bijv. strooptest > kleur van geschreven woord opnoemen terwijl het woord rood in groen is
geschreven bijvoorbeeld
Verdeelde aandacht
Top-down en bottom-up factoren
Bottom up factor = wanneer een stimulus aandacht krijgt door de sterkte of door de
plotselinge verschijning (passieve reactie)
Top-down factor = dit zijn stimulus zoals kennis van de situatie, ze zijn actief en vrijwillig,
onze doelen in ons leven (actieve reactie)
Frontaal-partieel systeem > bevat delen van de frontale en partiële kwabben
Prefrontale cortex > vormt het voorste aandacht systeem
- Werkt top-down
Partiële kwab > speelt een rol in het wisselen van aandacht op dingen
Aanterieure cingulate cortex > speelt een rol in het beheersen, vermijden en/of reguleren van
pijnlijke emoties
- Zowel in contact met 'emotionele' limbische systeem als de 'cognitieve' prefrontale cortex
Neglect syndroom = stimuli worden abnormaal verwerkt, dit zorgt voor een extra lange reactietijd, of
iemand is zich er niet bewust van
Cerebrale parese
Cerebrale parese
(er) is het gevolg van pre- of perinataal ontstaan (bijv. vroeggeboorte,
meerlingenzwangerschap, stuitbevalling), niet-progressief hersenletsel. Malformaties van de
hersenen kunnen een rol spelen.
Men onderscheidt spastische (80-85% van de gevallen), overwegend diskinetische (7-15%)
en atactische syndromen. De spastische syndromen kunnen unilateraal (hemiparese) of
bilateraal zijn. De bilaterale syndromen kunnen overwegend de benen (diplegia spastica) of
alle extremiteiten (spastische quadriparese) treffen.
Niveaus van het motorische functioneren kunnen worden onderscheiden met behulp van
schalen voor zitten en lopen (Gross Motor Function Classification System, GMFcs) en voor
vaardigheid van de handen (Ma nual Ability Classification System, MACS)
Spasticiteit en dyskinesieën treffen bij een grote minderheid van de kinderen gelaat-, tong-
en keelspieren met als gevolg slik- en spraakstoornissen. Onvermogen tot slikken leidt tot
voedingsstoornissen en tot speekselvloed en de spraakstoornissen (dysartrie, anartrie)
belemmeren de communicatie in vaak ernstige mate. Voor de slik- en spraak stoornissen zijn
nog geen functieschalen beschikbaar.
, Er gaat veelal gepaard met één of meer niet-motorische stoornissen, waaronder epi lepsie
en stoornissen in zien of horen, en met een reeks secundaire problemen, zoals (sub)luxaties,
verkromming van de wervelkolom en pijnlijke spasmen.
Stoornissen van het cognitieve functioneren komen voor bij ten minste 50% van de kinderen
met er. Het percentage zwakzinnige kinderen neemt toe met de ernst van de motorische
functiestoornissen. De meerderheid van de kinderen met dyskinesie en bijna alle kinderen
met spastische quadriparese zijn zwakzinnig. Maar zelfs bij de ernstigste motorische
syndromen kan de cognitie ongestoord zijn.
De cognitieve functiestoornissen zijn voor zover tot op heden bekend veeleer globaal dan
selectief. Kinderen met er reageren vooral trager dan gezonde kinderen.
Slaapproblemen komen verhoudingsgewijs veel voor. Psychiatrische problematiek is
uitzonderlijk.
Sociàle integratie schiet met name voor jongeren met er tekort. Participatie vindt vooral in
informele circuits plaats.
Behandeling en begeleiding zijn bij uitstek multidisciplinair.
Kinderen met CP voelen zich (hoezeer ook gehandicapt) niet ongelukkig blijkt
Meningitis
Bacteriële meningitis
Door het vaccinatiebeleid neemt het jaarlijkse aantal bacteriële (anders dan door tu
berculose en neuroborreliose) meningitiden (BM) bij kinderen sterk af.
BM is ondanks verbeterde behandeling een ernstige ziekte die bij Nederlandse kinderen in
ongeveer 2,5% tot mortaliteit leidt en bij toch nog 11% van de overige tot reststoor nissen.
Kinderen die BM hebben gehad, niet zwakzinnig zijn en niet lijden aan bilaterale hard
horendheid zijn bij neuropsychologisch onderzoek als groep in lichte mate achter bij
leeftijdgenootjes.
Op de basisschool komt na BM bijna tweeënhalf maal vaker dan normaal een doublure voor.
Meer kinderen gaan naar scholen voor speciaal onderwijs dan in de algemene schoolgaande
populatie.
De oorzaak van de neuropsychologische achterstand en schoolloopbaanproblemen na BM is
waarschijnlijk multifactorieel. Ziektefactoren kunnen een rol spelen maar omge
vingsinvloeden zijn minstens zo belangrijk.
Tuberculeuze meningitis
Tuberculeuze meningitis geeft kans op ernstige neurologische en neuropsychologische
restverschijnselen, vooral na late aanvang van behandeling.
Neuroborreliose
Neuroborreliose heeft na adequate behandeling geen neuropsychologische gevolgen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynnvv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.