Thema 1 Observatiemethoden
1.1 Reguliere observatie
Observeren kan nodig zijn als er een gedragsverandering of een achterstand in de
ontwikkeling te zien is. Maar je kunt ook observeren om gegevens te verzamelen
over de ontwikkeling van een kind, zonder aanleiding. Dit heet reguliere observatie
en gebruik je om het kind in zijn ontwikkeling te volgen. In het basisonderwijs gebruik
je deze observaties voor de opbouw van het kindvolgsysteem. Dit is een
informatiesysteem waarin je gegevens vastlegt over de ontwikkeling, mogelijkheden
en behoeften van een kind.
1.1.1 Doel reguliere observaties
De informatie uit reguliere observaties heeft als doel:
- Zoveel mogelijk informatie verzamelen over de kinderen en de groep
- Kunnen inspelen op individuele behoeftes van een kind
- Inzicht krijgen in de beste benadering van een kind of groep
- Informatie verzamelen om ouders te kunnen informeren over de ontwikkeling
van hun kind
- Teams inzicht geven in het welbevinden van hun groep en hun individuele
kinderen
1.1.2 Longitudinale observatie en cross – sectional observatie
Bij longitudinale observatie volg je een kind een lange periode.
Bij de cross – sectional observeer je meerdere kinderen tegelijk op hetzelfde
onderdeel. Je gebruikt een observatieformulier.
1.2 observeren van bepaalde ontwikkelingsgebieden
Je kijkt naar de zelfredzaamheid, weerbaarheid, taalontwikkeling, creativiteit,
spelgedrag en motoriek.
Zelfredzaamheid is het vermogen om zelfstandig dagelijkse handelingen uit te
voeren.
Weerbaarheid is het vermogen van een kind om voor zichzelf op te komen en hoe
het zich handhaaft in een groep
Bij creativiteit kijk je naar de manier waarop een kind experimenteert met dingen en
hoe het ontdekt op welke manier het kan omgaan met materiaal in zijn omgeving
Taalontwikkeling observeer je door te kijken naar woordenschat en zinsbouw van
een kind.
Bij spelgedrag kijk je naar de manier waarop een kind met andere kinderen omgaat.
Speelt het samen of naast elkaar?
Grove motoriek is de ontwikkeling van de grote bewegingen, zoals lopen rollen of
kruipen
Fijne motoriek betreft de kleinere bewegingen, zoals knippen of veters strikken
1.3 Observatiemethoden
Focus op kinderen
Dit is een observatiemethode die informatie geeft over de ontwikkeling en het
welbevinden van kinderen. Welbevinden is de mate waarin je je op lichamelijk,
,geestelijk en sociaal gebied goed voelt (0-12jr). de informatie uit je observatie geeft
handreikingen voor:
- Beter inspelen op het gedrag van een kind
- Aandacht tussen kinderen verdelen
- Creatief omgaan met de groep
- Handelen en activiteiten
Werken aan het welbevinden
Levert informatie op over het welbevinden van kinderen in een groep (0-12jr). Het is
bedoeld als een feedbackinstrument voor teams. De resultaten worden gebruikt voor
oudergesprekken of voor het kindvolgsysteem.
Er wordt gebruik gemaakt van observatieformulieren en vragenlijsten. Punten waarop
het welbevinden van kinderen wordt geobserveerd zijn: open/gesloten,
nieuwsgierig/afwerend, zelfvertrouwen/onzeker.
Ontwikkelingsvolgmodel (OVM)
Dit is een longitudinaal observatiesyteem voor het volgen van gedrag en de
ontwikkeling van kinderen van 0 tot 13 jaar. Het kent 3 versies: 0 tot 4 jaar, 4 toto 7
jaar & 7 tot 13 jaar. Het doel is vroegsignalering: het op tijd signaleren en
onderkennen van problemen om in een vroeg stadium te kunnen ingrijpen. De
leerkracht moet het gedrag en de ontwikkeling van kinderen doorlopend en
nauwgezet observeren en zijn bevindingen noteren in een
computerregistratiesysteem.
Ontluikingsvolgsysteem baby’s en peuters
Is ontwikkeld om bij baby’s en peuters het functioneren en de ontwikkeling zo goed
mogelijk te volgen (0-4jr).
Het ontluikingsysteem kijkt naar de volgende gebieden:
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Zelfredzaamheid
- Speel- en leerontwikkeling
- Taalontwikkeling (NL en moedertaal)
- Motoriek
Er is voor iedere leerling een kindvolgkaart die de ontwikkeling van het kind in kaart
brengt en die mee gaat naar de basisschool.
ABC-schema
Met het ABC-schema kun je ongewenst gedrag in beeld brengen. Het staat voor
Activating event of Antecent (gebeurtenis die de aanleiding is), Behaviour (gedrag)
en Consequence (gevolg). Om gedrag te veranderen, moet je eerst weten waardoor
het ontstaat. ‘Wat lokt dit gedrag uit?’ Gedrag kan uitgelokt worden door de
Antecedentaanleiding. De consequentie bepaalt of gedrag wordt versterkt, in stand
wordt gehouden of juist afzwakt.
Als je in kaart brengt wat de aanleiding is van bepaald gedrag en wat de
consequentie daarvan is, dan kun je ervoor kiezen om de aanleiding of de
consequentie te veranderen.
A Gebeurtenis B Gedrag C Gevolg
,1.4 Observeren met KIJK!
Doel: ontwikkeling van kinderen van 0-12jr in kaart brengen en een daarbij horend
ontwikkelingsgericht activiteitenaanbod ontwerpen. Je observeert kinderen over een
langere tijd tijdens activiteiten.
Gebruiksmogelijkheden
- Instrument om op groepsniveau te signaleren wat er speelt in de groep
- Ontwikkelingssysteem om het ontwikkelingsverloop van een kind te volgen
- Instrument om op individueel niveau te signaleren of er bijv achterstanden zijn
in de ontwikkeling
- Hulpmiddel om geschikte vervolgactiviteiten te kiezen op pedagogisch,
didactisch en organisatorisch vlak
- Leidraad bij het voeren van gesprekken over een kind met ouders, collega’s
en instanties die betrokken zijn bij de begeleiding van kinderen
De basisgegevens die je nodig hebt zijn te verdelen in basiskenmerken,
risicofactoren en betrokkenheid. Basiskenmerken zijn:
- Is een kind vrij van emotionele belemmeringen
- Is een kind nieuwsgierig, ondernemend en onderzoekend
- Heeft een kind zelfvertrouwen en een stabiel, gezond zelfbeeld
Risicofactoren zijn passief zijn, vermoeiend impulsief handelen en selectieve
aandacht
Betrokkenheid geeft aan in hoeverre een kind verbonden is met andere kinderen en
de pedagogisch werkers of leerkracht.
Je werkt in fases van een half jaar. Per fase noteer je kenmerken die typerend zijn
voor de leeftijd. Je vergelijkt de ontwikkeling met de ontwikkelingsleeftijd en de
daarbij horende kenmerken en scoort ze op een schaal van -2 (niet optimaal) tot +2
(optimaal). Daarnaast kijk je ook naar het proces.
De gegevens komen in een individueel rapport, ook de mogelijke
ontwikkelingsvoorsprong of -achterstand. Ontwikkelingsvoorsprong wil zeggen een
voorsprong van een half jaar op wat er verwacht mag worden. Een
ontwikkelingsachterstand is een achterstand van een half jaar op wat er verwacht
mag worden.
KIJK! Is er ook voor groep 1/2 – 3/4 – 5-8 (rekenen).
1.5 Verdieping: Bewust observeren
Waarnemen doe je onbewust, observeren bewust. Observeren is meer dan kijken en
registreren.
Je voorkennis over de groep speelt een rol bij wat je wel of niet waarneemt. Jouw
voorkennis maakt dat je onbewust keuzes maakt bij het waarnemen en dat je je
concentreert op bepaalde personen en zaken.
Observeren is een bijzondere manier van waarnemen. Je kiest bewust momenten en
je beschrijft objectief wat je ziet. Je mag alleen kijken en registreren.
Om goed te kunnen observeren heb je observatie-instrument nodig. Niet alleen een
lijst die negatief gedrag turft, maar ook de mogelijkheid om met een onderzoekende
houding te kijken. Een video-opname is een goed hulpmiddel. Bewust observeren
betekent ook dat je kritisch naar de observatiegegevens kijkt.
, Thema 2 Fundamenten van ontwikkeling
2.1 7 fundamenten
De fundamenten van ontwikkeling zijn de verschillende aspecten die de basis
leggen voor een goede ontwikkeling van een kind.
1) Emotionele en fysieke veiligheid
2) Uitnodigende en uitdagende omgeving
3) Mogelijkheden tot onderzoeken en experimenteren
4) Interactie
5) Samenspelen
6) Zelfvertrouwen
7) Eigenwaarde
Emotionele en fysieke veiligheid
De omgeving moet zorgen voor fysieke veiligheid. Dat betekent waarin het kind
zich bevindt, veilig is. Het gaat om grotere gevaren, zoals brandwonden of van de
trap vallen. Een kind moet zich ook mentaal veilig voelen. Dit noem je emotionele
veiligheid. Het kind moet het gevoel hebben dat er altijd iemand is die hen
beschermt en troost als er iets naars gebeurt.
Uitnodigende en uitdagende omgeving
Een uitnodigende omgeving is een omgeving die de belangstelling van het kind
wekt. Een uitdagende omgeving is een omgeving die kinderen motiveert en ervoor
zorgt dat het kind iets wil gaan doen. Het betekent ook dat er telkens iets nieuws valt
te ontdekken.
Onderzoeken en experimenteren
Kinderen willen de wereld ontdekken. Dit doen ze door te onderzoeken en dingen uit
te proberen. Bied kinderen een omgeving aan waarin genoeg te beleven is en waarin
genoeg materialen zijn.
Interactie
Interactie: contact hebben met anderen. Je hebt interactie met andere mensen
nodig om je prettig te voelen en je verder te kunnen ontwikkelen. Praat veel, leg
dingen uit en probeert te begrijpen wat kinderen bedoelen als ze op een bepaalde
manier contact maken of zoeken. Door interactie leren kinderen samenspelen en
voor zichzelf opkomen.
Samenspelen
Hierdoor leren kinderen samenwerken, onderhandelen en delen. Pas vanaf 4jr
zoeken kinderen bewust anderen op om mee te spelen. Kinderen leren ook dat er
regels zijn bij het samenspelen. Ze krijgen reacties terug op hun eigen gedrag,
hierdoor leren ze zichzelf beter kennen.
Zelfvertrouwen en eigenwaarde
Een goede omgeving stimuleert het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van het kind.
Het leert dat het een belangrijk en waardevol persoon is, die er mag zijn. Door
interactie met de omgeving leert het kind wat het kan en wat nog niet. Om
eigenwaarde bij een kind te ontwikkelen, is positieve aandacht vanuit de omgeving
nodig. Als een kind iets fout doet, benadruk dan altijd dat het gedrag fout is, maar dat
je de persoon nog steeds aardig vindt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nina_van_eersel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.27. You're not tied to anything after your purchase.