100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van alle te kennen leerstof examen Meertaligheid Meerstemmigheid $41.42   Add to cart

Summary

Samenvatting van alle te kennen leerstof examen Meertaligheid Meerstemmigheid

 166 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting heb ik gemaakt uit alle lessen + syllabus om het examen van meertaligheid meerstemmigheid in 2022 af te leggen! Ik heb door deze samenvatting 17/20 gehaald en zowel de open vragen als meerkeuzevragen makkelijk kunnen oplossen.

Preview 4 out of 51  pages

  • July 26, 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
MEERTALIGHEID EN MEERSTEMMIGHEID – INHOUDSTAFEL – Syllabus
A. OKTOBERDEEL: MOEDER, WAAROM SPREKEN WIJ?
1. Inleiding en doelstellingen
1.1. Er was eens
 Taal als sociaal bindmiddel, groepsgebonden
 Sociale cognitie: aangeleerd gedrag overnemen van anderen ≠ instinctief
 Talige communicatie maakt ons unieke wezen
o Daar is cognitie voor nodig (mens zijn kennis over wereld is verfijnd)
1.2. Doelstellingen
 Perspectieven op taal
o Disruptie: kloof mens dier sinds oorsprong, fund. radicaal verschillend
o Continuïteit: Mens dier niet sterk verschillend, dieren ook comm.vormen
 Mens gebruikt taal om met andere in sociaal contact te treden
 Culturele perspectief: effecten op groepsniveau voor taalgebruik/talen/normering
 Existentiële perspectief: individuele keuzes sprekers
 Evolutionair perspectief: manier taal ingebed in ons mens-zijn, begrijpen hoe die taal
als social glue een fundamenteel kenmerk is van onze soort (= focus eerste deel cursus)

2. Een extern perspectief
2.1. Taalkundige antropologie
= studie menselijk gedrag met doel begrijpen wat ons mens maakt

2.2. De kern van het debat
 Waarom zijn mensen taal beginnen gebruiken?
o Functionele reden: gebruiken om te communiceren
o ≠ evolutionair perspectief: vorm ontstaat uit proces van adaptatie
o Taalvermogen heeft zich niet ontwikkeld uit bepaalde nood/functie die door taal
moest worden ingevuld
o Taal ontwikkeld in context waar gebruik van taal een evolutionair voordeel bood
voor groepen die taal gebruikten

3. Taal en biologie
3.1. De ontwikkeling van de moderne mens
 Vormelijke ontwikkelingen: genetische ontwikkeling met evolutionaire principes van
adaptatie en natuurlijke selectie (natuur: biologie) vs (cultuur: externe processen)
 Inhoudelijke ontwikkelingen mens: functie: taal evolutionair voortvloeisel zoals orgaan?

3.1.1. De lichamelijke kenmerken = ‘natuur’
 Eerst evolutie vorm, daarna specificatie functie
 Grotere hersenmassa niet automatisch reden waarom mensen taal ontwikkelden
 CHOMSKY: kloof mens en mensapen: radicale verandering: disruptie
o Taal is te verklaren door structuur en eigenschappen taal (intern perspectief)
  Zo oorsprong taal ontdekken, niet via externe processen (cultuur)
 Fysieke ontwikkelingen: mens groter, bipedie + stembanden
 Menselijk brein: verwerken van perceptuele info: toont dat mensen taal op
verschillende plaatsen in hersenen verwerken, niet 1 zine
o Zone Broca: niet uit woorden komen, moeite zinvorming, wat niet willen zeggen
=> productie van spraak
o Zone Wernicke: vlot en gemakkelijk, verkeerde woorden, nonsensicale zinnen en
moeilijk tekst lezen en begrijpen => Receptief (interpretatie)
 = Biologische ontwikkeling verklaart niet waarom mensen ineens taal gebruiken
 Evolutieleer: VORM GAAT VOORAF AAN FUNCTIE
o Taal is ontstaan op moment fysieke kenmerken al aanwezig als randvoorwaarden
waarop taal kon verder evolueren
o Evolutie mens = gradueel, continu veranderingsproces = continuïteitshypothese

1

, o Evolutie: gradueel proces waarbij fysieke elementen lang proces doorlopen van
adaptatie en specialisatie = vandaar de randvoorwaarden van ontstaan van een
taal deels terug te vinden bij dierensoorten waarmee we meest verwant zijn
 DESIGN FEATURES HOCKETT
 = volgende 8 kenmerken ook in dieren comm terug te vinden
 Spreek-hoor kanaal
 Richting geluid: weten waar vandaan
 Snelle vervaging signaal
 Total feedback (spreker hoort wat die communiceert)
 Interveranderen (zender kan ontvanger zijn)
 Specialisatie (signalen vooral gebruikt voor comm)
 Betekenis (signalen dragen betekenis)
 Willekeurigheid tekens
 Design features Hockett wijst op de continuïteit tussen dierlijke en
menselijke communicatievormen. Maar groot verschil tussen beide.
 In gradueel proces fysieke ontwikkeling is er plots snelle evolutie geweest die je niet
zomaar kan verklaren vanuit natuur
 TOMASELLO: Verklaring niet in fysieke aspecten, wel in mentale kracht Homo Sapiens
o Kracht die TOMASELLO: culturele transmissie noemt
o ≠ natuurhypothese CHOMSKY (zei structuur taal (intern perspectief) = oorsprong
o TOMASSELO: taal ontwikkelt zich wanneer mensen met elkaar communiceren =
SOCIAAL LEREN

3.1.2. De mentale kenmerken = “cultuur”
 Cultuur definiëren vanuit continuïteitshypothese: info gedeeld tussen mensen, delen is
culturele transmissie
o Info-overdracht ≠ instinctmatig gedrag
o Sociale aspect van cultuur vermijdt dat iedereen alles altijd zelf moet ontdekken
 = SOCIALE EPISTEMOLOGIE = door coöperatief gedrag: kenmerkend voor
menselijke interactie
 TOMASELLO: taal heeft nog andere dimensie van coöperatie:
o Intentioneel altruïstisch gedrag: mind gesprekspartner lezen en info bezorgen dat
je denkt dat die nodig heeft
 < > Bij dieren beperkt tot eigen groep + gebeurt vanuit eigen belang
o Altruïsme: helpen soortgenoot waarbij niet helpen voordeel zou opleveren voor
diegene die helpt
 Altruïsme vergoot sociale cohesie = positief effect op groep
 TOMASELLO verbindt sociaal leren met altruïsme
 Om te kunnen leren: individuen nodig die iemand iets willen
aanleren en info doorgeven die ze voor zichzelf konden houden
 LEERSTRATEGIEËN
o HORNER EN WHITEN:
 Goal-oriented: leren vanuit specifiek doel + imiteren functioneel gericht op
dat doel (Chimpansees)
 Process-oriented: leren op manier gericht op volgen aangeleerde
procedure
= die 2 combineren = CUMULATIEF LEREN = LEERPROCESSEN COMBINEREN
+ OPSTAPELEN -> ZO CUMULATIEF INFO OPBOUWEN
o TOMASELLO
 Info opvangen door anderen = CULTURELE INTELLIGENTIE
 Zorgt ervoor dat mensen kunnen leren van anderen
 Persoon moet zelfde mindset delen
 Sociaal leren: aangeboren cognitieve strategie waarmee kinderen taal
beginnen aanleren
 Taal vergemakkelijkt en versnelt proces cumulatief sociaal leren



2

, o Experiment: TRANSMISSION CHAIN METHOD: cummulatief leren: eenvoudiger als
er social component inzit
 Steunt bevindingen EVERETT: Taal is cultureel hulpmiddel dat door mensen
wordt omgevormd via cummulatief leren tot complex beregeld systeem
waarmee ze met elkaar intereageren + info over werkelijkheid uitwisselen
o TOMASELLO: Taal heeft ondersteunende rol: ondersteunt info-overdracht =
cultural inteligence = versterkt coöperatief gedrag
 Taal zorgt voor RATCHET-EFFECT (PALEFFECT)
 Taal voorkomt dat info verloren gaat
o Taal is geen plotse genetische mutatie, maar communicatievorm + culturele
intelligentie (Tomasello) en intergenerationele transmissie gespecialiseerd door
verschillende leermechanismen + leerstrategieën waarmee we geboren zijn

3.1.3. “The interaction engine”: menselijk conversaties
 LEVINSON: contact tussen mensen is het gevolg van de INTERACTION ENGINE = AANLEG
OM MET MENSEN TE INTERAGEREN
o Interactionele schema’s (manier waarop we interageren) = aangeboren + maakt
deel uit van onze hersenen (= NATURE HYPOTHESE)
 Concrete info die we zo verwerven  Gerelateerd aan context en
omgevingsfactoren: culture of nurture
o Interactiemachine LEVINSON:
 3 onderdelen noodzakelijk voor menselijke interactie
1. Gedeelde intentionaliteit (joint attention)
2. Coöperatief gedrag (altruïsme)
3. Interactie

3.1.3.1. Gedeelde intentionaliteit
= belang van bedoeling herkenning in wat iemand zegt/doet
Soorten interactievormen:
 Monadische interactie: banaal, weinig interactief comm (bord)
 Dyadische interactie: interactie met ander (mens/object)
 Triadische interactie: info uitwissel tussen 2 mens over object
o Belang gedeelde intentionaliteit
 Reciprocity of perspectives (Husser): zich in iemands situatie kunnen
verplaatsen

3.1.3.2. Altruïstische coöperatie
 Willingness to learn
 Shared intentionality: beseffen dat zender iets stuurt, bereidt
info te krijgen
 Imitatie: versterkt band groep = hetzelfde gedrag
o Groepsconformisme doet interne cohesie stijgen
 Hoe minder coöperatief gedrag je toont = hoe minder makkelijk
toegang tot wederzijdse info-uitwisseling via conversatie

3.1.3.3. De universele functie van conversaties
 Turntaking: beurtwissels: veronderstelt joint attention en
coöperatie
 Voorspellen wat speech act (mededeling/vraag) is =
vergemakkelijkt proces met gesprekspartner
 Snelheid beurtwissels kinderen bewijst aangeboren vermogen:
dus deel van de interaction engine




3

, Nature: alle
eigenschappen van het
individu zijn bepaald 3.1.4. Cultuur als natuur
door aanleg,  Nature: ingeboren: PINKER en CHOMSKY
bijvoorbeeld het
genetisch materiaal. o Zij zeggen: Taal als vermogen maakt deel uit van onze hersenen
o LAD: Language acquisition device
Nurture: alle
eigenschappen van het
 Speciaal cognitief onderdeel van leren en gebruiken van een taal
individu zijn bepaald  Deze hypothese omschrijven met term: NATIVISM
door opvoeding,  Kids zijn slim geboren = volledig functioneel brein
voornamelijk door de
leefomgeving.  Nurture: aangeleerd: SKINNER
o Alles wat kids weten wordt aangeleerd (zegt deze hypothese)
o Hersenen van kids = BLANK SLATES: geboorte: tabula rasa
 Kids eerst leren dingen leren: leerstrategieën aanleren
 Blank slate hypothese: testbaar adhv prenataal leren
 PRENATAAL LEREN:
o Foetussen doen aan statistische patroonherkenning
o Horen uitzonderingen taal (vreemd aan moedertaal)
o Baby’s meer interesse voor betekenis vaste structuur
dan losse willekeurige combinaties: ingeboren
statistische patroonherkenning
 Conclusie: Kids NIET geboren als tabula rasa
o Leren taal obv individuele fonemen + woorden obv statische segmentatie +
gebruiken prosodie (intonatie) om stem moeder herkennen in externe geluiden.
o Past NIET in hypothese radicale behaviorisme
o Baby’s dus geboren met rijke set leerstrategieën die ze al prenataal kunnen
inzetten
 Deze strategieën + bereidheid om te leren: INGEBOREN – MAAKT DEEL UIT
VAN MENSELIJKE NATUUR
 Betekent niet dat taal zelf is ingeboren
o Argument “Nativists’ (Chomsky en Pinker) klopt ook niet helemaal:
 Ouders gebruiken specifieke taal als ze kids aanspreken
 Infant directed speech: IDS
Betekent dat ouders taalgebruik aanpassen: Downard convergence
o Ouders hebben belangrijke rol in leerproces kids
o Sturen specifieke richtingen uit
o Zowel ingeboren + aangeleerde aspecten belangrijk
 Aangeboren leermechanismen belangrijk om baby’s toe te laten taal te
leren + interaction engine op gang te trekken
o Onderscheid ‘nature’ vs ‘culture’: VALS
 Ontwikkeling kids steunt op input iemand anders = interaction engine
 Maar mechanismen zelf zijn ingeboren door natuurlijke selectie
 Natuur en cultuur dus NAUW VERBONDEN
 Menselijke natuur: interaction engine
 Concrete taal die kids leren afh van externe context die het
leerproces de input geeft
 DUS: menselijke natuur zit fundamenteel in ons brein
 Onze menselijke natuur is ook typisch onze cultuur
o Sociaal leren = Cumulatief cultureel leren
o OUR NATURE IS OUR CULTURE
4. Wat is taal, en waarom spreken we?
 Taal is ontstaan omdat menselijk brein via adaptatie en natuurlijke selectie zich heeft
omgevormd tot LEVINSON’S INTERACTION ENGINE
o Complex geheel aan aangeboren leerstrategieën: gedeelde intentionaliteit +
collaboratieve coöperatie + conversationele flexibiliteit
o Daardoor kan culturele intelligentie: aangeboren bereidheid willen leren
= in die context is taal ontstaan



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JordyThielemans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $41.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$41.42  5x  sold
  • (0)
  Add to cart