Hersenen indelen in kwabben; frontaal, pariëtaal, temporaal, occipitaal
Zijn opgevouwen —> gyri
Ventrikels: holtes binnen de hersenen gevuld met vocht
Gedrag: beweging, spraak, houding, blozen
—> Elke vorm van beweging in een levend organisme = observeerbaar, meetbaar
Hersenen en gedrag zijn gerelateerd.
Mind-body probleem: dualistisch vs monistisch en spiritualistisch vs materialistisch
Fylogenetische ontwikkeling: ontwikkeling van hogere diersoorten uit lagere
Ontogenetische ontwikkeling: ontwikkeling van de individuele mensen uit zaadcel
en eicel
————————————————————————————————————————
Gyrus: bobbels, vouwen in de hersenen
Sulcus: groeven in de hersenen
Hersenen zijn geen statisch orgaan —> Flexibel / neurale plasticiteit (vervormbaarheid
bijv: neurale basis van leren, veranderd je hersenen)
Fylogenetische ontwikkeling van structuur —> overeenkomsten in de hersenen van
verschillende soorten
1
,Belangrijkste functies van de hersenen:
-
perceptie
-
Integratie van informatie (creëer perceptuele wereld)
-
Actie (gedrag
Neuroanatomie = structuur van de hersenen
Dorsaal: van boven (kant van de rug van dieren)
ventraal: van onder (kant van de buik van dieren)
Anterior: voorkant
Posterior: achterkant
medial: midden van het
hoofd lateraal: zijkant van het
hoofd
(vogels:
rostraal: kant van de bek
Caudaal: kant van de staart)
Frontale / coronale doorsnede = voorkant van de hersenen (frontaal
view) Horizontale doorsnede = bovenkant van de hersenen (dorsal view)
Sagitale doorsnede = vanaf de zijkant (medial view)
Afferent = naar een structuur toe (input)
Efferent = van een structuur weg (output)
Informatie ontvangen —> naar de hersenen toe = afferente informatie
Actie ondernemen —> van de hersenen naar de motoren = efferente informatie
Van haar naar hersenen:
1. schedel
2. Dura mater (harde hersenvlies) —>
3. Arachnoid layer (spinnenwebvlies —> vliezen —> meninges
4. Pia mater (zachte hersenvlies) —>
5. subarachnoid space (ruimte onder het spinnewebvlies)
Gevuld met cerebro spinale fluid (vloeistof die door hersenen en
ruggenmerg loopt (CSF)
Hersenen:
Grote hersenen = cerebrum
Kleine hersenen = cerebellum
Hersenstam
cortex = de buitenste laag
Hoe hoger een structuur fysiek in de hersenen ligt, des te hoger de functie
Beschadigingen aan de hersenstam hebben veel invloed op het basale leven
Witte stof: zenuwvezels (zit isolerende laag omheen)
Grijze stof: zenuwcellen (geen isolerende laag) (cortex)
Reticulaire stof: netvorming (vezels en cellen, grijs en wit door elkaar)
2
, Ventrikelsysteem -> holtes binnen de hersenen —> pompt vloeistof rond en produceert
vloeistof
vloeistof = cerebrospinale vloeistof (vocht van de hersenen en
ruggenmerg) (waterhoofd = hydrocephalus)
Hersenen bestaan uit zenuwcellen en vezels
Zenuwcellen:
2 typen: neuronen, primaire functie glia (lijm, functie = steunen)
Zenuwen in het perifeer zenuwstelsel kunnen herstellen, in centraal niet.
Ontogenetische ontwikkeling van het zenuwstelsel
enchephalon = in het hoofd
3
, Neuroanatomie van onder naar boven:
Ruggenmerg (spinal cord)
Hersenstam (brainstem)
Grote hersenen (forebrain)
Ruggenmerg
Bevat een gesegmenteerde structuur; bevat onderdelen
Wervels —> rug buigen
Grijze stof zit in het midden en de witte stof eromheen (andersom als de hersenen)
Wet van Bell-Magendie
Achterhoorn: achterkant van het ruggenmerg = afferent en sensorisch—> daar komen
zenuwen binnen
Elk stukje huid is gekoppeld aan een bepaald segment van ruggenmerg —>
dermatomen
Pijn, temperatuur, fijne tast, diepe druk, beweging
Voorhoorn: voorkant van het ruggenmerg = efferent en
motorisch
Alles wat je beweegt gaat voor in het ruggenmerg eruit.
Hersenstam
verdikking in het ruggenmerg —> medulla oblongata = verlengde merg ->myelencephalon
Pons = brug (voor de kleine en grote hersenen). Daar zitten de kleine hersenen aan
vast (cerebellum) —> metencephalon
Medulla oblongata —> hersenzenuwen
treden aan de zijkant eruit
12 aan iedere kant, 24 in totaal
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur oliviasandmaark. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $5.42. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.