werkgroep uitwerkingen van het vak inleiding belastingrecht dga
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Belastingrecht DGA
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
MichealRoss
Content preview
Opgaven week 4
Opgave 1
Klaas bezit 100% van de aandelen van ‘De eetclub BV’. Deze bv drijft een restaurant. De bv
doet goede zaken en heeft overtollige liquiditeiten. Klaas besluit als directeur van de bv tot
een forse dividenduitkering. Vervolgens gaat hij op zoek naar een interessante belegging om
met zijn privévermogen in te investeren. Er wordt hem een vervallen pand in de binnenstad
van Amsterdam aangeboden voor € 100.000. Het pand lijkt uitermate geschikt om een
restaurant in uit te oefenen. Klaas gaat dan ook op het aanbod in en schakelt een aannemer in
om het pand te verbouwen. Na de verbouwing is het pand € 500.000 waard. Klaas besluit
vervolgens het pand aan ‘De eetclub BV’ te verhuren voor € 50.000 per jaar.
a. Stel, dat de terbeschikkingstellingsregeling van art. 3.92 Wet IB 2001 niet zou
bestaan. Beschrijf welke fiscale gevolgen in dat geval de huurovereenkomst zou
hebben voor Klaas en de bv.
Voor de bv zijn de huurkosten van € 50.000 per jaar aftrekbaar van de winst (art. 8, eerste
lid, Wet VPB 1969 jo. art. 3.8 Wet IB 2001). Dat leidt dus tot een besparing aan
vennootschapsbelasting van 15% (tot een belastbaar bedrag van € 245.000) tot 25%
(tarief 2021). Bovendien wordt de (latente) ab-heffing gedrukt. Er is immers minder winst
om aan de reserve toe te voegen, die op termijn (bij een dividenduitkering of verkoop)
nog tot 26,9% (tarief 2021) ab-heffing bij Klaas zal leiden. Gecombineerd bedraagt de
belastingbesparing aldus 37,86 tot 45,18% van € 50.000 = € 18.930 tot € 22.588.
Zonder tbs-regeling valt het pand bij Klaas in box 3. Dat betekent dat zijn inkomen
forfaitair wordt vastgesteld op grond van art. 5.2, eerste lid, Wet IB 2001 van de waarde van
het pand aan het begin van het jaar. Over dit forfaitaire rendement is Klaas 31%
inkomstenbelasting verschuldigd:
Deze heffing is veel lager dan de belastingbesparing bij de bv. Eén van de
doelen van de tbs-regeling is om dit fiscale voordeel tegen te gaan.
, b. Nu de terbeschikkingstellingsregeling van art. 3.92 Wet IB 2001 wel bestaat, is de
vervolgvraag: beschrijf op welk moment de terbeschikkingstelling aanvangt.
In HR 22 januari 2010, nr. 08/00327, BNB 2010/190, erkent de Hoge Raad de
mogelijkheid dat de tbs aanvangt op een eerder moment dan het moment waarop het
vermogensbestanddeel feitelijk ter beschikking wordt gesteld aan de bv. Daarvoor dient
er wel een overeenkomst te zijn waaruit de voorgenomen tbs tussen de aandeelhouder en
zijn bv blijkt. Indien een dergelijke overeenkomst ontbreekt, vangt de tbs toch al aan als
aannemelijk is dat in derdenverhoudingen een dergelijke overeenkomst wel zou zijn
opgesteld. Tot slot mag in deze voorperiode het vermogensbestanddeel niet anders
worden aangewend.
Voor de onderhavige situatie lijkt het erop dat de tbs al is begonnen op het moment van
aanschaf van de onroerende zaak. De casus impliceert dat Klaas het pand heeft gekocht
met als doel om het voor het restaurant van de bv te gebruiken. Er wordt geen melding
gemaakt van een overeenkomst tussen de bv en Klaas, maar het ligt voor de hand dat in
derdenverhoudingen wel een overeenkomst zou zijn gesloten, zodat duidelijk zou zijn wat
aan het restaurant verbouwd zou moeten worden om het bedrijfsklaar te maken.
Bovendien is het pand tussentijds niet op een andere wijze aangewend.
Het pand is dus voor € 100.000 op de TBS-balans ‘binnengekomen’ en de nadien
gemaakte verbouwingskosten moeten worden geactiveerd, waarop vervolgens kan
worden afgeschreven. Zie HR 19 november 1958, BNB 1959/6, dat zegt dat indien een
belastingplichtige ten behoeve van zijn bedrijf een pand koopt en daaraan
werkzaamheden doet verrichten teneinde het in de staat te brengen waarin hij het voor
zijn bedrijf wil gebruiken, de kosten van die werkzaamheden, onverschillig of zij voor het
onderhoud dan wel ter verbetering van het pand zijn verricht, deel uitmaken van de
aanschaffingskosten van het pand.
c. Beschrijf de inkomstenbelastinggevolgen als Klaas geen huur van de bv zou
bedingen.
Klaas valt ook dan onder de tbs-regeling, doordat hij zijn pand ter beschikking stelt aan
de bv. Het niet bedingen van huur is bij deze kwalificatie irrelevant. In art. 3.92, eerste
lid, onderdeel a, is dit ook terug te vinden aangezien in deze passage wordt vermeld
“vermogensbestanddelen die al dan niet tegen vergoeding” te beschikking worden
gesteld.
Klaas berekent een te lage huur, dat wil zeggen een onzakelijke huur. Uitgangspunt is dat
bij de berekening van het tbs-voordeel het ‘totaalwinstregime’ van overeenkomstige
toepassing is (art. 3.94 Wet IB 2001). Onderdeel daarvan is dat de zakelijk behaalde winst
wordt belast (het voordeel uit de tbs-werkzaamheid). Op basis daarvan wordt bij Klaas in
box 1 een zakelijke huur in aanmerking genomen. De bv trekt de zakelijke huur af voor
de heffing van vennootschapsbelasting. Door geen huur in rekening te brengen heeft
Klaas de bv bevoordeeld in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. Deze bevoordeling is
een informele kapitaalstorting waarmee de verkrijgingsprijs van Klaas in box 2 wordt
verhoogd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MichealRoss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.