1. Inleiding.
1.2 Wereldwijde diagnostiek.
1.2.1 Soorten diagnostiek.
▪ Onderkennende diagnostiek
• ‘wat is er met dit kind aan de hand?’
• Intakegesprek
• Observatie
• Eventuele klachtenlijst
▪ Verklarende diagnostiek
• ‘wat is de oorzaak van dit probleem?’
▪ Handelingsgerichte diagnostiek (HGD)
• ‘hoe kunnen we dit kind het best begeleiden?’
▪ Differentiaaldiagnose
• ‘Zijn er een aantal kenmerken aanwezig? Ja -> dan is er een probleem’
• Is veranderd door de jaren heen, aantal kenmerken hebben resulteert niet gelijk in
problemen, dus kritisch bekijken
1.2.2 Diagnostische classificatiesystemen.
▪ DSM-5
• Handelt enkel over psychiatrische stoornissen
• In België, diagnose uit DSM-5 nodig om recht te hebben op psychologische hulp
• Vroeger was homoseksualiteit hierin opgenomen
▪ ICD-11 MMS
• Handelt over psychologische en fysieke aspecten
1.2.3 Voor- en nadelen van psychodiagnostiek.
▪ Voordeel
• Door een diagnose weet je welke behandeling je zou moeten krijgen
• Erkenning aan de persoon zelf door te weten welke diagnose je hebt
• Makkelijker om lotgenoten te vinden
▪ Nadeel
• Een etiket krijgen
• Verschil in normen binnen culturen, problemen die voor ons problemen zijn kunnen voor
een andere cultuur gewoon normaal zijn
• Is de diagnose wel correct?
1.2.4 Internationale classificatie van functioneren, handicap en gezondheid voor kinderen en jongeren.
▪ ICF/ICF-CY
• Zoekt naar verklaringen
• Vertrekt vanuit het bio-psycho-sociaal model
,2. Onderwijs in Vlaanderen: vroeger en nu.
2.1 Internationale invloeden op onderwijs.
▪ De verenigde Naties
• Recht op onderwijs voor elk kind vastgelegd in het verdrag van de rechten van het kind
o Kinderrechtenverdrag gebaseerd op universele verklaring van de rechten van de
mens
• Zij oefenen druk uit op overheden om recht op onderwijs te waarborgen
▪ Europa en de Europese Unie
• Ze hebben een rol in mobiliteit, samenwerking en uitwisseling
o Vb Het Europees kwalificatiekader voor onderwijs
o Bevat 8 kwalificatieniveaus met telkens 3 descriptoren (kennis, vaardigheden en
competenties)
▪ OESO
• Dit is een samenwerkingsverband om sociaal en ecologisch beleid te bestuderen en
coördineren
• PISA
o Internationaal vergelijkend onderzoek, test vaardigheden en kennis in wiskunde en
natuurwetenschappen van 15jarige
• CERI
2.2 Vroeger en nu.
▪ Vrijheid van onderwijs en kosteloosheid van onderwijs
• Vrijheid
o Studiekeuze, hoger onderwijs, schoolkeuze
• Kosteloosheid
o Iedereen kan onderwijs volgen
• 19 mei 1914
o Verbod op kinderarbeid, kinderen moesten leerplichtig zijn
• 29 juni 1983
o Wet, leerplicht tot 18jaar ipv 14jaar
o Leerplicht
➢ Elk kind moest 12 volle schooljaren onderwijs volgen
➢ Niet perse in school, thuis kan ook
o Schoolplicht
➢ Niet van toepassing in België, thuis les mag ook
➢ = moet naar school gaan
o Deeltijdse leerplicht
➢ Tot 15 jaar is het voltijds, lager en eerste graad van secundair moet
beëindigd zijn
2.3 Soorten onderwijs.
▪ Gewoon onderwijs
• Basisonderwijs
• Secundair onderwijs
• Hoger onderwijs (enkel in gewoon onderwijs)
▪ Buitengewoon onderwijs
• Lager onderwijs: type basisaanbod voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften
o (Type 1: voor kinderen met een lichte verstandelijke handicap = in afbouw)
o Type 2: voor kinderen met een verstandelijke beperking
o Type 3: voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder
verstandelijke beperking
2
, o Type 4: voor kinderen met een motorische beperking
o Type 5: voor kinderen in een ziekenhuis, preventorium of een residentiële setting
o Type 6: voor kinderen met een visuele beperking
o Type 7: voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis
o (Type 8: voor kinderen met een ernstige leerstoornis = in afbouw)
o Type 9: voor kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder
verstandelijke beperking (sinds september 2015)
➢ Doel: meer ondersteuning bieden
• Secundair onderwijs BuSo
o Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing
➢ Sociale vorming, oog op maatschappelijke participatie en arbeidsdeelname
met ondersteuning
➢ Niet in staat om een loopbaan uit te voeren
o Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
➢ Algemene en sociale vorming, arbeidstraining met oog op integratie in een
beschermd leef- en werkmilieu
➢ Kunnen een loopbaan uitvoeren met ondersteuning
o Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs
➢ Sociale beroepsvorming, oog op integratie in beschermd leef- en
werkmilieu, opleidingen worden georganiseerd
➢ Vergelijking met gewoon secundair BSO
Werken beter met hun handen
o Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps, kunst en technisch onderwijs
➢ Voorbereiding op studie in hoger onderwijs en integratie in actieve leven
➢ Vergelijking met ASO, TSO en KSO
2.4 Internationale invloeden.
2.4.1 Sociale ongelijkheid.
▪ Onderzoek door PISA en PIRLS
• Socio-economische status heeft invloed op schoolprestaties
• Sociale ongelijkheid verkleinen door kinderen op jonge leeftijd te laten deelnemen aan
kleuteronderwijs
• Overgang naar lager onderwijs
o Taalscreening nodig
o Leeftijd 5jaar en minstens 290 halve lesdagen aanwezig geweest
2.4.2 Schoolmoeheid.
▪ Onderzoek door OESO-programma
• België is een van de OESO-landen met de grootste vroegtijdige schoolverlaters
• De veelheid aan verplichte vakken van een bepaalde richting is een reden
▪ Duaal leren = deeltijds leren/deeltijds werken
2.4.3 Vroege vs late studiekeuze.
▪ Onderzoek
• Vroege studiekeuze kiezen kinderen te veel in functie van sociale klasse
• In lagere school kleine impact van sociaal economische status
• In secundair grotere impact
o Lagere sociaal economische status hebben lagere scores
o Hogere SES hebben hogere scores
3
, ▪ Structuurhervorming studiekeuze vanaf 2e graad ipv 1e graad
• Eerste en tweede middelbaar is algemeen, daarna keuze maken
• Met getuigschrift van 6e leerjaar -> A
• Zonder getuigschrift van 6e leerjaar -> B
• Uitstellen van studiekeuze in eerste graad
▪ BuSo binnen de modernisering secundair
• Opleidingsvorm 1 en 2
o Buiten de ordening
• Opleidingsvorm 3
o inwerk treding vanaf 1 september 2020 te beginnen met observatiefase
• Opleidingsvorm 4
o = bepalingen gewoon voltijds SO
o Direct A en B ingevoerd
▪ BuSo kleuter/lager onderwijs
• Buitengewoon kleuter/lager onderwijs
o Type basisaanbod: voor kinderen met specifieke behoeften
o Type 2: voor kinderen met een verstandelijke beperking
o Type 3: voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder
verstandelijke beperking
o Type 4: voor kinderen met een motorische beperking
o Type 5: voor kinderen in een ziekenhuis, preventorium of een residentiële setting
o Type 6: voor kinderen met een visuele beperking
o Type 7: voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis
o Type 9: voor kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder
verstandelijke beperking
2.4.4 Zittenblijvers en zorgleerlingen.
▪ In België veel zittenblijvers en zorgleerlingen
▪ M-decreet maakt dat meer kinderen gewoon onderwijs volgen
2.5 M-decreet.
▪ Fase 0: brede basiszorg
• Verschilt van school tot school
• Investeren in de leeromgeving op school
▪ Fase 1: verhoogde zorg
• Zoals vrijstellingen van onderdelen uit het curriculum
• Bijkomende hulpmiddelen
▪ Fase 2: uitbreiding van de zorg
• In contact met CLB -> handelingsgericht diagnostisch traject
▪ Fase 3: IAC (individueel aangepast curriculum)
• Vb overstap naar buitengewoon onderwijs
2.6 Vroeger en nu: onderwijs netten.
▪ Gesubsidieerd
• Het gemeenschapsonderwijs (GO!) = net
o = onderwijs gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap
o Verplicht tot neutraliteit (religie)
• Het gesubsidieerd officieel onderwijs = net
o OVSG (gemeentelijk onderwijs) = koepel
o POV (provinciaal onderwijs) = koepel
• Het gesubsidieerd vrij onderwijs (VGO) = net
o Grootste groep = katholieke scholen (KOV) = koepel
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorevancauwenbergh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.