100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Vreemde valuta en financiële instrumenten (FACAFE0231) $4.91   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Vreemde valuta en financiële instrumenten (FACAFE0231)

 28 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige uitwerking zodat je meer dan voldoende begrip ontvangt in de theorie (inclusief uitwerking opgaves) om het tentamen te kunnen behalen. Alle onderwerpen van de vakcode komen aan bod.

Preview 4 out of 71  pages

  • July 29, 2022
  • 71
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Erik van der waal
  • All classes
avatar-seller
Les 1 – 18 november
Dit blok gaat over algemene economie, financiering en externe verslaggeving.

Nu gaat het over aandelen die je koopt, niet als deelneming, maar als belegging.

Boeken:
- Epe
- Hulleman en Marijs

Ondernemingen lenen geld en moeten hier rente over betalen. Die rente komt tot stand en
hierover gaan we het hebben. Je weet dat de Europese centrale bank hierin een belangrijke
rol in speelt (ECB), Nationale bank (DNB; De Nederlandsche bank).

Als de koers van de euro stijgt, wat betekent dat voor een Nederlandse exporteur etc.?

Theorie:

Deze les gaat het om aandelen die je koopt, niet als een deelneming, maar als een
belegging.

Je kunt een aandeel kopen, maar je kunt ook een optie op zo’n aandeel kopen.

Financiële instrumenten = een overeenkomst die leidt tot een financieel actief bij partij A en
een financiële verplichting of eigen vermogensinstrument bij partij B.

Hieronder vallen:
1. Primaire instrumenten (vorderingen, schulden, aandelen en dergelijke)
2. Afgeleide instrumenten of derivaten (opties, swap en dergelijke) (wordt ook wel
secundaire financiële instrumenten genoemd genoemd).

Er is een verschil tussen rubricering en waardering. RJ 290 gaat over de waardering. Dit
betekent eigenlijk dat er een verschil is tussen het iets kwalificeren als een financieel
instrument en hoe dit wordt gewaardeerd.

De RJ 290 (dat gaat over financiële instrumenten) is als volgt van toepassing en tevens is
hierbij aangegeven of iets een financieel instrument is:

,Enkele voorbeelden die tijdens het college aan bod zijn gekomen:

 Deelneming waarin invloed van betekenis aanwezig is: indien er invloed van
betekenis is, dan is sprake van nettovermogenswaarde. Dit staat niet in RJ 290.
 Deelneming waarin geen invloed van betekenis, gezamenlijke zeggenschap of
overheersende zeggenschap aanwezig is: Dan kom je wel bij RJ 290, want je
waardeert niet tegen nettovermogenswaarde. Hier waardeer je tegen kostprijs of
actuele waarde. Dan gelden wel de regels van RJ 290 en niet de
nettovermogenswaarde.
 Handelsdebiteuren is financieel instrument
 Vordering is een financieel instrument
 Effecten is ook een financieel instrument

,In art. 2:362 staat het kapstokartikel. De basis van dit kapstokartikel ligt in het feit dat de
jaarrekening inzicht dient te geven in het resultaat (baten – lasten) en het (eigen)vermogen
van de onderneming. Het vermogen is de activa – verplichtingen. En solvabiliteit en
liquiditeit.




Op basis hiervan kan je een verantwoord oordeel vellen. Dit is ook de basis van het stramien
van de verslaggeving.

In 2:362 lid 4: dit is het derogatieartikel. Hierin staat dat mag worden afgeweken om meer
inzicht te geven in de financiële situatie van de onderneming.

Waardering van de beleggingen:
Als we dan gaan kijken naar de wet. We gaan altijd uit van artikel 2:384 lid 1. In dit artikel
staat benoemd dat verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs of actuele waarde. (Je hebt dus de
keuze!)
Bij effecten hebben we het over verkrijgingsprijs, want je koopt ze van iemand en maakt ze
niet zelf. Aandelenemissie (eerste uitgifte van de aandelen)  primaire markt. Als je deze
aandelen kunt kopen, dan spreken we van de secundaire markt.
Als je de aandelen van Tesla koopt, kan het direct van Tesla kopen als ze worden uitgegeven
(primair), maar kan ook van een andere aandeelhouder als ze al zijn uitgegeven(secundaire).
 Vervaardigingsprijs is de prijs van iets om in staat te zijn het te kunnen maken.

Dan gaan we kijken naar het besluit van de actuele waarde.
- De definitie van de actuele waarde staat in art. 1 BAW: Onder de actuele waarde van
activa of passiva wordt verstaan de waarde die is gebaseerd op actuele marktprijzen
of op gegevens die op de datum van waardering geacht kunnen worden relevant te
zijn voor de waarde.
- Vier verschijningsvormen van actuele waarde:
o Art. 2: actuele kostprijs
o Art. 3: bedrijfswaarde (impairmenttest): Onder de bedrijfswaarde wordt
verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa
toe te rekenen geschatte toekomstige kasstromen die kunnen worden
verkregen met de uitoefening van het bedrijf.
o Art. 4: marktwaarde: Onder de marktwaarde wordt verstaan het bedrag
waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden
afgewikkeld tussen terzake goed geïnformeerde partijen, die tot een
transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. “Goed geïnformeerd: Als ik
een schilderij maak, betaalt niemand daar een miljard voor, want ik kan

, helemaal niet schilderen, dus dan is de markt niet betrouwbaar. Hierbij moet
transactiebereid aan de orde zijn en onafhankelijk tot stand gekomen zijn”.
o Art. 5: opbrengstwaarde: Onder de opbrengstwaarde wordt verstaan het
bedrag waartegen een actief maximaal kan worden verkocht, onder aftrek
van de nog te maken kosten.
Let op: opbrengstwaarde en de marktwaarde kunnen van elkaar verschillen. De
opbrengstwaarde kan bijvoorbeeld lager zijn dan de marktwaarde. Bijvoorbeeld bij een
liquiditeitsverkoop of een faillissement. Als je dus gedwongen bent te verkopen, kan de
opbrengstwaarde lager zijn dan de marktwaarde.

In art. 10 lid 1 BAW staat het volgende: Indien financiële instrumenten worden gewaardeerd
tegen de actuele waarde, komt daarvoor in aanmerking de marktwaarde. Indien niet direct
een betrouwbare marktwaarde voor de financiële instrumenten is aan te wijzen, wordt de
marktwaarde benaderd door deze:
a. af te leiden uit de marktwaarde van zijn bestanddelen of van een soortgelijk
instrument indien voor de bestanddelen ervan of voor een soortgelijk instrument wel
een betrouwbare markt is aan te wijzen; of
b. te benaderen met behulp van algemeen aanvaarde waarderingsmodellen en
waarderingstechnieken.
 In eigen woorden: als wij financiële instrumenten waarderen tegen de actuele waarde,
komt daarvoor in aanmerking de marktwaarde. Er zijn wel uitzonderingen, die komen later
aan bod!
Als er geen markt is (markt is bijvoorbeeld de effectenbeurs of aandelen van niet-
beursgenoteerde bedrijven) kun je waarderingsspecialisten inhuren of de waarde schatten
met behulp van een model (in geval van opties kan dit bijvoorbeeld).

Passiva worden slechts tegen de actuele waarde gewaardeerd indien zij:
a. financiële instrumenten zijn die deel uitmaken van de handelsportefeuille;
b. afgeleide financiële instrumenten zijn; of
c. verzekeringsverplichtingen of pensioenverplichtingen zijn.

Artikel 2:384 lid 2, gaat het over de voorzichtigheid. Winsten worden pas opgenomen als zij
op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verplichtingen die hun oorsprong vinden voor het einde
van het boekjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening
zijn bekend geworden.
Voorbeeld: Als je de voorraad koopt voor 10 euro en op dit moment is de marktprijs 8 euro
(concurrenten verkopen die voor 8), dan moet je dat afwaarderen naar 8. Misschien verkoop
ik het wel over twee weken voor 11 euro, dat is dan de minimumswaarderingsregel. Dus zou
je het alsnog moeten afboeken, want je hebt het nog niet verkocht en is de winst nog niet
gerealiseerd.
Aan de andere kant zijn we voorzichtig met winsten, want als ik iets heb gekocht voor 10
euro, en kan het verkopen voor 14 euro, dan mag ik dit niet aanpassen naar 14 euro op de
balans, want je mag de winst pas nemen als het is verkocht (realisatieprincipe).
 Verschil tussen voorzichtigheid naar winst en voorzichtigheid naar verlies.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Patriciavdw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.91  4x  sold
  • (0)
  Add to cart