Aantekeningen les 1
Praktische informatie:
In het handboek mag je highlighten of plakkertjes, je mag op het plakkertje schrijven.
In het handboek zelf mag je niet schrijven.
De casus van de OAT krijgen we 5 dagen van tevoren. Docenten mogen dan geen vragen
meer beantwoorden.
De OAT wordt gemaakt en verdeeld over 2 dagen.
De wet mag je niet gebruiken tijdens de OAT.
Je mag wel op de OAT de navigator (handboek 2021) gebruiken.
Het examen zal waarschijnlijk digitaal plaats gaan vinden, op school, maar dit is nog niet
zeker. De casus krijgen we wel op papier.
De casus die je krijgt, mag je uiteraard gebruiken om aantekeningen op te maken, maar niet
meenemen naar het examen. Op het echte examen krijgen we namelijk een ‘schoon’
exemplaar.
Maandag 17-1 en 18-1 moeten we de OAT maken.
Je moet goed lezen of ze vragen om een antwoord op basis van de wet of op basis van de
richtlijnen.
Vetgedrukt en het woord dient: dit is dus eigenlijk in de RJ een ander woord voor moeten.
Dit noemen we stellige uitspraken.
In N@tschool staat een overzicht van alles wat erin kan komen. Belastingen naar de winst
komt er zeker in.
Extra informatie met betrekking tot een belastinglatentie bij herwaardering:
Waarom wil de RJ dat je een passieve belastinglatentie gaat vormen bij herwaardering?
Dit is omdat je fiscaal in eerste instantie minder gaat afschrijven, dus hierdoor lagere
afschrijvingskosten en hierdoor een hoger belastbaar bedrag.
Als je gaat herwaarderen (fiscaal waardeer je altijd tegen: historische kostprijs), commercieel
ga je herwaarderen, dan krijg je een verschil in de afschrijving. Hierdoor ook een verschil in
de winst.
Afschrijvingskosten verschillen, dus verschil in commercieel resultaat en belastbaar bedrag.
Hierdoor sluit te betalen belasting niet aan op de belastinglast, hierdoor een latentie en dit
verschil op te vangen.
Definitief verschil:
De definitieve verschillen zie je direct in je belastinglast. Dit zie je in de effectieve druk.
Bij een andere effectieve druk zien we dit terug in een aansluitingsoverzicht.
Realisatie van de herwaardering:
,De herwaarderen kan je realiseren, je gaat dit afschrijven of bij verkoop. Dan heb je ook
verschil in boekwinst.
,Bespreking eerste casus – casus juni 2021 OAT
IVA:
Wij moesten tijdens de les belangrijke punten opschrijven. Hieronder mijn belangrijke punt:
- De benaming van “onderzoeks- en ontwikkelingskosten” is onjuist. Dit omdat kosten
van onderzoek niet voor activering in aanmerking komen.
Voorzieningen en schuld:
Voorziening en schuld. Hoofdstuk 16 van handboek is voor voorzieningen
Waar kun je in het handboek een voorziening vinden. Schuld in hoofdstuk 19.
Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in art. 2:374 lid 1 BW dient
uitsluitend te worden opgenomen indien op balansdatum aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan (RJ 2020/252.201):
• een rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbare of feitelijk);
• het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van
middelen noodzakelijk is; en
• er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.
Voor toekomstige verliezen uit bedrijfsactiviteiten dienen geen voorzieningen te worden
getroffen (RJ 2020/252.402). Er is namelijk niet sprake van een verplichting (in de zin van RJ
2020/252.201).
Artikel 2:374 lid 1:
Op de balans worden voorzieningen opgenomen tegen naar hun aard duidelijk omschreven
verplichtingen die op de balansdatum als waarschijnlijk of als vaststaand worden
beschouwd, maar waarvan niet bekend is in welke omvang of wanneer zij zullen ontstaan.
Tevens kunnen voorzieningen worden opgenomen tegen uitgaven die in een volgend
boekjaar zullen worden gedaan, voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede
vindt voor het einde van het boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van
lasten over een aantal boekjaren.
Het gaat dus om een bestaande verplichting. Als je denkt dat hij volgende week gaat
ontstaan, mag je er geen voorziening voor opnemen, want het bestaat in feite nog niet. Je
kan een voorziening schatten. Kan wat meer en minder kunnen zijn. Het kan zijn dat je geen
uitstroom van middelen hebt, bijvoorbeeld een vrijspraak na een rechtszaak.
In het artikel staat vanaf “Tevens kunnen voorzieningen…”. Dit betekent dat er een
voorziening gevormd kan worden tegen uitgaven die in een volgend boekjaar zullen worden
gedaan. Je gebruikt hier de voorziening als egalisatierekening. Een grote uitgaven in een
bepaald jaar (kasstroom), ga ik als kosten gelijkmatig verdelen over de verschillende jaren
(permanance).
De voorziening groot onderhoud is hier een goed voorbeeld van. De favoriete methode om
de kosten te activeren is de componentenbenadering (activeren en afschrijven). Kosten van
groot onderhoud mag je niet in 1x nemen, want dan matchen de kosten van dit grote
onderhoud niet aan de opbrengsten die als gevolg van dit onderhoud gerealiseerd worden.
Componentenbenadering heeft ook de voorkeur van de RJ.
, In 2:374 lid 2 staat dat er geen voorziening gevormd mag worden voor de
waardevermindering van een actief wordt niet door vorming van een voorziening tot
uitdrukking gebracht.
Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in art. 2:374 lid 1 BW dient
uitsluitend te worden opgenomen indien op balansdatum aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan (RJ 2020/252.201):
• een rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbare of feitelijk);
• het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van
middelen noodzakelijk is; en
• er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.
Voor toekomstige verliezen uit bedrijfsactiviteiten dienen geen voorzieningen te worden
getroffen (RJ 2020/252.402). Er is namelijk niet sprake van een verplichting (in de zin van RJ
2020/252.201).
2e kopje: more likely than not. Middelen: niet alleen liquide middelen, maar kan ook product
zijn.
3e: betrouwbare schatting niet mogelijk, dan mag je hem niet opnemen. Dit ga je dan
opnemen onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Als het een hele grote zaak
is, dan neem je het op in het Bestuursverslag. Als het echt de verwachtingen gaat
beïnvloeden, dan neem je het op onder het Bestuursverslag (art. 391 en 392 gaat over
bestuursverslag).
De eerste voorwaarde voor het vormen van een voorziening is dat er sprake moet zijn van
een verplichting. Twee soorten verplichtingen kunnen worden onderscheiden:
• een in rechte afdwingbare verplichting; of
• een feitelijke verplichting.
Een in rechte afdwingbare verplichting is een verplichting die voortvloeit uit een
overeenkomst of uit de wet (RJ 2020/252.0). Een feitelijke verplichting is een verplichting die
voortvloeit uit handelingen van de rechtspersoon, waarbij (RJ 2020/252.0):
• de rechtspersoon aan andere betrokkenen door een in het verleden gevolgde gedragslijn,
gepubliceerde beleidsregels of een voldoende specifieke, actuele uitspraak heeft
aangegeven zekere verantwoordelijkheden te aanvaarden; en
• als gevolg daarvan, de rechtspersoon bij deze betrokkenen de gerechtvaardigde
verwachting heeft gewekt dat hij die verantwoordelijkheden zal nakomen.
Schuld: hoofdstuk 19 handboek
Een schuld is een per balansdatum bestaande en vaststaande financiële verplichting die
gewoonlijk door betaling wordt afgewikkeld (RJ 2020/254.0). Een verplichting kan zowel uit
een overeenkomst als uit de wet voortvloeien. Schulden die uit een overeenkomst
voortvloeien zijn financiële instrumenten (zie hoofdstuk 21). Indien omvang en moment van
afwikkeling van een verplichting zeker zijn, is er sprake van een schuld die in de jaarrekening
als langlopende of kortlopende schuld verwerkt moet worden. Indien de omvang en/of het
moment van afwikkeling onzeker is, maar het bedrag nog wel met voldoende
betrouwbaarheid is te schatten, is er sprake van een voorziening. Voorts bestaan er naast
schulden en voorzieningen nog verplichtingen die niet in de balans worden verwerkt, de
zogenoemde niet in de balans opgenomen verplichtingen (zie hoofdstuk 20).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Patriciavdw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.