100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Filosofie VWO eindtermen 4 t/m 76 samengevat Het Goede Leven en de Vrije Markt $6.52   Add to cart

Summary

Samenvatting Filosofie VWO eindtermen 4 t/m 76 samengevat Het Goede Leven en de Vrije Markt

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een complete samenvatting van alle eindtermen die behoren bij het boek Het Goede leven en de Vrije markt en de syllabus van het eindexamen VWO. Begrippen zijn geel gemarkeerd en de filosofen blauw zodat je alles handig terug vindt. Ik ben zelf met een 8.1 geslaagd op mijn CE!

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • Unknown
  • July 30, 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
DT 1/2/3 Filosofie Floor Hoorn
Het goede leven en de vrije markt: hoofdstuk 1 t/m 11 eindterm 4 t/m 76
11 pagina’s aan eindtermtekst
Eindterm 4: de kandidaten kunnen de vraag naar het goede leven relateren aan de vraag
wat het betekent dat de mens ‘zich tot zichzelf-in-de-wereld verhoudt’. Hierover kunnen
zij een beargumenteerd standpunt innemen aan de hand van:
- Socrates zijn opvatting dat het niet onderzochte leven niet de moeite waard is
- Het verschil tussen mensen en dieren volgens Cassirer.
- Nietzsches opvatting van de mens als ‘niet-vastgesteld dier’.
Het stellen van vragen over het goede leven is kenmerkend voor mensen. De mens is het
wezen dat zich tot zichzelf-in-de-wereld verhoudt. We zijn in staat naar onszelf te kijken in
relatie tot onze omstandigheden, dus we zijn in staat tot reflectie. Een koe lijkt geheel met
zichzelf en haar omstandigheden samen te vallen.
Kenmerkend voor de mens is dat dit zich tot zichzelf verhouden tot uitdrukking gebracht
wordt in tekens. Onze ervaringen van blijdschap, angst en frustratie, worden door mensen
tot uitdrukking gebracht in taal, tekens en symbolen.
De waarneming dat mensen hun ervaringen tot uitdrukking brengen in tekens heeft Casirer
ertoe gebracht de mens te omschrijven als animal symbolicum, een symboliserend dier. Het
begrip symbool is door hem gekozen omdat de wijze waarop mensen uitdrukking geven aan
hoe zij zich tot zichzelf-in-de-wereld verhouden veel verschillen symbolische vormen kan
aannemen (religie, kunst, taal, wetenschap).
Dat de mens zich tot zichzelf in de wereld verhoudt is ook vervelend. Soms zouden we liever
een dier zijn en niet zo’n last hebben van reflectiestress. Volgens Augustinus zit er een diepe
onrust in ons en volgens Nietzsche is de mens een ziek dier. Nietzsche wees de moraal af (wij
leven met elkaar en delen al bepaalde omgangsvormen waar we gemeenschappelijk vanuit
gaan). Een gedeelde moraal is voor een kudde. De übermensch is een individu, vrij en
creatief en schept zijn eigen waarden voorbij de traditionele ideeën over goed en kwaad.
Nietzsche ziet de mens als het niet-vastgestelde dier. Wij kunnen onszelf vaststellen als we
de uitdaging aannemen, maar helaas is dit niet voor iedereen weggelegd.
Volgens Socrates is het leven dat zichzelf niet kritisch onderzoekt niet waard geleefd te
worden. Het gaat bij het goede leven in de filosofische zin niet om een piek van momenten,
maar om een langdurig levenspatroon. Dit veronderstelt dus dat mensen bewust kunnen
leven en daar via symbolen uitdrukking aan kunnen geven.
Eindterm 5: de kandidaten kunnen de kritiek van Nussbaum weergeven op de opvatting
dat het bruto nationaal product (BNP) als criterium voor het goede leven kan worden
gehanteerd. Daarbij kunnen ze de capabilities approach, uitleggen, toepassen en
beoordelen.

,Nussbaum leverde kritiek op het gebruik van het Bruto Nationaal Product. Hiermee werd
gemeten of een samenleving het goed doet of niet. Deze maat zegt in feite niet dat een hoog
BNP zorgt voor een goed leven.
Als antwoord hierop ontwikkelde Nussbaum in samenwerking met Sen de Capability
Approach  het mens-zijn vooronderstelt een aantal potenties – capabilities.
Een samenleving is goed georganiseerd als ze op elk van deze potenties garandeert dat ten
minste een bepaald minimum voor iedere burger mogelijk is. Ze komt met een ‘lijst
capabilities’ waarover mensen beschikken en waarvoor ze de ruimte moeten krijgen als ze
menselijke bloei, of het goede leven willen kunnen realiseren. Niet ieder mens of iedere
cultuur zal alles even belangrijk vinden, het is aan de mens of cultuur zelf om te beslissen
ergens gebruik van te maken.
Voorbeelden capabilities:
- Lichamelijke gezondheid – goede voeding, huisvesting en onderdak
- Zintuigelijke waarneming – vrijheid van verbeelden en denken, dit veronderstelt
onderwijs
- Emoties – in staat zijn tot relaties met andere, liefde, verdriet, dankbaarheid
Kritiek op de capability-approach:
1) Het goede leven betreft echter niet alleen zaken die we kunnen kiezen, we moeten ook
recht doen aan bepaalde zaken die er simpelweg zijn en ons leven hoe dan ook bepalen.
- We hebben de keuze om een kind te nemen, maar als dat kind er eenmaal is, dan
kunnen we er niet voor kiezen de relatie-capability ‘kind’ uit te zetten.
2) Nussbaum heeft weinig oog voor de instituties. Brengt een institutie, de realisatie van de
capability-ruimte ons dichterbij of verder weg? Instituties maken juist bepaalde dingen
mogelijk, maar het brengt ook verplichtingen met zich mee. Ze kunnen namelijk alleen
functioneren als ze gezamenlijk worden gedragen, of je dat nu wil of niet.
3) De capability-lijst is erg gekleurd door het westers ideaal van individuele vrijheid en
zelfontplooiing. Maar denken ze daar in de rest van de wereld niet heel anders over?
Eindterm 6: de kandidaten kunnen Plato’s argumentatie voor de ‘ideale staat’
reconstrueren en evalueren. Hierbij kunnen zij:
- De kritiek van Plato op de democratie weergeven.
- Uitleggen wat bij Plato het verband is tussen de hiërarchische orde in de
samenleving en de drie delen van de menselijke ziel.
- Beargumenteren dat Plato’s ‘ideale staat’ zowel als een utopie als een dystopie kan
worden beschouwd en daarbij de kritiek van Popper betrekken.
In Plato zijn ‘Politeia’ ontwerpt Plato een ideale samenleving. Centraal in deze samenleving
staat de aretè: het besef van een waardig, edel en deugdzaam leven. Dit besef is volgens
Plato verloren gegaan en is daardoor omgeslagen in een ochlocratie (een staatsvorm waarbij
wordt geluisterd naar de opvattingen van de menigte).

,De ideale samenleving is volgens Plato een rechtvaardige stadsstaat waarin het
gemeenschapsbelang centraal staat en de aretè tot bloei kan komen. Volgens Plato moet je
een stadsstaat zien als een mens in het groot.
De menselijke ziel bestaat volgens Plato uit drie delen:
1. Een vegetatief-verlangend deel (onderbuik)
2. Een thymotisch-eergevoelig deel (borst)
3. Een denkend-schouwend deel (hoofd), dat de leiding heeft
Deze hiërarchische orde van de menselijke ziel correspondeert volgens Plato met de drie
standen in de samenleving:
1. De filosoof-koningen, die regeren
2. De strijders/wachters
3. De boeren/werklieden
Alles is gericht op stabiliteit en ‘goed leven’ betekent ook je schikken in je plaats die je vanuit
je polis gekregen hebt.
De filosoof-koningen zijn het toonbeeld van het goede leven: zij beschikken over de aretè.
Dat betekent dat zij de vier deugden (kardinale deugden) vertonen:
1. Matigheid (onderbuik)
2. Dapperheid (borst)
3. Bedachtzaamheid (hoofd)
4. Rechtvaardigheid (goede balans in het leven)
Handel zorgt er volgens Plato ten onrechte voor dat bepaalde mensen rijk worden, er
vreemde invloeden binnenkomen en het stadsbestuur haar invloed verliest. Daarom wordt
handel in de ideale polis tot een minimum beperkt. Iedere polis moet zelfvoorzienend zijn –
autarkeia. De polis richt zich vooral op het opvoeden (padeia) van de nieuwe generatie die
deel uit maakt van de polis gemeenschap.
Voor individuele vrijheid is in Plato’s ideale staat geen plaats. Denkers als Popper wijzen op
de gevaren van dergelijk collectiviteitsdenken: het leidt tot totalitaire regimes, waarin
discussie onmogelijk is en één waarheid wordt gesteld.
Eindterm 7: de kandidaten kunnen Aristoteles’ argumentatie dat er verschillende goede
staatsvormen zijn, reconstrueren en evalueren. Daarbij kunnen zij:
- Uitleggen welke rol de rede (logos), de deugd (aretè) en het handelen (energeia)
als werkelijkheid van de ziel daarin spelen.
- Beargumenteren dat deugdzaamheid en geluk (opgevat als eudaimonia van het
praktische leven) uitsluitend bereikt kunnen worden binnen de polis (stadsstaat).
- Met voorbeelden uitleggen dat staatsvormen volgens Aristoteles kunnen
ontaarden.
Volgens Aristoteles is menselijk geluk (eudaimonia) het belangrijkste waar ieder mens naar
streeft en waarop iedere samenleving is gericht. Het antwoord op de vraag waarin het

, menselijk geluk is gelegen, zoekt Aristoteles niet zozeer in een ideale staatvorm, maar in de
natuur van de mens.
De mens is van nature een zooion logon echon, een dier dat rede heeft. ‘Gelukt’ menszijn
moet dus wel samenhangen met de rede (logos). Het is de rede die de mens in staat stelt tot
‘handelen’, een activiteit waarvoor je moet kunnen denken. Alleen wie in staat is tot
handelen, kan echt gelukt en gelukkig zijn.
Volgens Aristoteles is het de deugd, de aretè (het besef van een waardig, edel en deugdzaam
leven), die ons in staat stelt goed te handelen. De handeling is dan niets anders dan het in
werking-zijn of de werkelijkheid (energeia) van de ziel krachtens deze aretè. Om te handelen
gebruik je dus de rede en om goed te handelen moet je daarbij de deugd (aretè) gebruiken.
Deze deugd noemt Aristoteles rechtvaardigheid. Als het lukt om op deze manier goed te
handelen ben je een ‘vol’ mens en laat je ook andere tot hun recht komen. Omdat dit
Aristoteles zijn uiteindelijk doel (telos) is spreken we in dit verband van een teleologische
ethiek  ieder verschijnsel heeft een doel.
Logos = rede Eudaimonia = menselijk geluk
Telos = doel Energeia = in werking-zijn / werkelijkheid
Goed leven is verbonden met een maatschappelijke orde. De deugd is nooit alleen
egocentrisch (dat je zelf het middelpunt van de wereld bent), maar ook altijd verbonden met
de gemeenschap. Je bent gelukkig en je leeft goed als gemeenschapswezen. Eudaimonia kan
dan ook alleen bereikt worden binnen de stadstaat (polis).
Volgens Aristoteles is de mens dus naast zooion logon echon dan ook een zooion politikon
 een politiek dier, dat betrokken is op de gehele polisgemeenschap.
Volgens Aristoteles zijn er verschillende goede staatsvormen, maar elke staatvorm kan
ontaarden:

Staatsvorm Mogelijke ontaarding Rede van ontaarding
Monarchie (één koning) Tirannie Eigenbelang
Aristocratie (klein bestuur) Oligarchie Eigenbelang
Politeia Democratie Eigenbelang

Eindterm 8: de kandidaten kunnen de opvatting van Aristoteles over een deugdzaam leven
uitleggen en toepassen. Daarbij kunnen zij met voorbeelden:
- Een definitie geven van deugd en deze definitie uitleggen en toepassen.
- Uitleggen dat het streven naar geluk (eudaimonia) samenvalt met het goede voor
zichzelf en de gemeenschap.
- Het onderscheid tussen dianoëtische en ethische deugden uitleggen.
- Uitleggen dat de verschillende deugden elkaar vooronderstellen.
Daarnaast kunnen zij uitleggen:
- Dat ‘volkomen deugd’ niet is weggelegd voor de massa.
- Wat ‘ware vriendschap met zichzelf’ betekent en een afweging maken in hoeverre
dit voor mensen in de samenleving van toen mogelijk was en nu is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorhoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.52
  • (0)
  Add to cart