100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
LWEO samenvatting Economisch Beleid H1 enH2 inclusief aantekeningen $3.81   Add to cart

Summary

LWEO samenvatting Economisch Beleid H1 enH2 inclusief aantekeningen

1 review
 56 views  5 purchases
  • Course
  • Level

LWEO samenvatting Economisch Beleid inclusief aantekeningen uit lessen.

Preview 2 out of 10  pages

  • July 31, 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: viviennekntz • 1 year ago

Translated by Google

Too bad it doesn't say it only includes chapters 1 and 2, I miss chapters 3 and 4 :(

reply-writer-avatar

By: Evavdtoorn • 1 year ago

Translated by Google

Hi Vivienne! Thanks for your feedback. I'll change the title right away:) That's because I only had a test about H1 and H2 at the time. I hope it helps you after all!

avatar-seller
Economisch Beleid
H1 Monetair Beleid
In tijden van corona zullen veel bedrijven en zzp’ers zonder steunmaatregelen binnen
enkele maanden in grote financiële problemen komen of zelfs failliet gaan. De
werkgelegenheid die bij die bedrijven verdwijnt, komt niet zomaar terug. Hierdoor kan er
een langdurige crisis komen. Het geld voor die steunmaatregelen, wordt ondersteund
door centrale banken. Overheden geven veel meer geld uit dan begroot in een poging de
terugval van bestedingen op te vangen. Om dit beleid te financieren lenen ze op de
kapitaalmarkt. Dit kan leiden tot een stijging van de rente, waardoor lenen voor
overheden steeds duurder wordt en het stimulerende begrotingsbeleid moelijker is vol te
houden. Centrale banken kunnen overheden hierbij helpen door de rente laag te houden.
De centrale banken zijn verantwoordelijk voor het monetair beleid, waarbij de rente hun
belangrijkste instrument is.

Monetair beleid = (geldbeleid) Beleid waarmee de centrale bank door gebruikmaking
van haar instrumenten (renteaanpassing) haar doel (prijsstabiliteit, eventueel
banengroei) tracht te bereiken. Beleid gericht op de beheersing van de geldhoeveelheid.
Dit gebeurt met name door de rentestand te verhogen of verlagen.

Kapitaalmarkt = Deel van de vermogensmarkt waar langlopend en permanent
vermogen wordt verhandeld, zoals hypothecaire leningen, obligaties en aandelen.

Waarvoor gebruiken we geld?
1. Ruilmiddel: om een product (goed of dienst) te kopen.
2. Rekenmiddel: om de waarde van verschillende producten met elkaar te
vergelijken.
3. Spaar- oppotmiddel: om te bewaren voor later.

Geld = algemeen aanvaard ruilmiddel.
Chartaal geld = munten en biljetten:
Voordelen:
- geen twijfel over kredietwaardigheid klant
- betaling is anoniem

Nadelen:
- vervalsing
- kwijtraken, diefstal of beschadigd raken
- vies door gebruik (onhygiënisch)

Giraal geld = op je betaalrekening bij de bank:
Voordelen:
- snel
- veilig
- minder kosten voor winkelier

Nadelen:
- vergt digitale infrastructuur
- storingen/ stroomuitval
- vergt discipline en overzicht


Waarden van geld
Intrinsieke waarde = waarde van het materiaal waar bankbiljetten of munten van
gemaakt zijn.
Nominale waarde = waarde die afgebeeld staat op bankbiljetten of munten.
Reële waarde = (koopkracht) De hoeveelheid goederen en diensten die je met je
inkomen, je vermogen of je euro’s kunt kopen.

RIC = NIC/ PIC x 100%

, Voorbeeldopgave:
Bereken hoeveel procent de reële waarde van het geld gedaald is als het algemene
prijspeil drie jaar lang met 10% per jaar stijgt.
1. PIC = 100 x 1,103 = 133,1
2. RIC = 100/ 133,1 = 75,1
3. 75,1 – 100 = -24,9, dus met 24,9% is de koopkracht gedaald.

1.2 Financiële toezicht van de centrale bank
Een centrale bank dient ervoor te zorgen dat het publiek vertrouwen in het geldstelsel
behoudt, zodat het publiek (gezinnen en bedrijven) geld steeds als algemeen aanvaard
ruilmiddel, als oppotmiddel en als rekenmiddel zal blijven gebruiken.
Centrale banken voeren monetair beleid uit → via de rente kunnen centrale banken de
maatschappelijke geldhoeveelheid vergroten of verkleinen om economische
onevenwichtigheden te stabiliseren en economische groei te bevorderen.

De Nederlandsche Bank (DNB) is de centrale bank van Nederland (en onderdeel van de
Europese Centrale Bank, ECB).
Algemene banken (ABN-AMRO, Rabobank, SNS, ING, etc.) zijn verplicht klant van DNB (en
lenen en sparen geld bij DNB tegen een rentevergoeding). Gezinnen, bedrijven, overheid
zijn vrijwillig klant van algemene banken.


Maatschappelijke geldhoeveelheid
De maatschappelijke geldhoeveelheid (M1) = al het chartale en girale geld dat in
handen is van het publiek (gezinnen en bedrijven).
Spaarrekeningen behoren niet tot M1, want om dat geld te kunnen besteden moet het
eerst overgeschreven worden naar een betaalrekening.

Een toename van M1 is geldschepping of –creatie (meer geld in omloop bij gezinnen
en bedrijven).
Een afname van M1 wordt geldvernietiging genoemd (geld gaat uit omloop; komt in
handen van banken of overheid). Banken kunnen M1 vergroten of verkleinen en daarmee
invloed uitoefenen op bestedingen van gezinnen en bedrijven.

Dat gaat via de kredietverlening van banken aan het publiek. Door geld uit te lenen
beschikt het publiek over meer geld dan daarvoor (M1 stijgt). Geld dat in de toekomst
verdiend wordt, is nu besteedbaar voor het publiek, zodat bestedingen toenemen.

Banken kunnen ook stimuleren dat het publiek minder leent en/of meer spaart door de
rente te verhogen. Dan zal geldvernietiging plaatsvinden, omdat geld op een
spaarrekening niet besteed kan worden (M1 daalt).


Financiële toezicht van de centrale bank
Banken vormen de schakel tussen spaarders en leners, waarbij zij profiteren van het
verschil in tijdvoorkeur tussen spaarders en leners. Spaarders hebben een lage
tijdvoorkeur en stellen een deel van hun bestedingen uit tot later. Leners hebben een
hoge tijdvoorkeur en willen hun bestedingen juist naar voren halen.

De prijs van ruilen over de tijd is rente. Rente is een vergoeding voor het tijdelijk niet
kunnen beschikken over je geld, het risico dat je je geld niet terugkrijgt (debiteurenrisico)
en inflatierisico (het risico dat de koopkracht van je geld daalt). De spaarrente is lager
dan de leenrente en levert een rentemarge (winst) op voor banken.

Sparen en lenen is gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Spaarders vertrouwen erop dat
zij hun geld op elk moment kunnen opnemen. Banken vertrouwen erop dat zij
spaargelden tijdelijk kunnen uitlenen (omdat spaarders het tijdelijk niet nodig hebben) en
ze vertrouwen erop dat leners hun schulden weer aflossen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Evavdtoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.81  5x  sold
  • (1)
  Add to cart