100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis samenvatting tijdvak 4,5 en 6 inclusief aantekeningen $3.23
Add to cart

Summary

Geschiedenis samenvatting tijdvak 4,5 en 6 inclusief aantekeningen

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Geschiedenis samenvatting tijdvak 4,5 en 6 inclusief aantekeningen.

Preview 3 out of 19  pages

  • July 31, 2022
  • 19
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Geschiedenis H4 t/m H6
H4 De tijd van steden en staten
Vroege middeleeuwen (voor het jaar 1000):
 Voornamelijk kleine dorpsgemeenschappen
 Vrijwel geheel zelfvoorzienend (autarkisch)
 Horigen doen het werk op het domein
 Heer krijgt pacht, de kerk kreeg tienden
 Overgebleven oogst is voor consumptie
 Huisraad, gereedschap en kleding worden zelf gemaakt

Vanaf het jaar 1000 begon de Europese bevolking te groeien. Dit was mogelijk door:
 Ontginningen en inpoldering (woeste gronden)
 Keerploeg, halsjuk en drieslagstelsel
 Van ossen naar trekpaarden
 Einde invallen Vikingen etc.

Deze ontwikkeling begint in Italië en West-Vlaanderen. Deze zaken zorgden voor
een toename van de voedselproductie en dit leidde weer tot een bevolkingstoename.
Boeren produceerden overschotten en verkochten dit aan handelaren op de markt.
Boeren kochten producten van ambachtslieden.
In de steden gingen meer mensen dood dan er werd geboren, maar groeiden toch
doordat mensen voortdurend heen trokken. Steden werden aantrekkelijk door hun
welvaart en vrijheid.

Luxeproducten (zijde, parfums, specerijen) werden over grotere afstanden
verhandeld. Laken was het belangrijkste Europese nijverheidsproduct voor de lange
afstandshandel. Lakenkooplieden importeerden wol en zetten ambachtslieden en
arbeiders aan het werk. Vlaanderen werd door de lakenindustrie een van de meest
verstedelijkte regio van Europa.

Noord-Italië kent dezelfde soort ontwikkeling als West-Vlaanderen, maar dat gaat
alleen wat sneller. Italiaanse steden (Milaan, Venetië en Florence) profiteerden van
de kruistochten en de nieuwe markten die deze openen.
Welvaart trekt later vele werkloze huurlingen uit de 100-jarige oorlog; stadstaten,
paus, keizer en koning bevechten elkaar graag in Italië.

Waterwegen werden belangrijk in deze tijd. Steden, edelen en vorsten hieven tol bij
bruggen om hun deel van handelsroutes te verdienen aan het vervoer.
Handelaren organiseren zich ook in gildes: hanzen. Zij huurden militairen in om
leden op handelsroutes te beschermen. Zo kregen ze van en financiële steun
(kapitaal); hoefde geen tol te betalen. Gildes (beroepsverenigingen) van
verschillende steden gaan samenwerken in een Hanze.

De Hanze van Londen: wol uit Engeland en lakenproductie in Vlaanderen (Brugge en
Gent).

Hamburg, Lübeck en andere havensteden aan de Oostzee richten een Hanze op
voor: graan, vis, hout, was, pek, barnsteen en bont.

,Handelssteden aan de Noordzee sluiten zich bij deze Hanze aan. Handel met
Oostzee werd heel belangrijk (moedernegotie). Graan en vis werden verhandeld
tegen stedelijke nijverheidsproducten en wijn.

Munten werden het betaalmiddel in het dagelijks leven. Door de toename van handel
en nijverheid, wordt er meer gebruik gemaakt van geld. Vanuit Italië werden ook
nieuwe handels- en betaalmethoden verspreid. In Italië ontstond daardoor een
compagnie, waarbij mensen samen geld in een onderneming staken en zo
gezamenlijk eigenaar werden.
Vorsten en steden slaan allen een eigen munt. Het vervoeren van geld was
gevaarlijk.

Er ontstond de wisselbrief, waarin staat dat de koper, geld schuldig is aan de
verkoper. Dus handelaren hoefden niet met geld te reizen. Men kon geld lenen tegen
rente in banken, dat was in de christelijke samenleving verboden. Met het ontstaan
van een giro konden handelaren geld overmaken op een andere rekening.

Handelaren betaalden vaak pas na een jaar voor geleverde waar. Handelaren gaven
hiervoor hun eigen wissels uit. Met de wissels van banken, geldwisselaars en
handelaren ging men uiteindelijk zelf handelen. Dit vereist een goede boekhouding
en een juridische basis. Niet betaalde wissels moesten vaak via een rechtszaak geint
worden. In Bologna sticht men hiervoor in 1088 de eerste universiteit Professoren in
Romeinsrecht leggen de basis voor onze kapitalistische economie.

4.2 De stedelijke burgerij
De eerste stadbewoners hadden unieke vrijheid, de oude feodale heerser had niets
meer over hen te zeggen door het onderhandelen over privileges. In steden is er
een sterfteoverschot: slechte hygiëne, voedseltekort, oorlog enz. Toch groei door
urbanisatie (trek van platteland naar de stad).
Er gingen in de steden meer mensen dood dan er werden geboren door een aantal
ziektes, daardoor moest de stadsbevolking telkens weer worden aangevuld met
mensen uit het platteland.
Ze hadden van de graaf/hertog stadsrechten gekregen om eigen gemeenschap te
vormen met eigen bestuur en eigen rechtspraak, in ruil daarvoor betaalden de
inwoners belasting. De heer heeft nog macht door baljuw (voorzitter stadsrechtbank)
die ook jaarlijks hun rechten betaalden.

Vorsten en hoge edelen worden rijk van de belastingafdrachten voor privileges.
Steden en burgerij krijgen hierdoor meer invloed op de vorsten en hoge adel. De lage
adel verliest juist macht en raken controle over platteland kwijt:
 Geld en niet grond is nu rijkdom
 Horigheid en het hofstelsel verdwijnen
 Belasting en herendiensten voortaan in muntgeld betalen

Dit proces neemt honderden jaren in beslag en gaat niet overal even snel.

Burgerrecht: kind van burgers en na 1 jaar en 1 dag in de stad kun je burgerrecht
kopen. Veel arbeiders, dagloners en geestelijken waren geen burgers. Geestelijken
vallen onder kerkelijk recht.

, Burger:
Beschermd door stadsrecht
Lidmaatschap schutterij  zorgden voor veiligheid in de stad
Lidmaatschap gilde:
Ieder ambacht had eigen stedelijk gilde
 Andere beroepsgroepen als handelaren vaak ook voor zelfstandig
ambachtsman is lidmaatschap verplicht
 Regelt beroepsopleiding
 Kwaliteitscontrole
 Prijsafspraken
 Feesten en plechtigheden
 Zorg voor bejaarden, zieken, werklozen, invaliden en weduwen en wezen
 Kosten begrafenis

Horigen trokken onder het motto ‘’Stadslucht maakt vrij’’ naar de steden.
Edelen schaften herendiensten en andere onvrijheden af en vervingen deze door
geldbetaling, zodat boeren gestimuleerd werden om commercieel te denken:
overschotten produceren en verkopen in de stad.

Rijke kooplieden zijn vaak machtigste burgers. Enkele ‘patriciërs’ families verdeelden
de belangrijkste baantjes.
Schepenen waren leden van het stadsbestuur en de rechtbank.
De machtige gilden laten hen echter vaak in het stadsbelang handelen.
De belangen van steden werden steeds groter:
 Steden bouwen volledige vestingwerken.
 Rondgangen, kantelen, wachttorens, poorten, grachten enz.
 Huursoldaten en oorlogsvloten.
 Bondgenootschappen met andere steden en edelen.

De veiligheid was verbeterd, maar oorlog was nog vaak een dagelijks gegeven.

4.3 Staatsvorming en centralisatie
In de 11e eeuw hebben Franse koningen nauwelijks macht, alleen in Parijs en
omstreken. Hertogen en graven zijn vaak machtiger dan de koning. Doormiddel van
oorlogen, huwelijken en erfenissen vergroten de koningen hun macht. In 1337 begint
de Honderdjarige Oorlog; Franse koningen heroverden de Engelse bezittingen in
Frankrijk. Engeland verliest in 1453 alle Franse bezittingen op Calais na.
Na de Honderdjarige Oorlog is Frankrijk de grootmacht van Europa. Rond 1500 had
de Franse koning:
 Beroepsleger van tienduizenden soldaten
 Duizenden ambtenaren die edelen en geestelijken vervingen
 Belasting uit heel het land
 Koninklijke rechtspraak en weten golden in de hele staat

Centralisatie en staatsvorming waren in volle gang!
Staatsvorming = vorming van een overheid met ambtenaren en een door de
overheid betaald leger.
Centralisatie = ontwikkeling waarbij een land steeds meer vanuit een hoofdstad
wordt bestuurd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Evavdtoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
Add to cart
Added