Samenvatting Frenson 2022: bloed,
cardiovasculair, elektrofysiologie,
hartpomp, bloeddruk & hartdebiet
Cardiovasculair systeem
Formules w gegeven op examen: kunnen uitleggen (geen oefeningen k maken)
ONTSTAAN VAN HET CARDIOVASCULAIR SYSTEEM ALS ANTWOORD OP DE EVOLUTIE
Cardiovasculair systeem = bloedvaten (circulatie) en hart (pomp)
VAN EENCELLIG → MEERCELLIG
Eencelligen en hele kleine organismen: eenvoudig:
efficiënte uitwisseling stoffen met omgeving dmv passieve diffusie => geen transportsysteem nodig
Evolutie organismen => complexiteit ↑: complexere cellen + meercelligen:
maar noodzaak voor uitwisseling (voedingsstoffen en O2) => °transportsysteem = °cardiovasculair
systeem: ontwikkeling hart en bloedvaten => transport voedingsstoffen en O2 en afvalstoffen
(afgeven)
ONTWIKKELING V/D POMP EN HET CIRCULATIESYSTEEM DOORHEEN DE EVOLUTIE
Hart = zuig-perspomp: trekt aan & pompt weg
Ontwikkeling cardiovasculair systeem: grote organismen nood aan circulatiesysteem en pomp
voor transport gassen en uitwisseling voedingsstoffen
Evolutie ontwikkeling cardiovasculair systeem
Vis: 1 pomp (pers-zuig-functie) + 1 circulatiesysteem
→ 1 pomp uit 2 delen: 1 deel voor aantrekken + 1 deel voor wegduwen
Amfibie: °long => beter opname O2 en afgifte CO2
=> °1 pomp, maar deels gescheiden: uit 2 delen => 2 circulatiesystemen
Vogels en zoogdieren: (complexer)
dubbele pomp (gescheiden: geen contact L en R: O2 rijk vs arm) + 2 circulatiesystemen (dubbele
circulatie)
→ dubbele circulatie: grote/systemische circulatie => transport voedings- en afvalstoffen bij
weefsels
vs kleine/ pulmonale circulatie => uitwisseling gassen thv long
- Long => °O2 rijk bloed → hart → organen: gasuitwisseling: O2 opname => °O2 arm bloed → hart
HART EN BLOEDVATEN: OPBOUW EN BASIS EIGENSCHAPPEN
FUNCTIE VAN BLOED CIRCULATIE
PRIMAIR
Transport opgeloste gassen en stoffen voor voeding, groei en herstel + Afvoer afvalstoffen
,SECUNDAIR
Transport hormonen en NT => snel chemische signalen verspreiden (afh. v/h orgaan)
Regulatie warmte => °cte T over hele lichaam, regulatie stolling (stollingsfactoren),
Afweer- en ontstekingsreacties: bloed brengt cytokines op bep. plek
Defecten bloedcirculatie => °cardiovasculaire/ multi-systemische ziekten:
Hartfalen (trombus => pomp defect), stollings- en bloedingsziekten, atherosclerose (afzettingen in
bloedvaten)
CIRCUIT: 3 COMPONENTEN
Hart = zuig-perspomp
- Serieel geschakeld (L- en R hart) - Ventrikel (=kamer) en Atrium (=voorkamer = boezem)
- Elektrische geleiding => contractie spieren => pompen
- Systole = contractie (uitduwen) vs diastole = relaxatie hart (vullen)
- 5L bloed per min rond
Bloed = circulerende vloeistof
Bloedvaten = leidingen => circulatie bloed
Circulatie bloed in 2 transportsystemen mogelijk
a) Kleine/pulmonale bloedsomloop: RV → LA => gasuitwisseling met long: O2 opname & CO2 afgifte
b) Grote/systemische circulatie: LV → RA => uitwisseling voedings- en afvalstoffen
- Hoge druk (=arterieel) vs Lage druk circulatie (=veneus en microcirculatie (=>uitwisseling))
→ ≠ type bloedvaten => ≠ karakteristieken bv. druk,…
HEMODYNAMICA: WET VAN POISEUILLE WAARBIJ BESPREKING VAN
WEERSTAND – DEBIET – DRUK
BELANGRIJKE BEGRIPPEN EN VERHOUDINGEN
Hemodynamica = hydrodynamica met vaten ipv buizen en bloed ipv water
=> steunt o/d wetten van hydrodynamica
“Verhouding van bloeddruk – stroomsnelheid – weerstand”
=> BD afh. v. Cardiac Output = F of Q (in L/min)
(= debiet = volume-stroom =
stroomsnelheid)
afh. v/d Weerstand v/h bloedvat (in
mmHg/L/min)
(→ regulatie BD)
=>Cardiac Output (V-stroom) afh. v. hartsnelheid (bpm)
afh. v. volume-vrijgezet (cc)
F = Cardiac Output = debiet = V-stroom
= drukverschil over de aanwezige weerstand (~wet van Ohm)
,Vereenvoudigd model (buizen/H2O): cte flow (F), druk (P) en weerstand R
Realiteit (bloedvaten/bloed): drukverschil afh. type bloedvat en variabele R
→ viskeus bloed (<> H20) + elastisch bloedvat is elastisch => variabele R
Weerstand
➔ ER met lengte (l) en viscositeit (µ) (cte bij elk individu, eigenschap v/d vloeistof)
OER met radius vat (!4e macht: grote invloed)
Afh. van afmetingen vaten en eigenschappen bloed
Viscositeit (in mPa.s of cpoise)
= eig. v/d vloeistof, cte per persoon
= mate dat vloeistof weerstand biedt tegen vervorming door schuifspanning
=> Viscositeitswet Newton: µ = Schuifspanning/Schuifsnelheid = (F/A) / (∆v/ ∆x)
→ µ = 1 bij H2O vs µ > 1 bij bloed
Viscositeit van een Newtonse vloeistof (bv. H2O of plasma)
→ µ = 1 mPa.s of cpoise (bij 20°C)
=> Laminaire flow in buis = parabolische verloop stroomsnelheidsprofiel v/e Newtonse vloeistof in
cilinder
(zie wet van Poiseuille: transport vloeistof in bloedvat: reden parabolisch verloop)
- µ (Schuifspanning/Schuifsnelheid) is lineair en gaat door nul
- µ is cte
Viscositeit van bloed (niet-Newtonse vloeistof)
→ µ = 3 mPa.sof cpoise (bij 37°C)
- µ afh. van S & S (verhouden zich NIET lineair)
- als schuifsnelheid ↑ => viscositeit ↓
(shear stress = schuifspanning en shear reate = schuifsnelheid)
PARABOLISCH VERLOOP VAN EEN NEWTONSE (H 2 O) VS NIET-NEWTONSE (BLOED) VLOEISTOF
Effect van hematocriet (en dus viscositeit) op stroomsnelheidsprofiel
Viscositeit ~ hematocriet bloed => invloed van #bloedcellen op het parabolische verloop vloeistof
door buis
→ Normaal Hct~45% => afgeplat parabolisch verloop (tov H2O)
→ Te hoge hematocriet (# bloedcellen ↑) => nog meer afgeplat
→ Anemisch: te lage hematocriet => meer parabolisch (bol) (→ H20)
! snelheidsprofiel, viscositeit en druk in bloedvat afh. van type bloedvat
→ dus viscositeit afh. v/d diameter v/h bloedvat en #bloedcellen
maar op 1 bepaalde plek in lichaam wel cte viscositeit
WET VAN POISEUILLE
= ‘benadering’ flow volgens hemodynamica =
, └> R vervangen door viscositeit (µ), lengte (L) en radius (r) (volgens formule R)
=> geeft verhouding tussen drukverschil en debiet v/d bloedstroom
Stroomsnelheidsprofiel: transport vloeistof in bloedvat = parabolisch verloop
- Centraal in bloedvat: minimale weerstand = snelle bloedstroom
- Aan rand bloedvat: grote weerstand => trage bloedstroom
VOORWAARDEN WET VAN POISEUILLE
1) Homogene vloeistof met CONSTANTE viscositeit (geen invloed schuifsnelheid en -spanning)
=> Wet enkel voor grote bloedvaten: bloed heeft cte viscositeit (∆diameter => invloed op viscositeit)
2) Stroomsnelheid is NUL aan randen van bloedvat en MAX. centraal: parabolisch verloop
=> OK voor alle bloedvaten
Nadeel: wet van Poiseuille geeft gemiddelde stroom
3) Bloedstroming is LAMINAIR (beweging // met lengteas bloedvat)
=> OK voor bijna alle bloedstromen (uitz. afwijkende/ turbulente bloedstroom bv. dr trombus is
bloedvatwand bv.in hart: bloed tgn klep)
4) Bloedvat is STIJF, diameter is cte (geen ∆met inwendige druk in bloedvat)
=> NIET OK vr bloedvaten: bloedvat is elastisch => ∆diameter bloedvat afh. inwendige druk in bloedvat
→ systole => hoge druk op bloedvatwand => uitzetten: diameter ↑
diastole => lage druk op bloedvatwand => samentrekken: diameter ↓
5) Stroming is cte
=> NIET OK: variabel debiet door pompende werking hart (pulsaties) => geen cte stroming
DUS GEEN ENKEL bloedvat voldoet aan alle voorwaarden => Wet van Poiseuille gewoon als
benadering
REYNOLDS GETAL !!!!
Voorspellen Laminaire of Turbulente flow
Stroomsnelheidsprofiel:
- Normaal: Laminaire flow: aan wand stroom 0 vs centraal max.
→ als druk (P) ↑ => flow (F) ↑
- Verstoring: Turbulente flow: door ∆bloedvatwand bv.atherosclerose/trombose/…
→ verstoorde flow => afwijking in verhouding ∆P/R
Reynolds’ getal (dimentieloos) = Re = 2r(=D).v.ρ/ 𝝻
- Als Re < 1160 => vloeistof stroomt laminair
- Als Re > 1160 => turbulente flow vloeistof (verstoring laminaire flow)
Turbulentie door: hoge stroomsnelheid, grote diameter of lage viscositeit (<> densiteit = cte)
Risico op turbulente flow bij hoge Re:
→Re hoog in bloedvaten met hoge druk (hoge stroomsnelheid) en grote bloedvaten bv. aorta
→Anemisch: viscositeit daalt => risico op turbulente flow
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulinebal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.