Verloop van Trend(matige ontwikkeling) wordt veroorzaakt door:
Ontwikkeling van de grootte van de beroepsbevolking
Scholing van de beroepsbevolking
Introductie van nieuwe productietechnieken en producten
Hoogte van de arbeidskosten
Beschikbaarheid van grondstoffen
De conjunctuurgolf wordt bepaald door de bestedingen in de economie.
Het productievolume is Reëel bbp.
Groen = feitelijk gerealiseerde productie.
Blauw = gemiddelde groei van de productie op langere termijn.
In de werkelijkheid
lastig om de stand van de conjunctuur weer te geven, want die ontwikkeld zich niet zo gelijkmatig als in de
theorie. Vandaar CBS een conjunctuurklok ontwikkeld.
CBS maakt onderscheid in 15 indicatoren, die in drie groepen kunnen worden verdeeld.
1. Vertrouwensindicatoren: producentenvertrouwen, aantal orders van een bedrijf,
consumentenvertrouwen en grote aankopen van consumenten.
Deze indicator geeft aan in welke richting de economie zich beweegt.
2. Economische indicatoren: rente, consumptie, uitvoer, investeringen, productie en BBP.
Deze indicator geeft de feitelijke ontwikkeling aan.
3. Arbeidsindicatoren: Arbeidsvolume (werkgelegenheid), werkloosheid, aantal vacatures, aantal
uitzenduren en aantal faillissementen.
Deze indicator reageert vaak met vertraging op de conjunctuur.
Vragen over indicatoren: 1) stijging of daling? 2) boven of onder de trend?
Geaggregeerd betekend bij elkaar opgeteld.
, Geaggregeerde vraag is de totale vraag. Naast consumentenbestedingen ook de vraag van bedrijven,
overheid en buitenland. Formule = C + I + O + E – M
Het geaggregeerde aanbod is afhankelijk van de beschikbare
productiecapaciteit. Op lange termijn kunnen deze toenemen.
Door toename van de productiecapaciteit kan het aanbod
toenemen en schuift het verticale deel van de aanbodcurve naar
rechts. Onafhankelijk van de hoogte van het prijspeil kan er meer
aangeboden worden.
Als de productiecapaciteit (bijna) volledig wordt benut, wordt het
moeilijker om aan de vraag te voldoen. Hierdoor zullen de kosten
stijgen.
Als de productiecapaciteit helemaal is benut kan er helemaal niet
meer aan de vraag worden voldaan en stijgen de prijzen.
Dit is het verticale deel van de aanbodcurve (lang termijn).
Prijsrigiditeit (prijzen zijn op korte termijn star en veranderen niet gemakkelijk) heeft verschillende
oorzaken:
1. De meeste productiekosten staan voor langere tijd vast. Denk aan contractafspraken over
hoeveelheden en prijs. Hierdoor ontstaat er meer zekerheid.
2. Loonkosten maken een groot deel van de productiekosten uit. De lonen kunnen niet zomaar in prijs
veranderen. Er is sprake van loonstarheid. Ook is er geen reden om de prijs te veranderen.
3. Verkoopprijzen van eindproducten staat vast. Hierdoor is het niet gemakkelijk om deze prijzen
gelijk te veranderen.
4. Bedrijven passen alleen prijzen aan als ze verwachten dat de afname van de vraag blijvend is.
Gevolgen van Inflatie:
Dalend koopkracht van het inkomen.
Schulden worden minder waard.
Spaargeld wordt minder waard.
Prijzen van goederen stijgen, waardoor de omzet van producenten toe neemt en het nominaal BBP
stijgt.
De concurrentiepositie van landen verslechterd.
Gevolgen van Deflatie:
Stijgend koopkracht van het inkomen.
Schulden worden meer waard.
Spaargeld wordt meer waard.
Omzet en het BBP kan afnemen door prijsdalingen en hierdoor kan de concurrentiepositie
verbeteren.
Consumenten stellen hun consumptie uit. Mensen weten namelijk dat het goed in de toekomst
goedkoper zal zijn.
Ontstaan inflatie heeft verschillende oorzaken: 1) er kan meer gevraagd worden dan dat er geproduceerd
kan worden. Dit heet bestedingsinflatie en ontstaat aan de vraagkant van de economie. 2) de prijzen van
grondstoffen en lonen kunnen stijgen. Producenten hebben dan meer kosten. Dit zullen ze doorberekenen
in de prijs. Dit heet kosteninflatie en ontstaat aan de aanbodkant van de economie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller clairencespiering. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.