Gastro Intestinaal En Endocrien Stelsel (1054FBDBMW)
Summary
Samenvatting Uitgewerkte examenvragen Gastro intestinaal en endocrien stelsel: histologie en histopathologie (1054FBDBMW)
19 views 0 purchase
Course
Gastro Intestinaal En Endocrien Stelsel (1054FBDBMW)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Behaald resultaat: 15/20. Dit document bevat de uitwerking van alle mogelijke examenvragen van het vak Gastro intestinaal en endocrien stelsel van 2e bachelor biomedische wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen. Dit vak is nu een onderdeel van het vak 'Histologie en histopathologie van de o...
Gastro Intestinaal En Endocrien Stelsel (1054FBDBMW)
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
BMWstudent22
Reviews received
Content preview
GIEND: VRAGEN HISTOLOGIE
1. Bespreek de histologie van de bijnier
De bijnier is een gepaard driehoekig orgaan die aan de bovenpool van de nier zit. De bijnier is opgebouwd
uit twee verschillende componenten: schors (cortex) en merg (medulla). Het geheel is omgeven door
een kapsel van vrij dicht bindweefsel. Het schors en het merg vormen 1 endocriene klier met
strengsgewijs gerangschikte cellen waartussen wijde sinusoidale capillairen lopen.
De aanvoerende arteriën vormen de subcapsulaire vaatplexus waaruit capillairen het orgaan
binnendringen. Er gaan ook arteriën van de subcapsulaire plexus via bindweefseltrabekels naar de
medulla en vormen hier een capillairenplexus. Het merg ontvangt arterieel bloed via de medullaire
arteriën en veneus bloed via de gefenestreerde capillairen van de cortex. Hierdoor kunnen de hormonen
uit de cortex de mergcellen beïnvloeden. Het bloed gaat via de capillairen van het merg naar de
mergvenen en zo naar de v. suprarenalis. In het mergkapsel hebben we continue capillairen en in de
schors hebben we gefenestreerde capillairen.
Het schorsweefsel is afkomstig van de coeloombekleding en dus van mesodermale oorsprong. De cellen
van de bijnierschors hebben alle kenmerken van steroïdsecernerende cellen. Er zijn dus geen
secretiegranula. De schors produceert corticosteroïden die afgeleid zijn van cholesterol. De bijnierschors
wordt ingedeeld in 3 concentrisch gelegen zones. Van buiten naar binnen zijn dat:
• Zona glomerulosa
De zona glomerulosa zit net onder het bindweefselkapsel en de cellen liggen in bochtige
celstrengen waardoor ze in kleine groepjes liggen. Tussen de celstrengen liggen sinusoïden. De
kliercellen zijn vrij klein, hebben een donkere kern en het cytoplasma heeft kleine vetdruppeltjes.
De cellen produceren mineralocorticoïden en een voorbeeld hiervan is aldosteron.
Aldosteron speelt een rol bij de natrium kalium huishouding. Het bevordert de
natriumreabsorptie door in te werken op de receptoren van de distale tubuluscellen van de nier,
het speeksel en de zweetklieren.
• Zone fasciculata
De zona fasiculata zit tussen de zona glomerulosa en reticularis. De cellen liggen in radiaal
gerichte kolommen waartussen lineaire sinusoïden lopen. Het zijn koorden van grote, polygonale
cellen. De cellen hebben nog meer vetdruppels in het cytoplasma en worden de spongiocyten
genoemd. De cellen produceren glucocorticoiden en een voorbeeld hiervan is cortisol.
Cortisol heeft een effect op de koolhydraat, eiwit en vet metabolisme. In de lever bevordert het
de opname van vetzuren, aminozuren en suikers. Buiten de lever hebben ze een katabole
werking en zorgen voor de afbraak en een verminderde synthese van aminozuren.
• Zona reticularis
De cellen in de zona reticularis liggen in een netwerk en hebben een onregelmatige vorm met
pycnotische kernen wat duidt op celdegeneratie. Het aantal lysosomen neemt van buiten naar
binnen toe. De cellen hebben kenmerken van steroid secreterende cellen en hebben geen
secretiegranulen waardoor de secretieproducten de cel verlaten door middel van diffusie. Cellen
van de zona reticularis bevatten vaak geel lipofusin pigment. Er komen twee celtypes voor
1
, (donkere en lichtere kernen). De cellen produceren glucocorticosteroiden, androgenen en
oestrogenen.
DHEA, is een prohormoon waaruit andere geslachtshormonen worden gemaakt.
De lipidendruppels in het cytoplasma van de bijnierschorscellen bezitten cholesterolesters. LDL-
partikels worden met het bloed aangevoerd en komen in de cellen via receptorgemideerde
endocytose. De bijnierschors stapelt enkel zijn grondstof, cholesterol, op maar niet zijn product. De
cellen worden niet aangestuurd via neurveuze prikkels maar wel door factoren uit het bloed.
Angiotsenstine II, ACTH en kalium stimuleren de uitscheiding van aldosteron terwijl de natriuretische
factor dit remt.
Het merg is afkomstig van de neurale lijst en het mergweefsel is 1 groot orthosympatisch ganglion. De
postganglionaire neuronen zijn hun uitlopers verloren en zijn secretoire cellen geworden. Het merg
produceert adrenaline en noradrenaline en deze producten zijn afkomstig van tyrosine. Het merg
bestaat uit chroomaffine cellen die in strengen rond de centrale capillairen liggen. De cellen hebben een
membraan dat omgeven is door secretiegranula aan de apicale zijde en langs deze kant ligt het tegen de
veneuze sinussen. De preganglionaire zenuwuiteinde liggen aan de basale zijde van de cel en hier grenst
het aan een capillair. Immunohystochemisch zijn er hier 2 celtypes.
Cellen die catecholamines uitscheiden hebben in hun granules chromagranine, enkefaline, ATP en
dopamine-β-hydroxylase zitten. De finale omzetting van dopamine en in noradrenaline gebeurt in de
granula. De omzetting van noradrenaline in adrenaline gebeurt pas wanneer noradrenaline de granula
verlaten en wordt dan gemetyleerd in het cytoplasma waardoor adrenaline ontstaat. Hoge
concentraties glucocorticoiden komen terecht in de veneuze sinussen waardoor de synthese van
fenylethanolamine-N-methyltransferase wordt opgestart. Hierdoor wordt noradrenaline omgezet tot
adrenaline. Noradrenaline en adrenaline komen nooit samen in 1 cel voor.
De paraganglia liggen verspreid en bestaan uit 2 soorten cellen. De hoofdcellen hebben granula met
enkel noradrenaline in. De steuncellen omgeven de hoofdcellen en hebben geen secretiegranula.
2
, 2. Bespreek de histologische bouw van de testis
De testes ontwikkelen zich in de dorsale wand van de peritoneale holte. Ze dalen samen af met de ductus
deferens naar het scrotum, descensus testiculorum. Het oppervlak van de testes en de binnenwand van
het scrotum zijn bedekt met de tunica vaginalis. De tunica vaginalis is een soort van serosa en is afkomstig
van het peritoneum. Hierdoor hebben de testes een zekere bewegingsvrijheid die beschadiging kan tegen
gaan.
De testes is omgeven door een kapsel, de tunica albuginae, dat bestaat uit straf fibrillair bindweefsel.
Het bindweefsel verdikt zich aan de achterkant tot het mediastinum testis. Vanuit hier delen de
bindweefselsepta de testis op in piramide vormige lobuli (ongeveer 250). In elke lobulus liggen 1 tot 4
sterk gewonden tubuli seminiferi. Hier worden de zaadcellen in gevormd en rijpen ze verder uit. In het
bindweefsel tussen de tubuli seminiferi liggen de Leydig cellen die zorgen voor de productie van
testosteron. Testosteron wordt in de perifere weefsels omgezet tot dihydrotestosteron. Het aantal en
de activiteit van de Leydigcellen wordt hormonaal gereguleerd. Aan het einde van elke tubulus vernauwt
het lumen en hier gaat het spermatozoënvormend epitheel over in een eenlagig kubisch epitheel met
microvilli.
De tubuli recti verbinden de tubuli seminiferi met rete testis. Dit is een netwerk van buisjes in het
bindweefsel van het mediastinum testis. Vanuit hier worden de spermatozoën via de ductuli efferentes
afgevoerd naar de epididymis.
De wand van de tubuli seminiferi is opgebouwd uit:
• Een dunne tunica propria van vezelig bindweefsel
Deze laag bezit enkele lagen fibroblasten waarbij de binnenste laag ook contractiele myoïde
cellen kan hebben.
• Een basaal membraan
• Spermazoën vormend epitheel
Het epitheel van de tubuli seminiferi bestaat uit
• Sertoli-cellen
De Sertoli cel is afkomstig van het coeloom epitheel en vormt de structurele basis van de tubuli
seminiferi. De cellen zijn voedstercellen en hebben een langgerekte trapeziumvorm en zijn met
hun brede basis gelegen tegen de basaal membraan; hun apicale einde reikt tot in het lumen van
het zaadbuisje. De Sertoli-cellen zijn door zonulae occludentes in hun laterale celmembranen tot
een gesloten epitheellaag met elkaar verbonden. Hierdoor ontstaat een luminaal en basaal
compartiment in de tubulus. Tussen de Sertoli-cellen bestaan ook nexusverbindingen. De Sertoli-
cellen hebben verschillende functies.
o De Sertoli cel biedt steun, bescherming en voeding aan de zaadcel tijdens hun
ontwikkeling.
o Ook breekt hij de restlichaampjes af, want tijdens de spermiogenese worden delen van het
cytoplasma afgestoten. Dit wordt dan gefagocyteerd door de Sertoli cel.
o De Sertoli cel produceert een vloeistof en scheidt dit uit naar het lumen van de tubulus wat
dan een rol speelt bij het verdere transport van de zaadcel. Ze produceren ook eiwitten die
een rol spelen bij de spermatogenese zoals androgeenbindende proteïnen (ABP). Dit
gebeurt allemaal onder invloed van follikel stimulerend hormoon (FSH) en/of testosteron.
3
, o De Sertoli cel produceert de ‘Müllerian inhibiting substance’. Tijdens de embryonale
ontwikkeling is de Sertoli cel verantwoordelijk voor de productie van dit hormoon. Het
verhindert de ontwikkeling van de buizen van Müller die een rol spelen in het ontstaan
van de uterus.
o De Sertoli cel houdt de bloed-testis barrière in stand. Er is een groot verschil in de
samenstelling van de vloeistof in het tubuluslumen en die van het bloed. Dit verschil wordt
in stand gehouden door de occludensverbindingen tussen de laag van de Sertoli-cellen.
Hierdoor wordt er voorkomen dat er toxische stoffen (mogelijk in het bloed) de rijpere
stadia in de spermatogenese bereiken en deze zo kunnen beschadigen. De barrière
voorkomt ook een contact tussen immuuncompetente cellen en de cellen van de
spermatoïde reeks, die in een veel later stadium tot ontwikkeling komen dan het
immuunapparaat. De Sertoli-cel produceert inhibine dat de vorming en secretie van FSH
onderdrukt, maar het produceert ook activine dat de werking van inhibine remt.
• Cellen van de spermatogonische reeks
Deze cellen zijn afkomstig van het dooierzakentoderm en migreren als primordiale
geslachtscellen naar de testis.
De ruimte tussen de tubuli seminiferi is gevuld met losmazig bindweefsel met daarin zenuwweefsel,
bloed- en lymfevaten. De capillairen in de testes zijn (deels) van het gefenestreerde type. In het
bindweefsel liggen de interstitiële cellen of cellen van Leydig, evenals (myo)fibroblasten, mestcellen en
macrofagen.
De Leydig cellen zijn rond tot veelhoekig met een eosinofiel cytoplasma, waarin veel kleine
lipidendruppels voorkomen. Deze cellen hebben de typische kenmerken van steroïdproducerende cellen
met een sterk ontwikkeld SER en tubulaire cristae in de mitochondriën. Deze cellen produceren het
testosteron dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de mannelijke secundaire
geslachtskenmerken en dat ook noodzakelijk is voor de spermatogenese. Het aantal van de Leydig cellen
neemt toe tot aan de puberteit en neemt dan weer af.
Dus de spermatozoën worden via de volgende weg naar buiten getransporteerd:
Tubuli recti → rete testis → ductus efferentes → ductus epididymidis → ductus deferens →
ampulla → ductus ejaculatorius → urethra
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BMWstudent22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.31. You're not tied to anything after your purchase.